De natuur blijft verrassen
Z'n 50 miljoen jaar geleden zag het zoogdierenleven er heel anders uit dan vandaag. - © Reporters
29/01/2008 10:00
Vier miljoen jaar geleden leefde er in het huidige Zuid-Amerika een soort cavia van bijna een ton zwaar, met de afmetingen van een goed uit de kluiten gewassen stier. Het beest is helaas uitgestorven. Meer dan 50 miljoen jaar geleden dook een klein hertachtig beestje regelmatig het water in om aan zijn belagers te ontsnappen. Zo lag het aan de basis van het ontstaan van walvissen, die vandaag het grootste dier dat de wereld ooit produceerde in hun rangen hebben: de blauwe vinvis.
De wereld is voortdurend in beweging, en ziet er nooit lange tijd hetzelfde uit, althans niet in een biologisch tijdskader. Tot niet zo geweldig lang geleden zaten in onze bossen grote monstervogels de kleine voorlopers van onze paarden achterna.
Vandaag is het ondenkbaar dat vogels op paarden zouden jagen.
Het algemene beeld van de evolutie van zoogdieren is dat ze 65 miljoen jaar geleden uit de schaduw van de dinosaurussen traden, toen de reuzenreptielen definitief van de kaart werden geveegd door een enorme komeetinslag. Kleine, weinig gespecialiseerde spitsmuisachtige mormels zouden de catastrofe overleefd hebben, en geleidelijk uitgegroeid zijn tot de veelheid aan zoogdieren die we nu kennen.
Maar dat beeld blijkt fout te zijn. Er duiken steeds meer fossiele aanwijzingen op dat zoogdieren al veel langer dan 65 miljoen jaar geleden een grote diversiteit kenden. Zo is er een fossiel beverachtig beest van een halve meter groot ontdekt, dat al 164 miljoen jaar geleden geleefd zou hebben. Net als een variant van het zwevend eekhoorntje dat we vandaag kennen. Beide soorten behoorden tot families die ondertussen uitgestorven zijn, maar ze illustreren wel dat zoogdieren al veel langer meegaan dan we geneigd waren te denken.
Hun speciale aanpassingen tonen ook aan dat de natuur regelmatig dezelfde opties uitprobeert als levensvorm, zoals onder water gaan en vliegen. De vleermuizen hebben het vliegen de laatste 50 miljoen jaar tot de perfectie uitgebouwd. Dat koppelden ze aan speciale ontwikkelingen in hun middenoor, zodat ze het nachtelijk luchtruim optimaal konden benutten. Zo zijn ze tot de succesvolste zoogdierenfamilies gaan behoren.
Dirk Draulans (Knack)
|