Buizerdje pesten is een spel dat veel zwarte kraaien dagelijks spelen. Natuurlijk is de buizerd veel sterker dan een zwarte kraai, maar de roofvogel is niet snel en de kraai weet heel goed hoe ver hij kan gaan. Ook eksters tonen weinig respect voor onze meest algemene roofvogel.
Buizerds moeten wel een gruwelijke hekel aan kraaien hebben. Bij ons slaapt buiten het broedseizoen een buizerd in een notenboom en dat doet hij al jaren. Ook overdag zit hij vaak op een vaste plek in deze boom en dat kun je ook wel zien. Als het een paar dagen niet geregend heeft, ziet de bodem wit van de kalkrijke vogelpoep.
Elke dag, als het al stevig begint te schemeren, komt onze buizerd rustig en langzaam aanvliegen. We zien hem al van verre komen en hij wordt elke keer als het ware opgevangen door twee soms zelfs drie zwarte kraaien. Die proberen hem met schijnaanvallen de tuin uit te jagen. Af en toe, als een aanvaller al te dichtbij komt, wentelt de roofvogel in zijn vlucht, soms lijkt het of hij een looping in wil zetten. Tot een complete lus weet hij het echter nooit te brengen en de kraaien raken van deze luchtacrobatiek dan ook weinig onder de indruk. De buizerd accepteert het pesten gelaten en vliegt meestal zonder al te veel van de route af te wijken naar de slaapboom. Als hij eenmaal zit, staken de kraaien het spelletje. Zij slapen honderd meter verder, ook in een notenboom. Een paar kilometer van ons huis weet ik nog een slaapplaats van een buizerd. De roofvogel heeft voor zijn nachtrust een hoogspanningsmast uitgekozen en rond schemer speelt zich hier hetzelfde tafereel af. De kraaien daar zijn nog veel feller: ik heb ze de buizerd bijna van zijn zitplaats af zien vliegen. De zwarte kraai staat bij mijn weten bij de buizerd niet op de menulijst. Hij jaagt dus niet op kraaien, tenzij het zieke of jonge, te vroeg uitgevlogen vogels zijn.
De jachtstrategie van de buizerd oogt lui, maar is wel efficiënt. Aan energieverslindende achtervolgingsvluchten, zoals wij die van sperwer en havik kennen, waagt de roofvogel zich niet. Hij vindt aas niet te min, maar heeft liever muizen, jonge konijnen en
regenwormen.
Van een buizerd langs de snelweg kijkt geen mens meer op. Duizenden vogels uit Zweden, Denemarken en Duitsland brengen hier de winter door. Urenlang bezetten ze een weidepaal of een boomtak in het veld speurend naar iets eetbaars op de grond. Dat kan van alles zijn, want een buizerd is wat de prooikeus betreft bepaald niet kieskeurig.
Langs de snelweg aast de roofvogel vooral op verkeersslachtoffers. Afhankelijk van het seizoen zijn dat egels, konijnen, hazen en verongelukte vogels. Ook muizen, kikkers en padden die door het verkeer geslachtofferd zijn, worden niet versmaad. Deze kleinere verkeersslachtoffers zijn echter vaak voor de snellere kraaien, eksters en meeuwen. Vooral eksters, zeker als ze met z'n tweeën zijn, weten een buizerd nogal eens een prooi afhandig te maken. Ik heb zo'n tweetal wel eens aan het werk gezien: de een leidt de buizerd af en de andere vliegt met de prooi weg. Op afstand doen ze zich dan samen te goed aan de door de buizerd gevangen muis of kikker. Kostelijke taferelen spelen zich af als de buizerd een grotere prooi heeft. Zo heb ik de roofvogel in de winter eens op een dode meerkoet zien zitten. Twee kraaien en drie eksters zorgden ervoor dat hij geen hap naar binnen kreeg. Regelmatig dekte de buizerd met beide vleugels zijn buit af. Wel een half uur heb ik vanuit de auto het tafereel gadegeslagen. Op een gegeven moment kreeg de roofvogel er genoeg van; hij zette zijn klauwen in de meerkoet en vloog uiterst moeizaam, vanwege het gewicht van de prooi, vijftig meter verder. Omdat ik ook verder moest, weet ik niet of de kraaiachtigen nog een graantje hebben kunnen meepikken.
Uit onderzoek is gebleken dat de buizerd niet alleen aas eet, maar ook veel prooidieren vangt: maar liefst 37 vogelsoorten, 18 zoogdieren en verschillende amfibieën, reptielen en zelfs vissen staan op de menulijst. Daar past ook een krielkip in, maar het is dan wel specialistenwerk en bepaald geen reden om de buizerd als 'kiekendief' in het verdomhoekje te plaatsen. Toch ben ik bang dat onze buizerd zich ook aan het specialiseren is. Ik verdenk hem er sterk van dat hij alle jonge waterhoentjes van dit jaar naar binnen heeft gewerkt. De twee oude vogels zijn er nog wel. We schonen de grote vijver daarom dit jaar maar niet op. Hoe meer begroeiing, des te meer kans hebben we volgend jaar op jonge waterkippetjes.
Ook liefhebbers van postduiven kunnen vaak ten onrechte de buizerd wel schieten. De meeste jonge, onervaren duiven en duiven die oververmoeid van een wedvlucht onderweg zijn, worden echter niet door de buizerd, maar door de havik geslagen. Vergeleken met de buizerd is de havik een uiterst behendige vliegenier. Geen kraai of ekster zal het dan ook in zijn hoofd halen om deze roofvogel lastig te vallen. Haviken eten duiven en konijnen, maar met kraaiachtigen weten ze ook wel raad.