Kattengejank |
|
|
Dat katten - vooral poezen - gewoontedieren zijn, is bekend. Ooit omschreef iemand die eigenschap heel treffend. Als een poes kiesrecht had, zou ze heel haar leven op één en dezelfde partij stemmen. Ze reageert dan ook onmiddellijk op de geringste verandering in haar omgeving. Als je bijvoorbeeld een nieuwe plant in de huiskamer hebt gezet, staat ze er bij binnenkomst als aan de grond genageld, bijna verontwaardigd naar te staren. Wie heb ik toestemming gegeven om mijn kamer zo ingrijpend te veranderen, lijkt ze dan te denken. Vervolgens wordt de plant zeer omzichtig bekeken en besnuffeld. Als dat ritueel achter de rug is, gaat ze zich zorgvuldig wassen. Het lijkt alsof ze dan even tijd wil nemen om deze grove inbreuk op haar vertrouwde omgeving te verwerken. Als ze dan eenmaal uitgebreid de krabpaal - of iets anders - met haar klauwen gaat bewerken, weet je dat madame de verandering - zij het mokkend - maar voor lief neemt.
Ik merkte dat een kat ook moeite kan hebben met verandering in gedrag van het ¨baasje¨. Als huisdier ziet de kat je dus niet als baas, eerder als een soortgenoot. Omdat je het beest voedt en verzorgt, ben je wel de superkat. Toch kent een huiskat tot in bijna elk detail jouw rituelen en volgorde van handelen. Zolang je jezelf maar keurig aan die vaste patronen houdt, is er geen enkel probleem. Wat dat betreft heeft een kat zeg maar autistische trekjes. Ik moest ondervinden dat ook mijn poes Sjaan me liet weten dat ze niet zit te wachten op vreemd, voor haar niet te plaatsen gedrag van haar huisgenoot.
Om optimaal van mijn muziek te kunnen genieten, schafte ik een mooie koptelefoon aan. Ik kon nu volop genieten van muziek die bij wijze van spreken midden in je hoofd zit. Ik houd van klassieke muziek, maar heb ook nog wat verzamel-cd's met popmuziek. In een nostalgische bui zette ik een van die cd's op. Je kent dat wel; voor je het weet zit je dan volop mee te zingen. Tot mijn verbazing stoof Sjaan met wijdopen gesperde ogen op me af. Met zwiepende staart zat ze me aan te kijken, haar bek zag ik steeds maar open en dicht gaan. Toen ik door bleef zingen, werd het haar blijkbaar te gortig. Ze stootte met haar poot - wel met de nagels in - tegen mijn mond, en begon zelfs zachtjes in mijn kin te bijten. Nee, het was geen agressief gedrag, eerder bang of paniekerig.
Toen ik stopte met zingen en de koptelefoon afzette, zat ze me nog steeds mekkerend aan te kijken. Pas nadat ik haar even geruststellend toesprak en aaide, werd ze weer rustig. Natuurlijk begon ik me af te vragen waarom ze zo in paniek raakte. Nu is het meestal zo dat je jezelf niet of nauwelijks kunt horen als je op die manier meezingt, en dus geen toon kan houden. Zou Sjaan mijn valse gezang misschien niet aan kunnen horen? Ik besloot de proef op de som te nemen. Weer zette ik hetzelfde nummer op, en wachtte even met meezingen. Er gebeurde niets bijzonders, Sjaan zat me rustig aan te kijken. Aan de muziek kon het dus niet liggen. Maar toen ik - beslist niet vals - weer mee ging zingen, vertoonde ze weer dat gedrag. Ik kon haar nu ook hard en klaaglijk horen miauwen, alsof ze me smeekte om er mee op te houden. Nu vliegt Sjaan de kamer al uit als ik mijn koptelefoon pak. Nee, zit is bepaald niet onder de indruk van mijn zangkwaliteiten!
(Dierennnieuws)
|