Vogelgriep blijft gevaarlijk
Het vogelgriepvirus kan nog altijd voor grote problemen zorgen.
Het is stil rond de vogelgriep dit jaar. Andere jaren was er bij het begin van het winterhalfjaar altijd wat commotie, en werd de angst voor een wereldwijde epidemie er goed ingehamerd. Mensen moesten netten over hun kippenrennen hangen om te voorkomen dat trekvogels hun neerhof zouden besmetten.
Toch is de ziekte, volgens het vakblad New Scientist, niet aan het sluimeren. Ze is actiever dan ooit, doodt nog altijd vogels en links en rechts wat mensen, vooral in Zuid-Azië. Nauwkeurige waarnemingen hebben uitgewezen dat het virus dat de ziekte overdraagt, nog altijd niet zo aan het muteren is dat het ook in zoogdieren welig zou kunnen tieren. Nu moet het rechtstreeks van vogels naar zoogdieren worden overgedragen om een besmetting uit te lokken. Besmetting van het ene zoogdier door het andere, van de ene mens door de andere, is dus nog niet mogelijk.
Nochtans zou het virus zijn genetisch materiaal slechts op twee punten hoeven te wijzigen om daartoe in staat te zijn. Het is te hopen dat dit nooit gebeurt, dat de mutaties afzonderlijk voor het virus geen voordeel opleveren, want anders zou de schade niet te overzien zijn.
Het lijkt er voorts ook op dat het oorspronkelijke vogelgriepvirus waarover zoveel te doen was, het H5N1, niet het grootste risico voor de mensheid zou vormen, wel een verwant ervan: het H9. Die virusversie is veel algemener in de kippenpopulatie, ook in Europa, maar veroorzaakt slechts lichte problemen na een besmetting. Mocht het echter enkele specifieke kenmerken van het H5N1 overnemen, zou het op zijn beurt dodelijk kunnen worden.
Dirk Draulans
|