Het wouwaapje of ixobrychus minutus Trekvogel (april tot oktober). Deze reiger met de afmetingen van een Vlaamse gaai, leeft in het riet. In de vlucht steekt bij alle kleden een groot, licht veld af tegen de donkere bovenkant, vooral markant bij de mannetjes. Het vrouwtje heeft eenzelfde kleed als de jonge vogels. Vliegt laag, met brede vleugels en hangende poten korte stukjes boven het riet. Bij gevaar staat de vogel als een paal met opgerichte kop. Verspreiding en woongebied : een broedvogel in gans Europa, behalve Engeland en Scandinavië. Is bijna overal met uitsterven bedreigd. In dicht riet- en wilgenland langs het water. De vogel overwintert voornamelijk ten zuiden van de Sahara. Voortplanting : een nest in dichte vegetatie. Legtijd : mei en juni - één tot twee legsels - vijf tot zes matwitte eieren. Beide ouders broeden 17-19 dagen. De jongen lopen met 8-10 dagen al rond en kunnen na een maand vliegen. Voedsel : kleine visjes, dikkopjes, kikkers, insecten, wormen en weekdieren.
Ereli en Knudde
|