Tips voor het vervoer van dieren
Hoe men dieren moet vervoeren hangt ten zeerste af van welke diersoort moet vervoerd worden en over welke afstand dit moet gebeuren.
Hond.
De hond kan goed mee in de auto, mits u hem dat gewend maakt van het pupstadium af. Sommige honden kunnen immers wagenziek zijn en dat is voornamelijk een gevolg van inwendige angst en zenuwachtigheid i.v.m. auto en/of autorijden. Er bestaat medicatie tegen reisziekte, maar beter voorkomen dan genezen: dus de pup geregeld meenemen voor korte auto-ritjes. Wanneer u met de hond alleen rijdt in de wagen, moet u ervoor zorgen die ie niet bij u kan komen. U kan de hond vastmaken met de leiband op de achterbank of een speciaal net aanbrengen tussen voor- en achterbank, zodat de hond meer vrijheid geniet maar toch de bestuurder niet kan hinderen. Er gebeuren namelijk veel ongelukken omdat de bestuurder aan 't worstelen is met z'n hond die met de baas wou spelen. Zo'n net is bij grotere dierenspeciaalzaken te verkrijgen. Er bestaat ook een speciaal systeem voor auto's met een lange achterkoffer om de hond daarin te vervoeren. Het systeem bestaat uit een stevige plastieken constructie dat tussen het kofferdeksel en de kofferruimte wordt geplaatst: de kofferruimte wordt alzo hoger, wordt goed geventileerd en verlicht. Het spreekt voor zich dat dit system niet kan gebruikt worden wanneer de zon genadeloos heet op de koffer schijnt, maar dan is de auto zowiezo geen goed vervoermiddel voor de hond. Tijdens langere ritten met de auto, moet u geregeld stoppen om de hond uit te laten en wat te laten drinken. Eten kan u best achterwege laten. Hond mee in het vliegtuig kan ook. Enkel wanneer het dier minder weegt dan 5 kg kan ie mee in de passagiersruimte, mits ie in een kartonnen doos wil zitten die onder de zetel past in geval van nood. De kartonnen dozen kan u bekomen op de luchthavens. U moet wel een hele poos van tevoren alles bespreken met de luchtvaartmaatschappij om onaangename verrassingen te vermijden. Honden zwaarder dan 5 kg mogen niet in de passagiersruimte. Deze regel geldt in sommige landen (vb USA) voor alle honden, ook lichter dan 5 kg. Ze moeten in aangepaste kooien mee in de geacclimatiseerde bagageruimte. Deze kooien moeten aan bepaalde eisen voldoen. De handigste kooien zijn deze die vervaardigd zijn uit een stevig plastiek, met slechts aan 1 zijde traliewerk dat dienst doet als deur en ventilatie. Deze kooien zijn beter dan de volledig getraliede kooien : ze bieden immers een donkere beschutting waardoor het dier zich veiliger voelt en de kooi is hierdoor ook tochtvrij. Kooien die goedgekeurd zijn voor vliegtuigvervoer zijn gemerkt met een sticker "AIRLINE APPROVED".
Kat.
Het enige goede transportmiddel voor de poes is een stevige reiskooi. Als kitten kan u ze nog makkelijk op de arm vervoeren, maar een volwassen kat geeft problemen: het dier schrikt van al die vreemde geluiden buitenshuis tijdens het transport, en een kat in paniek houdt niemand lang vast. Ook in de auto moet poes in een transportkooi, want tijdens een autorit zal poes gaan mauwen en, indien niet opgesloten, paniekerig rondhollen. Het spreekt voor zich dat dit voor de bestuurder een gevaarlijke situatie is. Bij onderzoek naar dit gedrag, kwam aan het licht dat sommige katten zeer gevoelig zijn voor bepaalde trillingen, die oa door een rijdende auto veroorzaakt worden. De reismand moet stevig, goed afsluitbaar en goed poetsbaar zijn. De beste kooien hiervoor zijn de plastieken kooien met traliewerk aan 1 kant. Deze zijn tevens "airline approved". Immers katten in paniek zijn tot heel wat in staat om uit te breken (dus : stevige kooi) en kunnen in paniek mest en urine laten lopen (dus : goed poetsbaar). Het is wel zo dat sommige katten beter reageren op een kooi van traliewerk helemaal rondom: dit type kat houdt liever de omgeving in de gaten en voelt zich daar rustiger onder. Test dit even uit voor u een kooi gaat kopen. Poes meenemen aan een tuigje kan ook. De poezentuigjes bestaan uit een harnasje en een leiband. Het harnasje omvat de nek en de borstkas met 2 riempjes. Zo'n harnasje is wel noodzakelijk omdat een kat zich makkelijk uit een halsband alleen kan wriemelen en een strakke halsband zeer moeilijk verdraagt. Men moet poes wel van jongsaf laten wennen aan een tuigje. Met veel geduld kan poes zelfs meewandelen aan de lijn. Bepaalde rassen zoals Siamezen en Oosterse Kortharen doen dit zelfs graag. Poes in het vliegtuig kan ook. In principe mag poes mits afspraak met de vliegtuigmaatschappij, altijd mee in de passagiersruimte. Ze moet uiteraard wel braaf in een speciale kartonnen doos willen zitten in geval van nood. Deze doos past onder de zetel. De doos kan worden gekocht op de vlieghaven. Uiteraard moet u poes goed aan het tuigje houden zodat tijdens paniekreacties u het dier niet kwijt speelt. Bedenk wel dat ook in het vliegtuig trillingen ontstaan en dat poes zeer onaangenaam kan reageren met aanhoudend mauwen, geen pretje voor de medepassagiers. Indien de passagiersruimte niets is voor uw kat, kan ze mee in de bagageruimte, wat trouwens verplicht is in sommige landen, vb USA. Zorg voor een "airline approved" hok, dat goed afsluitbaar is. Leg kattegrit op de bodem van de kooi en een stapel handdoeken in de kooi zodat poes in paniek zich goed kan wegstoppen. Voor lange autoritten moet u trouwens ook kattengrit op de bodem van de kooi leggen en geregeld fris water geven.
Vogels.
Vogels vervoert men best in een kleine houten kooi of in een kartonnen doosje voor de kleine vogelsoorten. Zowel de houten kooi als de kartonnen doos is volledig afgesloten op een paar luchtgaatjes na. De vogel voelt zich immers veel veiliger in een kleine, donkere afgesloten ruimte. Daarbij kan er geen tocht bij de vogel komen, iets waar ie toch al zo gevoelig aan is. Door het feit dat de kooi/doos klein is, zal er minder kans bestaan dat de vogel zich kwetst door paniekerig rond te fladderen tijdens het vervoer. Sommige eigenaars kunnen hun vogels niet hanteren en kunnen ze dus niet uit de kooi vangen om in een kleinere kooi te zetten. Deze dieren moet dus in hun normale kooi vervoerd worden. Men moet alle bakjes, speeltjes en stokjes verwijderen uit de kooi, behalve een stokje laag bij de bodem. Dit om kwetsuren te vermijden, omdat de vogel tijdens paniekerige reacties wild in het hok zal fladderen. De kooi moet volledig omwikkeld worden met handdoeken om tocht te vermijden en om de vogel door de duisternis zo kalm mogelijk te houden.
Vissen.
Vissen vervoert men in een plastieken zak gevuld met water, en voor het afsluiten, opgeblazen met lucht. Zo kan de vis zich niet kwetsen wanneer het water gaat klotsen tijdens het vervoer. Best wikkelt men de plastiek zak in krantenpapier, zeker wanneer het tropische vissen betreft: de watertemperatuur blijft dan stabiel door de isolerende werking van het krantenpapier.
|