Waarom eten honden hun uitwerpselen op?
pdw
© PDW Pol De Wilde
Machteld Indesteege, Lore Desagher en Joris Lopez, Leuven
Troost u, dames en heer, u bent niet de enige bezitters van een ongemanierde hond. Dierenartsen krijgen voortdurend de vraag wat er te doen valt aan het storende gedrag en er bestaat zelfs een deftige wetenschappelijke naam voor het eten van (eigen of andermans) uitwerpselen: coprofagie, van het Griekse kopros (ontlasting) en phagein (eten).
Wie de term intikt bij Google moet eerst voorbij enige pagina's met kinky seks laveren om te achterhalen dat de consumptie van ontlasting in het dierenrijk bepaald geen zeldzaamheid is. Konijnen en cavia's doen het, schildpadden ook, mestkevers ontlenen er zelfs hun naam aan - het mannetje van deze insecten biedt zijn wijfje een bruidsschat aan in de vorm van exquise plakjes mest, meldt de Amerikaanse bioloog Ralph Lewin in zijn bestseller Merde .
Bij mensen is coprofagie ongebruikelijk, op de kinky seks na dan, al komt het soms voor onder mensen met psychiatrische aandoeningen, net als spica overigens (het eten van niet-eetbare voorwerpen zoals matrassen).
Doorgaans berokkent het eten van eigen uitwerpselen een dier geen schade. Konijnen, hamsters en andere dieren met een rudimentair verteringsapparaat halen zelfs voordelen uit zo'n tweede rondje van hun voedsel doorheen het spijsverteringsstelsel. Wat de darmen er een eerste keer niet aan voedingsstoffen uit puren, lukt een tweede keer vaak wel. Ook dieren die de uitwerpselen van onverwante diersoorten eten, zitten redelijk safe: zo halen sommige schildpadden calcium en andere mineralen die ze niet in hun voedsel vinden, uit de uitwerpselen van vogels, honden of paarden, schijnbaar zonder daar nadelen van te ondervinden.
Anders ligt het bij honden die de uitwerpselen van hun soortgenoten of van verwante diersoorten eten, schrijven Erik Hofmeister, Melinda Cumming en Cheryl Dhein in het Journal of Veterinary Research. Die kunnen immers virussen en bacteriën bevatten waar ze zelf ook vatbaar voor zijn. Een hond kan zo hepatitis of voedselvergiftiging oplopen. En als hij de uitwerpselen van wilde dieren zoals herten of reeën eet, kan hij besmet raken met wormen en andere parasieten. Ook kunnen uitwerpselen , als ze al te lang hebben 'gelegen', besmet zijn met vliegenlarven, schimmels of bacteriën.
Waarom honden uitwerpselen eten, behalve dan om hun baasjes voor schut te zetten, is niet duidelijk. Mogelijk imiteren pups er het gedrag van hun moeder mee, die tijdens de kraamtijd uitwerpselen eet om het nest schoon te houden en geen roofvijanden aan te trekken. Een andere veronderstelling is dat het om een vorm van onderdanig gedrag gaat. Honden zouden de uitwerpselen van dominantere dieren uit hun roedel eten, om hun onderwerping te tonen. In zeldzamer gevallen zou een stofwisselingsziekte aan de basis liggen van coprofagie: honden met een alvleesklierontsteking of een darmziekte zouden proberen op deze manier vitamine- en mineraaltekorten aan te vullen.
Diverse hondenscholen bieden trainingen aan om honden het gedrag weer af te leren, maar gemakkelijk is het niet. Ook veterinaire handboeken komen met meer of minder haalbare remedies, zoals booby trapping : daarbij moet de hondeneigenaar een verse drol overlangs doorsnijden en binnenin met tabasco instrijken. Weer dichtvouwen en terugleggen, en de vingers kruisen dat de hond het zo afleert.
Vragen aangaande de wetenschappelijke achtergrond van alledaagse fenomenen kunt u sturen naar De Standaard, Wetenschapswinkel, Gossetlaan 28, 1702 Groot-Bijgaarden, of naar wetenschap@standaard.be, onder vermelding van voornaam, naam en adres. De redactie maakt een selectie uit de inzendingen; niet geselecteerde vragen krijgen geen persoonlijk antwoord. Eerder verschenen afleveringen van deze rubriek vindt u op www.standaard.be/wetenschapswinkel
Hilde Van den Eynde
(De Standaard)
|