De halsbandparkiet
Orde : Psittaciformes - familie : Psittacidae - geslacht : Psittacula en soort : Psittacula krameri. Het woord parkiet beschrijft een kleine papegaai, vooral één met een lange staart. Dit geldt voor het geslacht Psittacula, dat veertien soorten kent. Verbazingwekkend en gracieus in de lucht, is de halsbandparkiet een vogel die wijder verspreid is dan welke papegaai ook. Zijn natuurlijke leefgebied is het tropische bosland van delen van Afrika en Azië. Vanwege zijn zich makkelijk aanpassende en krachtige natuur komt hij ook veelvuldig voor in veel steden. Geïntroduceerd in verschillende landen buiten zijn warme, inheemse thuisland, is deze vogel met lange staart vindingrijk genoeg om zich goed door koude Europese winters te slaan. Vanwege zijn rumoerige aard en bijtgraagheid, is de parkiet niet het meest geschikte huisdier. Dit is één van de redenen waarom zoveel gevangen vogels losgelaten zijn in vreemde leefgebieden. Hij wordt echter allesbehalve geïntimideerd door de lokale bevolking. Hij acclimatiseert gemakkelijk in een nieuwe omgeving en is de enige papegaaiensoort die in staat is om zichzelf in het wild te handhaven. Geïntroduceerde populaties komen voor in de Verenigde Staten, China, Europa en andere delen van de wereld. In Zuidoost-Engeland alleen al zijn er meer dan vijfduizend vogels. De parkiet eet wat hij maar kan vinden aan seizoensgebonden fruit, zaden, noten, granen of bloemen. Maar hij houdt ook van gecultiveerde gewassen, wat hem niet populair maakt bij boeren, vooral in India, waar hij als een serieuze plaag wordt beschouwd. Wanneer hij geen zachte knoppen wegpikt, heeft hij de verkwistende gewoonte om één of twee happen te nemen uit een stuk fruit en daarna van een volgende te proeven. Hij heeft ook geleerd hoe hij graanzakken moet openmaken. Deze trouwe vogels vormen paren voor het leven. Ieder broedseizoen scheidt elk broedend paar zich af van de hoofdtroep om elkaar weer het hof te maken in de buurt van hun uitgekozen nestplaatsen. Het nest ligt gewoonlijk in een boomholte en wordt soms door de vogels vergroot. Buiten enkele houtsnippers blijft het nest onbekleed. Het vrouwtje broedt de eieren uit terwijl het de taak van het mannetje is om het nest te bewaken en eten voor zijn partner te gaan halen. Na tien dagen gaan de ogen van de kuikens open. Beide ouders brengen de jongen eten. De kuikens verlaten het nest wanneer ze ongeveer acht weken oud zijn, maar blijven nog veel langer dicht bij hun ouders. Buiten de paartijd verzamelen zich extreem rumoerige troepen tot zo'n honderd halsbandparkieten. Iedere morgen, wanneer ze hun roest verlaten, is hun gecombineerde geschreeuw bijna oorverdovend. |