Het roodborstje (Erithacus Rubecula)
Het roodborstje is met zijn opvallende kleur en zijn hitzwarte grote ogen een mooi en nieuwsgierig vogeltje. Hij is niet bang voor mensen en is daardoor ook de meest geliefde tuinvogel. Terwijl je in de tuin aan het klussen bent, houden ze je nauwlettend in het oog. In de winter is het in de meeste tuinen een welkome, bekende verschijning. De vogels die zich in de winter laten zien zijn meestal afkomstig uit Denemarken of de Scandinavische landen. In het najaar trekken deze dan naar onze regio en daar de bosdomeinen dan al ingenomen zijn door onze inheemse achtergebleven exemplaren zakken ze dan af naar onze tuinen.
De roodborst is met zijn 14 cm en 19 gram iets kleiner dan de huismus. Het mannetje en het vrouwtje zien er identiek uit. Ze hebben een lange dunne snavel, die onovertroffen is om insecten en spinnen te vangen in het eigen territorium waar geen soortgenoten worden geduld. Het roodborstje is zeer onverdraagzaam, zijn oranje borst wordt gebruikt als verdedigingsmiddel om eventuele indringers af te schrikken. Roodborstjes markeren de grenzen van hun ± 7000m² groot domein met een luid gezang. Die zang start met een aantal hoge tonen en eindigt met een parelend getjilp. Bij de zangvogels gaat het roodborstje in tegen de algemene regel en zijn het zowel de mannetjes als de vrouwtjes die zingen. Omdat er geen zichtbaar onderscheid is, worden ook vrouwtjes aanvallend onthaald tot hij zijn abuis inziet en onmiddellijk tot hofmakerij overschakelt. Hierbij brengt hij het vrouwtje lekkere hapjes waar zij met trillende vleugeltjes om bedelt. Bij de mannetjes wordt er bij een vechtpartij zeer hevig gevochten, soms tot de dood.
De vogel broedt tot twee keren vanaf april tot juli. De roodborstvrouwtje maakt een slordig diep nest op de grond dat bestaat uit gras, mos, wortels en bladeren. De nestplaats bevindt zich tussen hoge grassen, boomwortels, klimop, bodembedekkers of onder struiken. Het roodborstje durft zich ook al eens te nestelen in holle bomen, spleten, hagen,
maar dan wel dicht bij de grond. Spijtig genoeg worden ze net daardoor ook vaak leeg geroofd door katten, wezels, egels, ratten, kraaien en Vlaamse gaaien. In een nest worden vier tot zeven eieren gelegd. Het zijn witte eieren met roestbruine vlekken. Op dit legsel zal het vrouwtje twee weken broeden. In de broedperiode wordt zij door het mannetje gevoerd, soms wel drie keer per uur. De eerste drie weken worden de jongen door beide ouders onderhouden. Na deze periode kunnen de jongen al goed vliegen en hebben ze geen hulp meer nodig van de ouders. Jonge vogels bezitten een volledig gevlekt verenkleed, zonder oranje. Zo zijn ze beter gecammoufleerd en wekken ze geen agressie op bij het mannetje. In het najaar van het eerste levensjaar krijgt het jonge roodborstje zijn volwassen verenkleed. De lente daarop is het geslachtsrijp.
Het roodborstje is niet schuw en nieuwsgierig komt het dan ook al snel op de raamvoederplank af. Op de voederplank houden roodborstjes van zeer fijne zaden, meelwormen, brood- en beschuitkruimels.
Weetjes:
- Het roodborstje komt bijna in heel Europa voor net als op de Azoren, de Canarische Eilanden en in delen van Noord-Afrika. In het oosten tot in Centraal Rusland, Turkije en tot in Iran.
- Onze roodborsten zijn deels standvogel, deels trekvogel. Scandinavische roodborsten trekken door ons land en overwinteren deels in ons land terwijl onze roodborsten deels wegtrekken naar Frankrijk en Spanje.
- Het roodborstje heeft een inwendig kompas dat helpt bij het vinden van de route tijdens de trektochten.
- De Britse naam is robin, in het Frans spreekt men van rouge-gorge en in Duitsland is het mooie vogeltje gekend als rotkehlchen.
- Roodborstje was in Engeland de spotnaam voor de rood geüniformeerde postbodes. De vogeltjes zijn dan ook vaak te zien op kerstkaarten, omdat de 'post-roodborstjes' die rondbrengen.
- Orde van de zangvogels en familie van de lijsters
Vossaert Kurt
(tuinadvies.be)
|