Voor de knobbelzwaan valt het niet mee om uit het water op te stijgen. Veel mensen zijn een beetje bang van knobbelzwanen. Dat is niet zo vreemd, want vooral als ze jongen hebben, kan vader zwaan zich behoorlijk agressief gedragen. Doch de verhalen, dat een zwaan met een klap van zijn machtige vleugel je een gebroken arm kan bezorgen, zijn behoorlijk overdreven. Het is wel eens gebeurd, maar in de meeste gevallen brengt hij de indringers, die te dicht bij nest of jongen komen met zijn snavel flinke verwondingen toe.
Ook bij het verdedigen van zijn territorium kan de zwaan behoorlijk tekeergaan en als het niet goedschiks gaat, dan verdrinkt hij zijn rivaal ter plekke, zoals wij vorig jaar nog in Driebruggen hebben gezien. Juist door dat agressieve gedrag durft geen enkele rover in de buurt van een zwanennest te komen en dat heeft logischerwijs tot gevolg, dat er steeds meer knobbelzwanen in de polders komen en er in sommige streken stemmen opgaan om zwanen te gaan afschieten.
Wij wandelden rond de Lagenwaardse Polder ten noorden van Koudekerk in de hoop de eerste kleine zwanen (afkomstig van de poolcirkel, met gele snavels) en kolganzen te zien die hier vaak met honderden overwinteren. Niets van dat al, maar van knobbelzwanen kun je ook altijd wel genieten.
Een zwanenpaar blijft levenslang bij elkaar, maar hecht absoluut niet aan een familieband. Van zeer nabij hebben we meegemaakt, dat het mannetje ruim vijf maanden zijn kroost verdedigde en daarbij zelfs niet schroomde om een tractor op het weiland aan te vallen. Om zich plotseling begin december tegen zijn eigen nakomelingen te richten en dat ging niet zachtzinnig ook. Die jonge zwanen, vaak nog grauwwit en zonder knobbel, snapten er niets van, dat hun vader plotseling zo lelijk ging doen en kwamen steeds weer terug, totdat het mannetje echt hard ging pikken en de jongen definitief uit het gebied verdreef. Die jonge dieren zoeken elkaar vaak op in de buurt van meren (Nieuwkoop, Reeuwijkse surfplas) en blijven vaak in groepen bijeen, totdat ze na twee jaar geslachtsrijp worden en een partner kiezen.
Het is moeilijk voor te stellen, maar in de jaren vijftig van de vorige eeuw waren zwanen zeldzaam in de polders. Zij werden wel gehouden voor hun dons en nog langer geleden voor het vlees en gekortwiekte exemplaren zwommen in parken en grachten. Van oudsher is de knobbelzwaan een inheemse vogel, maar de bijna honderdduizend exemplaren, die nu over heel Nederland voorkomen, zijn bijna allemaal ontsnapte en dus verwilderde zwanen.
Het vrouwtje weegt meestal ruim 10 kilo, maar de mannetjes komen gemakkelijk aan 16 kilo en het is duidelijk, dat het niet meevalt om met dat gewicht op te stijgen uit het water en dat geldt ook eigenlijk voor het landen. De knobbelzwanen hebben een flinke start- en landingsbaan nodig, maar het blijft een prachtig gezicht de dieren met het zoevende soms fluitende geluid te zien opstijgen en de vergelijking met een vliegtuig is al vaak gemaakt (vandaar ook het reclamefilmpje). Het zijn krachtige vliegers, maar als gevolg van de forse massa niet bepaald wendbaar. In de randstad vallen de meeste slachtoffers door het feit dat zij in de vlucht nauwelijks kunnen zwenken en dan tegen een hoogspanningsmast of ander hoog obstakel vliegen.
Tekst: Peter Dijkgraaf Foto: PR
Bron : AD.nl