Telefoon. "Dokter, mijn teefje is gedekt toen we op vakantie waren, we zijn nu net terug thuis en we willen helemaal geen pups. Valt er nog iets aan te doen?"
Een telefoongesprek dat dagelijks gevoerd wordt in een dierenartspraktijk. Wat er in zon geval kan gedaan worden, en hoe dergelijke vervelende incidenten kunnen vermeden worden, gaan we nu uiteenzetten.
Eerst het probleem van een
ongewenste dekking bij de hond en de poes.
Voor de gedekte
teef bestaat er een hormonale behandeling om de resultaten van de dekking te niet te doen, een soort "morning-after-prik" als het ware. Het gebruikte product is een oestrogenen-preparaat (een bepaald vrouwelijk hormoon) dat ingespoten wordt onder de huid of in de bil. Theoretisch moet deze prik gegeven worden ten laatste 7 dagen na de dekking, maar in praktijk blijkt dat men er veel sneller bij moet zijn. Aangeraden wordt de eerste oestrogenen-prik te geven op de 3de dag na de dekking, en deze te herhalen op de 5de en de 7de dag. Bij zulke werkwijze blijkt dat 93 % van de gedekte teven niet drachtig worden.
De oestrogenen-prik is echter niet zonder gevaar: er is een verhoogd risico voor baarmoederontsteking (met als enige doeltreffende behandeling de baarmoeder operatief verwijderen) en daarenboven is gekend dat oestrogenen vrij toxisch kunnen zijn voor de hond: het beenmerg wordt in meer of mindere aangetast: de bloedplaatjes dalen in aantal en in het slechtste geval kan de hond eraan sterven. Indien u uw hond aanbiedt later dan 5 dagen na dekking is er met de hormonenspuit zowiezo niets meer aan te vangen. Het enige wat dan nog te overwegen is, is sterilisatie met wegname van eierstokken en zwangere baarmoeder, maar dit moet zeker ook in het beginstadium van de dracht gebeuren, anders is de operatie te bloedingrijk en gevaarlijk voor de teef. U ziet het: beter voorkomen dan genezen!
Wat een gedekte
poes betreft, is alles nog veel moeilijker. De meeste poezen lopen vrij rond en het zou maar al te toevallig zijn dat de eigenaar net aanwezig is als de poes gedekt wordt. De poes laat zich trouwens soms nog dekken in het beginstadium van de dracht. Bon, zelfs in het ideale geval dat u precies weet wanneer de poes gedekt is, moet u er nog snel bij zijn: ca. 40 uur na de dekking moet ze een oestrogenen-prik krijgen, en dan nog is het succes wisselend. Meestal is de beste oplossing meteen steriliseren: eierstokjes en baarmoeder eruit en dan is het probleem voor het ganse poezenleven opgelost!
Nu een woordje meer over de echte
voorbehoedsmiddelen bij hond en kat die ervoor zorgen dat de hond niet meer loops wordt en de poes niet krols. Mogelijkheden:
- de pil bij de kat
- de prikpil bij hond, ev. kat
- sterilisatie (castratie) van hond en kat
1) de pil. De pil wordt meestal enkel gegeven bij de poes. De hormonale cyclus bij de poes is veel korter dan bij de hond en daardoor makkelijker te beïnvloeden door een pil.
Ik wou wel eerst iets meer over de cyclus van de poes vertellen. Van nature is de poes een dier dat krols wordt in seizoenen. Met andere woorden: ze hebben verschillende krolsheden in een periode van maart tot september. Doch vele poezen worden nu in huis gehouden, waar het voortdurend warm en licht is dus veel poezen zullen (onnatuurlijk) gans het jaar krols worden. De eerste krolsheid treedt op op een leeftijd van 9 à 10 maanden gemiddeld, maar dit is sterk rasgebonden: sommige poezen worden het al op 4 maanden, anderen pas op 18 maanden leeftijd. De krolsheidduur bedraagt een 7 à 9 dagen. De periode tussen 2 krolsheden kan ook sterk variëren, gemiddeld echter 2 à 3 weken. Bepaalde rassen bv. Siamezen zijn vrijwel continu krols.
Hoe kan men merken dat de poes krols is: de poes wordt veel aanhankelijker, is rusteloos, miauwt (de oosterse typen gaan echt krijsen!), rolt zich over de grond, wil niet meer eten. De onervaren poezeneigenaar denkt op zon moment dat zijn poes ziek is en pijn heeft! De poes vertoont ook de typische lordose-reflex, zeker wanneer ze geaaid wordt op de rug aan de staartbasis: ze drukt haar voorhand plat op de grond en houdt de achterhand omhoog, waarbij ze haar staart opzij houdt.
Terug over naar de pil: de pil bevat een derivaat van het vrouwelijk hormoon progesteron. Ze kan gegeven worden tijdens de krolsheid: dit moet dan wel 3 dagen na mekaar tot de krolsheid onderdrukt is, en daarna mag de dosis verminderd worden tot 1 pil per week, tenzij het een hormonaal actief ras is (oosterse typen). Bij hen moet soms de dosis van 2 pillen gehandhaafd worden. De pil kan wel bijwerkingen geven: soms worden karakteriele veranderingen opgemerkt (aanhankelijker, agressiever), de kat kan behoorlijk verdikken, er kan diabetes mellitus (suikerziekte) ontstaan, er is een grotere kans op het ontwikkelen van borstkankers en baarmoederproblemen. Voor een fokpoes is echter de pil veel meer aan te raden dan de prikpil, want de prikpil geeft veel frequenter bijwerkingen ter hoogte van de baarmoeder wat een volgende dracht negatief zou beïnvloeden.
2) de prikpil Deze vorm van anticonceptie is zeer populair bij de hond, en af te raden bij de poes wegens frequent voorkomende bijwerkingen t.h.v. de baarmoeder en melkklieren. Doch ook bij de hond MOET zeer voorzichtig gewerkt worden. De hond heeft een zeer gevoelige baarmoeder en toedienen van hormonen op het verkeerde tijdstip in de cyclus kan zeer nare gevolgen hebben. Daarom ga ik voor u even de cyclus uitdiepen. Elke normale teef wordt 2 keer per jaar loops, soms 3 keer (o.a. duitse herder). Sommige rassen worden slechts 1x per jaar loops bv. Basenji, Teckel. De eerste loopsheid mag verwacht worden op een leeftijd van 6 à 9 maanden, grote rassen wat later.
De cyclus kan men indelen in de anoestrus-fase, de volledige rustfase die ca. 3 maanden duurt. In deze fase zijn de hormonen van de teef in rust en dit is dan ook een veilige periode om de prikpil te geven. De loopsheidfase duurt een kleine drie weken te verdelen in een periode van 9 dagen waarin de teef een bloederige uitvloei heeft, doch dekking pas toelaat vanaf dag 7 ongeveer. De daarop volgende periode van 9 dagen laat ze dekking toe en verandert de uitvloei van kleur (gelig-bruin). En dan volgt een periode van mesoestrus, ca. 2 maand, pseudo-nest-periode als het ware. Tijdens deze periode zakt de hormonenspiegel in het bloed naar de minimumwaarde. Wanneer deze bereikt is, begint terug de anoestrus.
Nu de prikpil : deze injectie bevat derivaten van het vrouwelijk progesteronhormoon. Zoals boven vermeld, is de uterus van de teef erg gevoelig voor hormonen, dus moet de injectie gegeven worden als het geslachtsstelsel van de teef in absolute rust is. Het beste tijdstip voor haar eerste prikpil is 100 dagen na de loopsheid (correcter is 100 dagen na de ovulatie, maar dat kan u als eigenaar niet opmerken, deze gebeurt ongeveer in het midden van de loopsheidperiode). Bij sommige preparaten moet de 2de injectie 3 maanden later herhaald worden, de daaropvolgende 4 maanden later en dan telkens om de 5 maanden (herders beter om de 4 maanden). Het progesteron-depot moet immers opgebouwd worden in het lichaam.
Bij andere preparaten kan men meteen om de 5 maanden gaan prikken. Wanneer de prikpil gestopt wordt, wordt de teef weer loops na 6 tot soms 26 maanden, afhankelijk hoe lang de teef de prikpil heeft gehad. Indien de prikpil op het correcte tijdstip wordt gegeven is er relatief weinig gevaar, maar als de correcte tijdstippen niet gerespecteerd worden is het gevaar voor het ontwikkelen van een baarmoederontsteking zeer reëel!
De prikpil kan eventueel voor gewichtstoename zorgen, kan soms de ontwikkeling van mammatumoren (borstkanker) bevorderen, en ev. op lange duur baarmoederontsteking veroorzaken, een grotere gevoeligheid voor het ontwikkelen van diabetes mellitus (suikerziekte) werd ook opgemerkt. Vroeger werd er soms gebruik gemaakt van pillen op basis van mannelijke hormonen om de loopsheid te onderdrukken, doch deze worden door de niet geringe bijwerkingen niet meer gegeven. Een voordeel echter is dat deze preparateen geen invloed hebben op de baarmoeder.
3) sterilisatie (castratie) Bij
de poes is deze ingreep zeker aan te raden als er verder geen fokplannen zijn met haar. Immers, 1 nestje kleine poesjes een goede thuis bezorgen is niet zo moeilijk, maar de volgende nesten zorgen voor veel problemen en wie weet waar deze sukkelaartjes dan terecht komen. De pil is een valabel alternatief, maar een ongelukje is gauw gebeurd: de pil uitbraken, erge diarree, te veel uitwendige stimulatie en de krolsheid en vruchtbaarheid is er weer. De prikpil is af te raden. Dan blijft de sterilisatie als definitieve ingreep over. Bij een jong dier is de ingreep echt niet verschrikkelijk: via een klein sneetje in de buik, of in de flanken, afhankelijk van de operatietechniek, worden de eierstokjes verwijderd. De baarmoeder wordt enkel weggehaald als er pathologische veranderingen op te zien zijn of als de poes al erg veel nesten heeft gehad.
Na 10 dagen worden de hechtingen verwijderd en de operatie is volledig achter de rug.
De poes wordt niet meer krols, gaat niet meer op pad, is meestal iets rustiger en aanhankelijker. Makkelijker kan niet. Het tijdstip waarop u de poes laat steriliseren is om het even: bij een jonge poes na de 1ste krolsheid, bij een ouder dier: tijdens de krolsheid, er voor, er na, dat maakt niets uit.
En dan
de hond: hier biedt sterilisatie ook een blijvende oplossing. Al is de ingreep bij de hond wel wat omslachtiger.
Ten eerste: het tijdstip. Best laat men de operatie uitvoeren tijdens de hormonale rustperiode (de befaamde 100 dagen na de loopsheid, (cfr. bovenstaande uitleg bij de prikpil) dan is de kans op bloedingen en andere bijwerkingen geringer. Een jonge teef laat men best steriliseren na de eerste loopsheid, en liefst voor de 4de. Het is immers bewezen dat dan de kans op mammatumoren (borstkankers) op latere leeftijd aanzienlijk minder wordt.
Een teef gesteriliseerd voor de 1ste loopsheid heeft slechts 0,5 % kans op mammatumoren, doch geeft meer aanleiding tot zwaarlijvigheid, het karakter is dan nog onvoldoende ontwikkeld, incontinentie kan optreden en op latere leeftijd huidproblemen! Indien de hond op latere leeftijd (na de 4de loopsheid) wordt gesteriliseerd is dat positieve effect wat betreft mammatumoren niet meer geldig.
Bij een jonge hond worden meestal enkel de eierstokken weggenomen na grondige controle van de baarmoeder op afwijkingen. Bij oudere honden of bij dieren die al jongen gehad hebben worden eierstokken en baarmoeder weggenomen. De operatie bij de hond gaat iets minder vlot dan bij de poes. Honden hebben van nature, zelfs als ze mager zijn, veel vet in de buik en zeker rond de baarmoeder-eierstokken. Vet geeft diffuse bloedingen zodat een infuus steeds noodzakelijk is tijdens de operatie, daar de hond relatief veel bloed verliest. Het is daarom van het grootste belang dat de teef slank aangeboden wordt voor de operatie.
Eventuele gevolgen van de sterilisatie is gewichtstoename. Dit kan heel vlot opgevangen worden door strengere voedingscontrole. Karakterveranderingen kunnen voorkomen: soms liever en rustiger, soms actiever. Eventueel kan ook incontinentie optrden na enkele weken tot 2 jaar na de operatie. Deze incontinentie is dan intermitterend en te behandelen met medicatie
Zoals u kan lezen, er zijn mogelijkheden genoeg om niet ongewenst met een nest pups of kittens opgescheept te worden. Elke methode heeft zijn voor- en nadelen: welke voor uw teef of poes de beste oplossing is, moet u zelf uitmaken in overleg met uw dierenarts: elke hond of kat is immers een geval apart en daar kan niet veralgemenend over gepraat worden.<
Hoe dan ook, probeer echt de "overschot" aan poezen en honden te vermijden. Als u de propvolle asiels bekijkt of de erbarmelijke levensomstandigheden van de ontelbare zwerfkatten...wel, kies dan zeer bewust voor een nest pups of kittens, maar laat zeker de natuur niet zo maar zijn gang gaan...