Voorkom het najagen van fietsers en joggers door uw hond.
Bij alle eigenschappen die honden bezitten, mogen we niet vergeten dat de hond van oudsher een jager is. Ondanks alle uiterlijke en ook innerlijke verschillen van ras tot ras, en hond tot hond, zit het jachtinstinct er bij praktisch elke hond nog steeds ingebakken. Dat instinct kan zeer nuttig zijn tijdens het jagen bijvoorbeeld, of tijdens het drijven van schapen, zoals we dat kennen bij de Border Collie.
Bij de dagelijkse omgang met onze honden wil het jachtinstinct echter ook nog wel eens de kop opsteken op momenten dat men daar niet zo gelukkig mee is : voorbijkomende bromfietsen, fietsers, ruiters en joggers, zijn voor sommige honden een geliefde 'prooi' om achter aan te jagen. Nog afgezien van de schrik en de ergernis, kan een dergelijke situatie maar al te gemakkelijk tot ongelukken leiden. En de schuld daarvoor is niet op de hond af te schuiven, want de eigenaar blijft altijd verantwoordelijk voor het doen en laten van zijn huisdier.
Daarom is het altijd nuttig om een goede famiale verzekering te nemen, die ook eventuele schade door de huishond dekt (lees goede de 'kleine lettertjes', want de éne familiale is de andere niet). Maar veel beter is natuurlijk om alle ongelukjes te vermijden en ervoor te zorgen dat de hond
niet achter autos, fietsers, etc
aan gaat !
Het voorkomen van deze ongewenste eigenschap rust op 2 pijlers :
1. Het aanleren van voldoende gehoorzaamheid om de hond onder alle omstandigheden (dus ook op momenten dat hij achter iets aan wil) onder controle te hebben.
2. Het zorgen voor een vervangende 'prooi'.
1. Gehoorzaamheid Bij het aanleren van de gehoorzaamheid kan voor dit doel de 'blijf' of 'af' oefening gebruikt worden. Bij 'blijf' wordt de hond geleerd ter plekke te wachten tot hij weer verder mag. Nog iets veiliger is het om de hond met het commando 'af' te leren, namelijk te gaan liggen tot hij weer (op commando van de baas en niet uit zichzelf) overeind mag komen.
Beide zaken worden gewoon thuis (waar dus geen afleiding is) aangeleerd. Eerst vlak bij de baas, zodat die kan ingrijpen als de hond het zelf beter denkt te weten. Daarna worden de oefeningen op enige afstand van de baas uitgevoerd. Voor alle duidelijkheid kan het uitgesproken commando vergezeld gaan met een welbepaald gebaar. Bijvoorbeeld : de hand recht omhoog gestoken naar voren toe voor het commando 'blijf' en de hand plat naar beneden naar de grond toe voor het commando 'af'.
Eens dat de hond deze zaken onder de knie heeft binnenshuis, moet de training verder gezet worden buitenshuis, waar veel afleiding is door geluiden, passanten en verkeer. Eerst aan een lange leiband, en pas als de hond werkelijk perfect luistert : los.
2. Een vervangende prooi Naast het aanleren van bovenstaande commandos kan men een vervangende 'prooi' introduceren, als afleidingsmanoeuvre, als er een jogger of een ander na te jagen persoon aankomt. Dit is zeker aan te raden bij honden die de smaak van het najagen al te pakken hebben en op dergelijke momenten oostindisch doof zijn voor het geroep van hun baas.
Weinig honden zullen de verleiding van een weggegooide bal kunnen weerstaan en als ze achter de bal aangaan, zullen ze geen oog hebben voor de jogger of fietser. Wen de hond eraan dat de bal op elk willekeurig moment (ook als er geen fietsers of joggers zijn) kan tevoorschijn komen om weg te gooien. Zo zal de hond tijdens de wandeling vooral met zijn aandacht bij de baas zijn en vanzelf minder letten op andere zaken.
Voorwaarde is wel dat de hond het balletje altijd terugbrengt naar de baas en er niet mee blijft rondlopen, want anders is de fascinatie van het balletje gauw verdwenen. Dit geldt niet alleen voor buiten, maar ook binnenshuis : het balletje moet fascinerend blijven ! Zodat op 'risicovolle momenten' (wanneer hij bijvoorbeeld een fiets of jogger nadert) het balletje kan tevoorschijn gehaald worden met veel vertoon : de bal is dan oneindig veel interessanter dan die fietser.
Gebruik liever geen stokken om te gooien : deze kunnen scherpe uiteinden hebben waaraan de hond zich kan verwonden, en splinteren ook snel, met alle gevolgen van dien. Een bal is trouwens ook makkelijker in een jaszak te stoppen. Neem wel een bal van een degelijk formaat zodat ie niet ingeslikt kan worden. Voor de meest gangbare honderassen voldoet een tennisbal of baseball-bal uitstekend. Grotere honden, grotere ballen !