|
bij zwakheid of lusteloosheid |
|
altijd wanneer het dier opeens een heel zieke indruk maakt. |
|
als uw huisdier zich duidelijk niet prettig voelt |
|
bij verlies van eetlust langer dan 24 uur |
|
bij diarree of braken langer dan 24 uur |
|
als het dier ongewoon veel drinkt |
|
als het dier vaker of meer plast dan normaal of als een zindelijk dier opeens in huis gaat plassen. |
|
wanneer uw dier zichtbaar pijn heeft en/of perst bij het plassen of de ontlasting, steeds kleine beetjes plast (eventueel met bloed) of abnormaal lang blijft zitten op de kattenbak of bij het uitlaten |
|
bij een hardnekkige hoest, abnormale ademhaling of |
|
heftige jeuk, steeds aan de oren blijven krabben of met het achterwerk over de grond schuurt |
|
als u rond of onder het verband een zwelling ontdekt, als het verband abnormaal ruikt of de huid eromheen verkleurt, als het verband verschuift of losraakt, |
|
bij kreupelheden, verlammingen of veranderingen in de manier van lopen of rennen |
|
als het dier in elkaar zakt of stuiptrekkingen heeft |