Vliegend hert
Uit Wikipedia
Het vliegend hert (Lucanus cervus ) is het grootste inheemse insect uit de familie vliegende herten (Lucanidae) van de orde kevers (Coleoptera).
Beschrijving
De kleur van de dekschilden is diep roodbruin en glanzend, het borststuk en de zeer brede kop zijn zwart en iets ruwer. Mannetjes kunnen tot acht centimeter lang worden, waarvan een derde bestaat uit de enorme, eveneens roodbruine kaken, die vaak iets meer naar rood of zelfs paars neigen dan de schildkleur. De kaken kunnen echter niet bewegen, en dienen niet om mee te eten of predatoren aan te vallen, maar om te vechten met de concurrentie om een vrouwtje. De kaken van een vrouwtje zijn zwart en vele malen kleiner, maar omdat ze deze in tegenstelling tot het mannetje wel kan samentrekken, kan alleen het vrouwtje een wond toebrengen door te bijten. De larve is wit en heeft zes stompe, zachte oranje pootjes en een oranje kop. De larve lijkt enigszins op de larve van de meikever (Melolontha ) omdat het lichaam niet wordt gestrekt en een 'C'-vorm heeft, maar wordt veel groter.
Voorkomen en voedsel
Het vliegend hert komt voor in zuidelijk en centraal Europa , en leeft voornamelijk bij eikenbossen. Ook in Groot-Brittannië komt deze kever voor, hoewel erg zeldzaam. In sommige streken is de soort echter nog plaatselijk zeer algemeen. In Nederland is deze soort vrijwel uitgestorven, op enkele geïsoleerde gebieden na zoals in Gelderland en in Limburg en een klein deel van Overijssel . De reden is dat de larve uitsluitend van zacht rottend hout van voornamelijk de eik leeft. Lange tijd werden namelijk omgevallen boomstammen 'netjes opgeruimd'. Pas later besefte men dat het bos er wel schoner uitzag, maar dat het op grote schaal verdwijnen van rottend hout voor vele diersoorten funest is. Door omgevallen boomstammen nu te laten liggen hoopt men op meer waarnemingen van deze kever, die sinds lange tijd beschermd is. Behalve in bossen zijn er ook exemplaren aangetroffen in grote parken en zelfs in tuinen, als er maar rottend eikenhout is waar ze de eitjes in kunnen leggen.
Volwassen kevers voeden zich met suikerrijke goedjes als plantensappen en nectar van de beuk en de eik. Van vrouwtjes is beschreven dat ze de bast kunnen doorboren om bij het sap te komen. De mannetjes kunnen waarschijnlijk niet eten omdat de enorme kaken dat verhinderen. Vermoed wordt zelfs dat de kevers helemaal niet eten of enkel sporadisch druppels opnemen. Overigens zijn er wel meer insecten die eenmaal volwassen niet meer eten, zoals de haften of eendagsvliegen (orde Ephemeroptera).
Voortplanting en gedrag
Een volwassen vliegend hert leeft erg kort en de mannetjes zijn voornamelijk bezig een partner te zoeken. Om een vrouwtje te vinden vliegt het mannetje uit of loopt over boomstammen en als hij een vrouwtje tegenkomt maakt hij deze het hof, maar als het een mannetje betreft proberen ze elkaar in een gevecht om te duwen of naar beneden te laten vallen. Ze verwonden elkaar niet, maar een enkel mannetje blijft over en de concurrentie druipt uitgeput af. Vrouwtjes kunnen zachte klikgeluidjes maken waarvan niet precies bekend is waarvoor deze dienen, waarschijnlijk om mannetjes te lokken. Als er gevlogen wordt, maken de vleugels een zacht brommend geluid. Een vliegend hert is een traag dier en kan niet erg snel rennen, vliegen of opstijgen. Als ze benaderd worden door een mogelijke vijand blijven ze zelfs doodstil zitten. In combinatie met het mooie uiterlijk heeft dat ervoor gezorgd dat al veel mensen deze kever wel eens op een foto hebben gezien.
Ontwikkeling
Het voedsel van de larve bevat niet veel voedingsstoffen en een larve moet erg groot worden om te kunnen verpoppen. Daarom bepaalt de hoeveelheid voedsel sterk de lengte van het larvale stadium; bij optimale omstandigheden verpopt de larve al na drie jaar, bij slechtere omstandigheden tot wel zes jaar. Ook de lengte van het popstadium is enigszins veranderlijk en hangt af van omgevingsfactoren als temperatuur en vochtigheid. Een reeds verpopt vliegend hert overwintert in de popkamer om pas het volgende jaar te voorschijn te komen. In extreme gevallen leeft een kever wel vijf tot zes jaar als larve, terwijl een imago het hooguit enkele weken tot maanden uithoudt. Ook de grootte en kleur van het 'gewei' van een mannetje hangt af van hoe goed de larve het heeft gehad. Deze soort leeft als imago voornamelijk rond de maand juni.
Onlangs is ontdekt dat de larve een stridulatieorgaan heeft; net zoals bij cicades en sprinkhanen een orgaan bestaande uit twee verharde, vaak geribbelde delen. Deze worden langs elkaar gestreken met als doel een geluid te produceren dat in dit geval ongeveer een seconde duurt en soms enkele keren wordt herhaald. Waarschijnlijk dient het zachte, ratelachtige geluid om te communiceren, maar onduidelijk is waarom.
|