Geoffroy kat (Leopardus Geoffroyi)
De geoffroy kat is een kleine kat die voorkomt in hoger gelegen open bossen en struikbegroeiing in Bolivia, Zuid-Brazilië, Argentinië, Paraguay, Uruguay en delen van Chili, zuidelijk tot in Vuurland. Hij is vernoemd naar de natuuronderzoeker Geoffroy St. Hilaire, die deze soort ontdekte.
Naaste verwanten zijn de ocelot, de margay, de nachtkat en de tijgerkat. Deze maken allen deel uit van het geslacht Leopardus. De geoffroy kat is een sterk bedreigde soort. De vraag naar zijn bijzonder mooie, sterk gevlekte vacht werd nog groter toen de jacht op andere gevlekte katachtigen strafbaar werd.
De geoffroy kat is een bosdier, maar ze mijden de dichtste delen van de jungle en hebben een voorkeur voor hooggelegen, droge landschappen, waar bomen en struiken voldoende dekking bieden. Ze leven tot op 3300 meter hoogte, hoger dan de meeste Zuid-Amerikaanse katachtigen. De kleur en tekening van de vacht verschilt naar het gebied waarin deze katten voorkomen. In het Noorden is de hoofdkleur fel okerkleurig en is het lichaam bedekt met vele kleine, ronde, zwarte vlekken. In het Zuiden is de hoofdkleur van de vacht zilvergrijs en de vlekken zijn tot kleine rozetten gerangschikt. Het is een handige en wendbare klimmer die de grootste deel van de tijd doorbrengt in bomen. Bij het klimmen maakt hij gebruik van zijn vlijmscherpe nagels. Het mannetje markeert het territorium door boomstammen en takken met urine te besproeien en zijn geurklieren tegen takken en twijgen aan te wrijven.
Mede door zijn lenige lichaamsbouw is de geoffroy kat een succesvolle jager. 's Nachts kruipt de kat geruisloos door de ondergroei en zoekt naar prooidieren zoals vogels, kleine zoogdieren en insecten. Het zijn hele goeie zwemmers en vangen als ze in de buurt van water leven soms zelfs vissen. Kleine katten die zoals de geoffroy kat vooral 's nachts actief zijn, gaan meestal in de ochend-en avondschemering op jacht. Anders dan bij de grote katten, die niet zelden prooien met een omvang tot een derde van hun lichaamsgewicht vangen en verslinden en dan voor een paar dagen genoeg te eten hebben, zijn de maaltijden van kleine katten minder omvangrijk. Daardoor moeten ze één of twee maal per dag een prooi zien te bemachtigen. De geoffroy kat bespeurt ieder geluid waarmee een potentieel slachtoffer zijn positie verraadt, wacht geduldig af en slaat op het juiste moment vanuit een hinderlaag toe. Als de kat zijn slachtoffer op de grond vasthoudt, doodt hij hem met een beet en eet het dier helemaal op.
Alleen in de paartijd komt deze solitair levende kat soortgenoten tegen. Het vrouwtje geeft haar paringsbereidheid aan met bepaalde geurstoffen. Vervolgens reageert ze afwijzend en bepaalt tenslotte het moment van de paring zelf. Na de paring verjaagt ze de partner direct. Vlak voordat ze haar jongen werpt, komt het vrouwtje uit de bomen en maakt een nest in het struikgewas tussen de rotsen. De worp bestaat uit één tot drie jongen. Zij zijn bij de geboorte blind en volkomen van hun moeder afhankelijk. De moeder verdedigt ze fel. Niet in de laatste plaats tegen volwassen soortgenoten die de jongen zouden doden en opeten. Als de jongen hun ogen geopend hebben en ze stevig op hun poten staan, leert de moeder ze jagen. Na enkele maanden gaat het gezin uiteen.
Voor het maken van een bontmantel van gemiddelde lengte zijn ongeveer 25 geoffroy kattenpelzen nodig. Weliswaar is de handel op dit moment verboden, maar de illegale jacht gaat gewoon door. STOP DE HANDEL IN BONT!!!!!
Tekst en foto's: Babette de Jonge Website: www.wildcatsmagazine.nl
Bron : Dierennieuws.nl
|