Zieke vijvervissen zijn een regelmatig voorkomend voorjaarsprobleem.
De watertemperatuur stijgt waardoor de activiteit van alle leven in het water toeneemt. Dus ook het aantal parasieten op en in de vissen. De uit zijn winterrust komende vis is niet in optimale conditie en meer vatbaar voor de zich snel vermeerderende parasieten, met als gevolg ziekte en sterfte. Op dit moment moet men ingrijpen. Dit gebeurt eerst en vooral door een doeltreffende analyse van de waterkwaliteit. Hierbij worden o.a. zuurtegraad, waterhardheid, nitraat, nitriet, enz
gemeten. Ook de vijverhuishouding wordt met de eigenaar besproken (waterverversing, beplanting, filtersysteem, voeding,...).
Daarna wordt overgegaan tot een klinisch onderzoek van de levende vis. Dode vissen zijn meestal lang verlaten door parasieten. Om grote vissen niet te kwetsen is een algemene verdoving vereist:
|
|
Het verdoven van de vis gebeurt best individueel. |
Het ontwaken gaat vrij snel. |
De verdoofde vis kan men dan voorzichtig uit het water nemen om afkrabsels voor microscopisch onderzoek te bekomen. Hierbij dragen we latex handschoenen om de gevoelige slijmhuid die de vis beschermt niet te kwetsen.
Ook het onderzoek van uitwerpselen kan bijdragen tot het vinden van de juiste diagnose. Soms echter is het noodzakelijk van een vis op te offeren voor lijkschouwing, waarbij we elk inwendig orgaan in detail kunnen onderzoeken.
Aan de hand van deze onderzoeken komen we tot een diagnose waarop we dan onze behandeling kunnen afstellen, ook rekening houdend met de gegevens verkregen uit de watertesten en het gesprek met de eigenaar.
Een behandeling gebeurt meestal algemeen. D.w.z. dat het ganse aquarium of de vijver worden behandeld en dit via het water of in quarantaine. Een behandeling via het voeder is soms mogelijk maar dan moeten de vissen uiteraard nog eten en dit is bij ernstig zieke vissen niet het geval. (De brem DA prakt)
|