Dag iedereen,
Met de koudere temperaturen denkt men meer aan de diertjes in de vrije natuur en zorgt men voor voedsel voor hen, doch sommige zal u wel te zien krijgen in uw tuin maar komen die ook smullen.........
Het Winterkoninkje (Troglodytes troglodytes)
Als je een klein, roodachtig-bruin, parmantig vogeltje links en rechts doorheen het lage struikgewas ziet flitsen, dan mag je al vermoedens beginnen koesteren. Als je datzelfde kleine ding daarna ziet zitten met zijn kort staartje recht opgericht en je hoort een klaterende, prachtige en krachtige zang met veel trillers en rollers, dan mag je zeker zijn dat je te doen hebt met een Winterkoninkje.
Het is het tweedekleinste vogeltje in ons land (het Goudhaantje is het kleinste), maar niettegenstaande zijn geringe gestalte geeft het ongelooflijk van zijn paretten. Heel zijn lichaampje trilt en hij draait voortdurend met zijn kopje naar links en rechts om te zien of er ergens een wijfje opduikt dat hij kan verleiden.
Om contact te houden met zijn soortgenoten laat hij af en toe een soort geratel horen. Met dat geratel babbelt hij ook geregeld met zijn buren om de laatste nieuwtjes uit te wisselen.XML:NAMESPACE PREFIX = O />
Niettegenstaande zijn kleine gestalte en onopvallende kleuren is hij toch een echte Don Juan. Hij is een echte krak in de kunst van het verleiden.
Hij bouwt een aantal bolvormige nesten van dorre bladeren, mos, varens en grassen. De opening ligt opzij bovenaan. Liefst bouwt hij zijn verblijfplaatsen op een donker plaatsje tussen planten, oude takken op de grond, in boomstronken of ergens laag tegen de grond tussen wat rommel in de tuin. Als je een tuin hebt die netjes en zuiver is, zonder een beetje rommel, hoef je geen Winterkoninkje te verwachten. Zijn voorliefde voor donkere, verborgen plaatsen heeft hem ook zijn wetenschappelijke naam opgeleverd: Troglodytes. Dit betekent "holbewoner". Hij werkt de nesten niet volledig af, maar bouwt er wel verschillende binnen zijn territorium. Meestal vier tot zes, maar men heeft ook al waargenomen dat hij er een tiental bouwt. En dan maar zingen .
|
![winterkoning](http://www.noorderkempen.be/vogels/foto/winterkoning_zing.jpg) zingende Winterkoning |
Als er een vrouwtje komt kijken wie dat wel is die daar zo prachtig kan zingen, dan neemt hij haar fier mee langs de verschillende appartementen, zodat ze haar keuze kan maken. Het wijfje kiest er één uit en begint dan met de verdere afwerking. De binnenbekleding wordt aangebracht en ze maakt alles warm en zacht met kleine veertjes, pluisjes en haartjes. Het legsel bestaat gewoonlijk uit 5 tot 8 eieren met een witte ondergrond en met aan het stompe uiteinde rode tot bruinrode spikkels. Het wijfje begint met broeden nadat het 3de ei is gelegd. Meestal zijn de eieren na 16 tot 18 dagen uitgebroed. De jongen vliegen uit na 2 weken, maar als het voortdurend slecht weer is duurt het soms bijna 3 weken.
Maar, meneer lief is ondertussen al druk bezig met het versieren van een ander vriendinnetje. Als de eieren zijn gelegd, laat hij weerom zijn prachtig lied horen, verleidt hij een ander vrouwtje en installeert haar in een van de andere nesten. Het lukt hem dikwijls zijn harem, voor het eerste legsel, uit te breiden tot een drietal dames. Bovendien is het dan weer zo dat na het eerste broedsel er dikwijls nog een tweede en soms zelfs een derde volgt. Deze volgende broedsels zijn echter niet verwekt bij het wijfje van het eerste legsel, want die is ondertussen ingetrokken bij een buurman om daar een volgende legsel te beginnen! Vader Winterkoning voert echter wel de jongen die in al zijn nesten zijn uitgekomen. Dat hij daar een behoorlijke klus aan heeft hoeft geen betoog. Ondertussen blijft hij maar zingen! Als hij gezorgd heeft voor het laatste nageslacht van het seizoen brengt hij als geluid dan ook nog slechts een vermoeid "rrrrrrrrrrrrrrrrrrr" voort.
![winterkoning](http://www.noorderkempen.be/vogels/foto/winterkoning_rust.jpg) |
De nesten waarin niet wordt gebroed, zijn de "speelnesten ", waarin papa de nacht doorbrengt als mama broedt. Later, als de jongen zijn uitgevlogen, overnachten de kinderen ook mee in deze nesten. Men heeft ook al vastgesteld dat een Winterkoning een nest "afbrak" en het materiaal gebruikte om op een andere plaats een nieuw nest te bouwen.
Dat er zo stevig wordt gewerkt aan het nageslacht is noodzakelijk om de soort in stand te houden.
|
Warmte is noodzakelijk voor onze Winterkoningen. Zij houden echt niet van lage temperaturen, want na een koude nacht zingen zij 's morgens bijna niet. Ze moeten eerst voldoende zijn opgewarmd voor ze hun concert beginnen. Bij strenge winters komen ze met duizenden om. Om de verliezen een beetje in te dijken, zoeken ze 's avonds elkaars gezelschap op en kruipen ze 's nachts dicht tegen elkaar. Men heeft ooit een bol Winterkoninkjes waargenomen, zo groot als een voetbal. Nadat kopjes en staartjes geteld waren kwam men tot 61 vogeltjes.
Het fiere Winterkoninkje werd door onze voorouders beschouwd als een geluksbrenger . Wie zo'n geluksvogeltje slecht behandelde werd gestraft: de nestenrover die zijn eieren durfde stelen zou het slachtoffer worden van heksen en duivels. Wie een Winterkoninkje vermoordde zou zijn hand, waarmee hij het diertje doodde, nooit meer kunnen stilhouden: ze zou altijd blijven trillen. Bovendien zouden zijn koeien in het vervolg slechts bloederige melk geven. De Engelsen zeggen: "Cursed is the man who kills a robin or a wren." (Vervloekt is de man die een Roodborst of een Winterkoning doodt.)
Niettegenstaande dit spreekwoord, bestond in het begin van de 20ste eeuw, in sommige delen van Frankrijk en Engeland, de gewoonte om op tweede kerstdag een Winterkoninkje te vangen en te doden volgens een bepaald ritueel. Het werd vervolgens aan een lange stok gebonden en men ging er mee van huis tot huis. Men was overtuigd dat elk huis iets zou krijgen van de heilige krachten van het vogeltje. Na deze processie werden alle pluimpjes uitgetrokken, want ze werden beschouwd als een wondermiddel tegen onheil en ze beschermden zeevaarders tegen schipbreuk. Nadien werd het kadavertje plechtig begraven op het kerkhof.
Eeuwenlang hebben de mensen gedacht dat het Winterkoninkje beschikte over magische krachten . Het werd zelfs de "druïde-vogel" genoemd. De katholieke missionarissen wilden dit bijgeloof in de kersteningstijd grondig aanpakken en maakten er een traditie van om op christelijke feesten een vogeltje in het openbaar met veel ceremonieel te slachtofferen. Het was een symbolische uitroeiing van het heidendom.
Maar, hoeveel vogeltjes ze ook geofferd hebben, de volksmensen bleven het parmantige Winterkoninkje in hun hart dragen.
Bert Meynen ( http://www.noorderkempen.be/vogels/ )
|