Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
23-05-2008
Lieveheersbeestjes zijn nooit oud (Martina1)
Lieveheersbeestjes zijn nooit oud
Lieveheersbeestjes hebben prachtige bijnamen gekregen: zonnekevers, kogelkevers, gelukskevers, bonte koetjes, kapoentjes, engeltjes, hemelskoetjes, heiligenkevers, Mariapaarden, lievevrouwenworpjes en lieveheershaantjes. Geen enkele insectenfamilie telt zoveel bijzondere volksnamen. Dat komt natuurlijk doordat de felrode kogelkevers opvallende diertjes zijn, die werkelijk overal rondkruipen en bovendien aaibaar zijn voor kinderen.
Aan het aantal stippen kun je de leeftijd van een lieveheersbeestje aflezen. Dit is het hardnekkigste misverstand over onze populairste kever. Een lieveheersbeestje wordt zelden ouder dan één jaar en een paar maanden. Sommige dieren slagen er in twee keer te overwinteren, maar die zijn dan nog maar tweeënhalf jaar. Zeven jaar halen ze nooit; leeftijden van tien, veertien of tweeëntwintig zijn ondenkbaar.
Het aantal stippen verschilt gewoon per soort. Een kever met zeven zwarte stippen op zijn rode dekschilden is ongetwijfeld het zevenstippelig lieveheersbeestje. Een iets kleinere soort telt altijd slechts twee stippen. U raadt het al: het gaat om het tweestippelig lieveheersbeestje.
De familie van de kogelkevers telt eveneens een vijf-, tien-, elf-, veertien-, achttien- en tweeëntwintigstippelig lieveheersbeestje. Voor de variatie hebben we ook een zestienpunts en een negentienpunts lieveheersbeestje, een langstip- en een oogvleklieveheersbeestje.
Lieveheersbeestjes kunnen luizenplagen bedwingen De meeste kinderen kunnen lieveheersbeestjes zonder enig probleem herkennen. Het aantal stippen mag variëren en het kleurenpatroon mag afwijkend zijn. Zelfs al zijn de kevers geel met zwarte stippen of zwart met rode stippen, kinderen herkennen ze toch gewoon als lieveheersbeestjes.
Dat komt natuurlijk door de karakteristieke vorm. Alle lieveheersbeestjes hebben een platte buik en zeer bolle dekschilden. De meeste kevers zijn duidelijk meer dan twee keer zo lang dan breed, maar lieveheersbeestjes ogen eigenlijk altijd als een half bolletje.
Veel lieveheersbeestjes leiden een luizenleventje. Zowel de larven als de volwassen kevers eten voornamelijk bladluizen, die zich in een plant hebben vastgeboord om sappen op te zuigen. Enkele geel-zwarte lieveheersbeestjes voeden zich met plantenschimmels en andere soorten zuigen bladeren leeg, maar het merendeel heeft het voorzien op bladluizen, mijten en andere kleine beestjes.
Het zevenstippelig lieveheersbeestje staat bekend als bladluiseter en de larve van deze kever is eveneens een geduchte rover. Als hij zich gaat verpoppen, heeft hij naar schatting tweehonderd tot zeshonderd luizen achter de kiezen. Een volwassen kever kan wel honderd bladluizen per dag op, dat zijn er pakweg drieduizend per maand. Het is geen wonder dat lieveheersbeestjes worden ingezet bij de bestrijding van luizenplagen in kassen.
Ieder lieveheersbeestje zit eerst even zonder vlekken De volwassen lieveheersbeestjes overwinteren diep weggekropen in de grond, achter boomschors of in huizen. Ze komen meteen tevoorschijn als het lentezonnetje goed doorbreekt.
De dieren paren in het voorjaar en vervolgens leggen de vrouwtjes hun eitjes op bladeren in de buurt van florerende luizenkolonies, zodat de larven hun maaltje bij de hand hebben. De eitjes zijn geel of oranje. Al na een paar dagen komen ze uit. De larven zijn zwart of grijs. De wat oudere larven hebben op hun rug zes opvallende vlekken, die meestal geel of oranje zijn.
De larven vervellen drie keer. Dan barsten ze uit hun vel en wordt de oude huid vervangen door een nieuwe die ietsje ruimer is. Als de larve gaat verpoppen, zet hij zich met zijn achterlijf vast op een plant. De larve vervelt nog één keer en verandert in een pop die niet meer van zijn plaats komt. De overwegend oranjegekleurde pop kan nog wel zijn hele lichaam optillen als hij gestoord wordt.
De ontwikkeling van een pop gaat de ene keer sneller dan de andere keer. Het popstadium duurt bij warm weer wat korter dan bij koud weer. Op een gegeven moment komt er weer beweging in de pop en dan kruipt er een volwassen kever uit.
Het lieveheersbeestje ziet er aanvankelijk anders uit dan we van hem gewend zijn. De dekschilden zijn helemaal geel en de stippen ontbreken. De schildjes zijn zacht en moeten nog uitharden. Terwijl de kever urenlang stil zit om zijn dekschilden en zijn vleugels te laten drogen, worden langzaam maar zeker een paar zwarte vlekken zichtbaar en het geel verandert langzaam in lichtoranje. Na een paar uur kan de kever vliegen, maar het zal nog weken en zelfs maanden duren voordat hij zijn dieprode kleur heeft.
Vrolijke kleuren vormen duidelijke waarschuwing Wij vinden dat lieveheersbeestjes vrolijke kleuren hebben. Maar de combinaties zwart met rood en zwart met geel vormen voor veel dieren een waarschuwing. Jonge vogels leren al heel snel dat beestjes met deze kleuren echt niet lekker zijn en dat ze die voortaan beter kunnen mijden.
Sommige vlinders, zweefvliegen en andere eetbare insecten maken misbruik van de ervaring die jonge vogels door schade en schande opdoen: zij hebben ook de kleurencombinatie geel-zwart of rood-zwart en worden daardoor nauwelijks door insecteneters gevangen. Maar lieveheersbeestjes zijn echt oneetbaar. Ze schijnen bitter te smaken. Ze worden door de meeste vogels gemeden, alleen mezen en koekoeken trekken zich weinig aan van de vieze smaak. Maar jonge koolmezen gaan wel dood als ze te veel zevenstippeligen gevoerd krijgen.
De rood-zwarte kevers hebben nog een tweede manier om vijanden af te schrikken. Als ze worden aangeraakt, trekken ze onmiddellijk hun poten en antennes in en blijven roerloos liggen, alsof ze dood zijn. Uit de gewrichten van de poten loopt dan een oranjegele vloeistof, die bitter is en sterk ruikt.
Dit reflexbloeden schrikt veel belagers af. Ook veel jonge kinderen weten al dat dat oranjegele spul een beetje op je hand bijt en een hele tijd blijft ruiken.
Soorten op www.stippen.nl In Nederland komen 61 verschillende soorten lieveheersbeestjes voor. Over de hele wereld zijn er maar liefst vijfduizend soorten geteld. De determinatie van deze kevers is soms een lastige klus, omdat het kleurpatroon nogal variabel is. Het aantal stippen en andere details in de tekening kunnen eveneens behoorlijk variëren.
Aan het aantal stippen kun je niet de leeftijd van het dier aflezen, maar je kunt het vaak wel gebruiken om de naam van de soort te achterhalen. Het is geen betrouwbaar determinatiekenmerk, maar bij relatief veel soorten is de Nederlandse naam keurig ontleend aan het aantal stippen. Een overzicht van al de in ons land inheemse soorten is te vinden op de site www.stippen.nl