De grootoorvos
Orde : Carnivoren - familie : Canidae - geslacht : Otocyon en soort : Otocyon megalotis. De grootoorvos is één van de 36 soorten in de familie Canidae van honden, wolven, coyotes, jakhalzen en vossen. Met zijn grote, recht overeind staande oren die het geringste geluid opvangen (en die hem tevens koel houden), is de grootoorvos een typisch woestijndier. Dit roofdiertje struint de droge savannen en graslanden van Afrika af, is gespecialiseerd in het vangen van insecten en knaagdieren en gedijt goed op plaatsen waar veel termieten voorkomen. Omdat hij zijn plekje in een ruige omgeving heeft gevonden wordt zijn bestaan niet bedreigd. Deze sociale dieren leven gewoonlijk in familiegroepen die bestaan uit een paar met hun jongen. Overdag rust het gezin uit en verzorgt elkaar in de buurt van het hol. 's Nachts gaat de grootoorvos erop uit om voedsel te zoeken. De dieren communiceren met elkaar door middel van fluittonen en via tekens met hun oren en staart. In gematigder streken verandert de grootoorvos zijn dagindeling om zich aan het klimaat aan te passen en is hij tijdens de winter overdag actief. In de meeste gebieden overlappen de territoria van familiegroepen elkaar. Deze groepen onderhouden een vriendelijke relatie en sommige gaan zelfs samen op zoek naar voedsel. De meeste grootoorvossen vormen monogame paren voor het leven, alhoewel een groep soms ook uit twee volwassen vrouwtjes en één mannetje bestaat. Na een draagtijd van zo'n twee maanden worden er in het hol maximaal zes jongen geboren, meestal aan het begin van het regenseizoen als er veel insecten zijn. De moeder zoogt haar welpen ongeveer tien weken, waarna ze samen met hun ouders op zoek gaan naar eten. Als de jongen zes maand oud zijn, zijn ze volgroeid, maar ze blijven nog tot de volgende paartijd bij hun ouders. De vader speelt een actieve rol bij het verzorgen van de welpen. Hij bewaakt ze, verzorgt ze en speelt met ze. In tegenstelling tot andere vossen heeft deze soort amper nog zoogdieren als prooi. Hij voedt zich voornamelijk met insecten, vooral termieten en mestkevers, die ongeveer negentig procent van zijn menu vormen. Kleine knaagdieren, jonge vogels, vogeleieren en plantenmateriaal vullen zijn voedsel aan. De twee afzonderlijke grootoorvospopulaties worden niet bedreigd en de zuidelijke populatie breidt zijn gebied momenteel uit naar Mozambique, Zimbabwe en Botswana. Hoewel men in Botswana vanwege zijn vacht jacht op hem maakt, vormt de mens geen belangrijke bedreiging voor dit dier. |