Eekhoorn Groep : op het land levende zoogdieren
De familie Scirudidae bestaat uit eekhoorns, marmotten en chipmunks. De gewone eekhoorn klimt en springt op zijn gemak rond in bomen. Zelfs als hij zijn houvast verliest en valt, verwondt hij zich niet. Deze actieve eekhoorn leeft in boomrijke gebieden en de bossen van West-Europa tot Oost-Azië. Met zijn kop omlaag loop het langs een boomstam naar beneden, zijn klauwen vasthakend in de schors. De eekhoorn brengt de dag door met het zoeken naar noten en zaden. Meestal kan deze uitstekende klimmer worden aangetroffen in de bomen van naaldwouden en loofbossen. Van tak naar tak springend vindt hij zijn weg. De eekhoorn bouwt zijn nest van twijgen en bekleedt het met gras, vacht en mos, in een boomholte of de vork van een tak. Grote, volgroeide bomen zijn ideale nestelplaatsen. Een eekhoorn kan jarenlang hetzelfde nest gebruiken. Hij heeft echter meer dan één nest, zodat er altijd een schuilplaats in de buurt is als er gevaar dreigt. Hij komt naar de grond om te foerageren en om voedsel te begraven in de aarde. In de lente en de zomer brengt hij de warmste delen van de dag rustend in zijn nest door. Bij extreme weersomstandigheden komt hij alleen tevoorschijn om voedsel te zoeken. Een volwassen eekhoorn leeft solitair, behalve in de paartijd. Tot vijf mannetjeseekhoorns wedijveren om het recht te paren met een vrouwtje. Zij gaar ze voor op een spectaculaire race door het bladerdak en langs boomstammen omlaag en weer omhoog. Zo'n jacht kan uren duren. Uiteindelijk kiest het vrouwtje de vrijer met het grootste uithoudingsvermogen en de meeste vechtkracht. Na de paring bemoeit het mannetje zich niet meer met het vrouwtje, laat staan met de jongen. Na een draagtijd van vijf tot zes weken werpt het vrouwtje tot zeven blinde en kale jongen. Ze verzorgt ze zes weken lang in het nest en daarna wagen ze zich voor het eerst buiten. Als ze zo'n tien weken oud zijn, zijn ze gespeend en kunnen ze voor zichzelf zorgen. Ze blijven echter in de buurt van hun moeder en soms delen ze het nest nog een tijdje met haar. Voor de eekhoorn draait de dag om de jacht op voedsel. Eén van de voordelen van het nestelen in grote, volgroeide bomen is een rijke voorraad aan zaden en noten. Daarom zijn de eik, de hazelaar, de beuk en de conifeer favoriet. Naast boomzaden en noten eet de eekhoorn bloesem, boomscheuten en paddestoelen. In de maanden dat er volop voedsel is eet hij veel meer dan in de wintermaanden. Om de schrale tijd door te komen begraaft de eekhoorn honderden noten in de grond of in bomen. In veel landen wordt de gewone eekhoorn bedreigd door verlies aan leefgebied. In Rusland wordt jacht op het dier gemaakt om zijn dikke, weelderige wintervacht, die veel geld opbrengt. |