Het verliezen van haren is een volstrekt normaal gebeuren bij alle dieren met haren en pluimen. Het meest spectaculaire voorbeeld is de hermelijn: dit diertje ruit in de lente zijn witte wintervacht uit om een bruine zomervacht te krijgen, die op zijn beurt weer uit valt in de herfst om plaats te ruimen voor een sneeuwwitte vacht.
Onze huisdieren kennen ook die cyclus van winter- en zomervacht, en de periode dat die wisseling plaats grijpt is dus de ruitijd. Het is niet zo dat tussen deze 2 periodes het dier geen haar verliest : elk haar kent zijn cyclus van ontstaan, groeien, afsterven en uitvallen, maar het verlies gebeurt gespreid, terwijl in de ruiperiode dit verlies massaal is.
Normaal begint de lenterui wanneer het enkele weken warm weer is geweest en duurt die een 3 à 4 tal weken, dus meestal in de maanden april-mei-juni. De herfstrui zet zich in wanneer de temperaturen laag worden en het koud blijft : oktober-november-december, ook gedurende 3 à 4 weken.
Bij strikt binnenshuis levende katten reageert de huid minder goed: ze ervaart geen echte temperatuursschommelingen. Zulke katten kennen een sterk verlengde rui, zodat de eigenaar haast een gans jaar door een versterkt haarverlies opmerkt.
Aan de normale rui kan en mag niets gedaan worden: het is een natuurlijk proces, en dat moet men zich realiseren bij de aanschaf van een dier. Denk daar dan ook even aan wanneer u een bepaald ras uitkiest: de poolhonden (Siberische husky, Alaskan Malamute, etc...) verliezen werkelijk pakken haar, een poedel daarentegen niets, rassen die moeten getrimd worden zeer weinig (Schnauzer, Cairn Terrier, Ierse Wolfshond, etc.) , haren van een langharige kat vallen veel meer op en zijn moeilijker te verwijderen dan die van en kortharige kat etc...
Het enige wat u kan (en trouwens moet doen om de huid in conditie te houden) om de rondvliegende haren zoveel mogelijk te beperken, is het dier dagelijks grondig uitborstelen en na de borstelbeurt over het dier wrijven met een vochtige doek.
Losse haren blijven kleven aan de doek en de vacht zelf wordt minder statisch en houdt aldus de haren iets beter bij tot de volgende borstelbeurt.
Het borstelen zorgt er trouwens ook voor dat de rui zelf sneller achter de rug is, geeft een goede massage aan de huid en bij poes: minder haarballen en daaruit volgende problemen. Poes likt immers de vacht schoon en krijgt hierbij al die losse haren binnen. Die haren vormen haarballen in de maag die voor braken zorgen, of voor obstipatie wanneer die ballen in de darm komen.
Abnormaal veel ruien bij kat en hond
Zon verlengde rui kan verschillende oorzaken hebben, gaande van bepaalde tekorten in de voeding tot ectoparasieten, allergie en algemene ziekten met effect op de huid door conditievermindering van het lichaam.
Even een paar frequent voorkomende problemen onder de loep.
a) tekorten aan onverzadigde vetzuren
Dit is een veel voorkomend tekort en wordt vaak over het hoofd gezien. De huid wordt droger, soms ziet men schilfertjes. De haren zijn ietwat dof en vallen makkelijk uit.
Extra onverzadigde vetzuren moeten aldus verstrekt worden via de voeding. Voor poes gebruikt men meestal een vloeibare olie-achtige oplossing. Poes neemt immers makkelijker vloeistof op dan poeder of capsules.
Voor de hond bestaat eveneens de mogelijkheid van een vloeistof, doch meestal worden capsules, poeder of tabletten gebruikt.
Welk type onverzadigde vetzuren en welke dosering hangt af van patiënt tot patiënt. De keuze wordt bepaald door twee factoren: hoe erg het met de huid gesteld is en welke voeding het dier te eten krijgt.
b) tekort aan algemene vitaminen
Dit komt nog zelden voor omdat de meeste honden en katten goede commerciële voeders eten waarin vitaminen en mineralen in correcte hoeveelheden verwerkt zijn. Toch gebeurt het dat een dier een bepaald voeder niet volledig verteert en zodoende de voedingsstoffen onvoldoende of slecht uitgebalanceerd binnenkrijgt. Op lange duur kan dit aanleiding geven tot huid- en vachtproblemen.
Ook bij dieren waarvoor de eigenaar zelf kookt, kunnen tekorten of inbalancen aan bepaalde voedingsstoffen voorkomen. Dit is goed gekend bij de kat. Koken voor de kat is immers een moeilijke opgave: vaak zal poeslief enkel het vlees uit het zorgvuldig samengesteld schoteltje snoepen en groenten/rijst/brood laten liggen. Het spreekt voor zich dat in zulke gevallen vitaminen/mineralen tekorten zullen ontstaan met onder ander effecten op de huid.
De oplossing ligt voor de hand: bij gebruik van een bepaalde commerciële voeding, kan men af en toe afwisselen van merk of een specifiek vitaminenmengsel toedienen, dit in overleg met de dierenarts. De eigenaars die zelf koken moeten zowiezo extra vitaminen/mineralen toedienen.
Vitaminen/mineralenmengsels bestaan onder verschillende vormen: vloeistoffen, poeders of tabletten. Het éne dier neemt makkelijker het poeder op, een ander dier makkelijker tabletten of vloeistof...aan de eigenaars om dit uit te testen.
c) ectoparasieten (uitwendige parasieten)
De aanwezigheid van parasieten op de huid, brengt op zijn minst jeuk en irritatie met zich mee, zodat hond en kat overmatig gaan krabben of bijten.
Hierdoor zal het dier als beginsymtoom meer haren verliezen dan normaal. De meest voorkomende parasieten van de huid zijn luizen en vlooien. Luisjes kunnen makkelijk vernietigd worden door het dier te sprayen.
Vlooien worden te lijf gegaan met een vlooienband, vlooiendruppels, - tabletten of injecties. Bij vlooien moet ook in het huis gespoten worden met een vlododende spray omdat vlooien nestjes maken in huis.
Andere huidparasieten zijn de schurftmijten, onder ander de scabiës-mijt en de demodex mijt.
De scabiës-mijt is relatief makkelijk onder controle te krijgen met injecties en lotions. De demodex mijt is veel resistenter en geeft meer problemen bij behandeling.
Beide mijten moeten via microscopisch onderzoek van een huidafkrabsel gediagnostiseerd worden.
Wanneer de huidparasieten gedood worden, verdwijnen de huidklachten, onder ander de overmatige rui, vanzelf.
Allergie komt bij onze huisdieren frequent voor. Daar waar een allergische mens meestal reageert met ademhalingsproblemen (niezen, asthmatisch hoesten), uit het allergisch dier de allergie meestal door jeuk.
Het jeukgevoel zorgt ervoor dat hond/kat meer gaat krabben of bijten, en de eerst symptomen zijn dan ook overmatig haarverlies.
De oplossing hiervoor is de oorzaak van de allergie opsporen en daar iets aan doen. Oorzaken zijn bijvoorbeeld : voeding (het eiwit in de voeding); grassen, bomen, huisstof, huidschilfers van mens, hond of kat, enz.. Eens men weet aan wat het dier allergisch is, kan men desensibiliseren. Dit gebeurt door een serie injecties toe te dienen opdat het lichaam als het ware immuun wordt ten opzichte van de allergie-opwekkende stof. Met deze methode geneest men de allergie.
Met medicatie kan men de allergie wel onder controle houden, doch niet genezen. En wat medicatie betreft is er weinig keus : - dieren reageren enkel op cortisone-preparaten. De veelgebruikte antihistaminica bij de mens, hebben zeer weinig effect bij dieren.
e) Bacteriën en schimmels
Huidinfecties (bacterie) of huidschimmels tasten de huid aan met beginsymptomen van overmatig haarverlies. Dit haarverlies wordt veroorzaakt deels door krabben (jeuk) en deels omdat de haarfollikels (de plaats waar het haartje ontspring) aangetast worden door de bacterie of schimmel.
Bacteriële huidinfecties moeten met correcte antibiotica aangepakt worden. Meestal wordt een cultuur genomen van de huidbacterie om te zien over welke bacterie het gaat en aan welke antibiotica de bacterie nog gevoelig is.
Schimmeltherapie bestaat uit lotions en in erge gevallen tabletten. Deze tabletten moeten dan wel lange tijd gegeven worden (ongeveer 6 weken) omdat de schimmel anders makkelijk terug opflakkert.
Er zijn verschillende hormonen die, indien ze in te hoge of te lage mate aanwezig zijn, onder andere huidproblemen veroorzaken. Vanzelfsprekend zijn er tal van andere symptomen die zullen opvallen bij hormoonproblemen doch vaak zal de eigenaar eerst de huidproblemen opmerken.
In het beginstadium zal er bij elk hormoonprobleem overmatig haarverlies voorkomen.
*tekort aan vrouwelijke hormonen bij de gecastreerde kater.
Hoe onlogisch het voor de leek ook kan klinken : een kater produceert in de testikels een bepaalde hoeveelheid vrouwelijke hormonen, naast mannelijke. Bij castratie worden de teelballen in zijn geheel weggenomen. Sommige katers kunnen echter pas na een lange tijd huidproblemen krijgen door het wegvallen van die vrouwelijke hormonen. De oplossing is vrij makkelijk : toedienen van vrouwelijke hormonen in tabletvorm of via een injectie resulteert in een mooie huid. Het nadeel is dat sommige katers er zwaarlijvig van worden.
*hormoonproblemen bij de intacte reu
Sommige niet-gecastreerde reuen vertonen soms haaruitval t.h.v. de nek en rug. Dit is weerom een probleem i.v.m. hormoonprocutie in de testikels. Deze keer echter, zal de castratie de oplossing brengen voor het overmatig haarverlies.
*Een teveel of een tekort aan vrouwelijke hormonen bij respectievelijk niet-gecastreerde (niet-gesteriliseerde) teven en wel-gecastreerde. Zonder in detail te treden i.v.m. uitleg over het ingewikkelde hormonenspel, kan een teveel aan vrouwelijke hormonen of een tekort, overmatig haarverlies veroorzaken. Het haarverlies is symmetrisch en begint op de flanken. De oplossing ligt voor de hand : bij een tekort worden vrouwelijke hormonen toegediend via injecties of tabletten, bij een teveel wordt de teef gecastreerd, d.w.z. de eierstokken worden verwijderd.
*Ziekte van Cushing bij de hond
In dit geval is de bijnierschors te actief en produceert teveel hormonen (corticosteroidderivaten). Deze ziekte uit zich o.a. door overmatig haarverlies : de huid wordt dun en zacht, en de vacht wordt schraal. Uiteraard zijn er tal van andere symptomen, zoals veel drinken, veel plassen, veel eten, soms manken op de achterpoten, enz. De behandeling is niet zo makkelijk : eerst moet de bijnierschors inactief gemaakt worden met tabletten en daarna moeten levenslang substitutiehormonen toegediend worden, ook onder de vorm van tabletten.
*Schildklierproblemen bij de hond
Meestal gaat het over een schildklier die te weinig hormonen produceert ! Het dier verliest abnormaal veel haren op de rug en in de hals/nek. De haren zijn droog en breken makkelijk af. Andere symptomen zijn vetzucht en sloomheid.het dier zoekt warme plaatsen op om te slapen. De behandeling is makkelijk: schildklierhormonen worden in tabletvorm toegediend. Wel moet er geregeld bloedonderzoek gebeuren om de hoeveelheid schildklierhormonen in het bloed te controleren !
< VvD dierenkliniek >
|