Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
17-04-2008
Kattenkrabziekte
Kattenkrabziekte
Ziekteverwekker Kattenkrabziekte wordt veroorzaakt door een bacterie: Bartonella henselae.
Besmettingsbron en wijze van overdracht Katten zijn drager van de Bartonella henselae-bacterie en kunnen hoge aantallen levende bacteriën in het bloed hebben zonder zichtbare ziekteverschijnselen. Uit onderzoek is gebleken dat 22% van de Nederlandse katten de bacterie in het bloed heeft en dat ongeveer de helft van de onderzochte katten antistoffen heeft tegen B. henselae. Dit betekent dat ze de bacterie een keer in hun leven in het bloed gehad hebben. Besmette katten kunnen de bacterie twee tot twaalf maanden nadat ze zelf besmet zijn, nog steeds verspreiden. Katten kunnen elkaar onderling via vlooien besmetten. Het is niet duidelijk of de mens ook via een vlo besmet kan worden. Wel is zeker dat de mens besmet wordt met B. henselae via een krab of een beet of contact met speeksel van een kat. De mate van besmettelijkheid is niet precies bekend. Contact met een kat met vlooien zorgt wel voor een verhoogde kans om de ziekte op te lopen. Vooral vrouwtjeskatten jonger dan 2 jaar kunnen de bacterie bij zich dragen. Kattenkrabziekte kan niet tussen mensen worden overgedragen. Ook teken dragen veelal de bacterie bij zich, maar er is niet bekend of er mensen besmet geraakt zijn via tekenbeten.
Ziekteverschijnselen bij de mens Kattenkrabziekte bij mensen met een goede weerstand is vaak een onschuldige, soms met koorts gepaard gaande ziekte, die meestal vanzelf overgaat. Het begint vaak met één of meerdere knobbeltjes (2-3 mm) op de huid in de buurt van de krab of beet. Dit worden al snel blaasjes met na enkele dagen een korstje erop. Hierna verdwijnen de plekjes weer. Soms heeft men dit niet eens gemerkt. Na ongeveer twee weken kunnen de lymfeklieren groot en pijnlijk worden (lymfeklierontsteking of lymfadenitis) Er kan zich in de lymfeklier een abces vormen. Wanneer men echter contact met speeksel of de beet of krab in het oog heeft opgelopen, kan er een fikse ontsteking van de slijmvliezen rond het oog optreden. Soms leidt dit tevens tot een ontsteking van de lymfeklier bij het oog, waardoor een abces kan ontstaan. Deze lymfeklierontsteking kan weken tot maanden aanhouden (gemiddeld 6 weken), maar verdwijnt uiteindelijk in het geheel spontaan. Bij 1/3 van de patiënten gaat de ziekte in de eerste dagen tot weken gepaard met koorts, hoofdpijn en algemeen ziek-zijn. Bij 2 % van de patiënten kan de ziekte leiden tot een hersenvliesontsteking, waarbij men een verlaagd bewustzijn of zelfs coma en stuipen kan krijgen. Bij mensen met een verminderde weerstand verloopt de ziekte vaak ernstiger. Hierbij vindt men in eerste instantie vaak knobbeltjes en bloedingen in de huid, lever en milt. Deze kunnen met koorts en algemeen ziek zijn gepaard gaan en soms zelfs tot de dood leiden.
Ziekteverschijnselen bij het dier Katten zijn in het algemeen symptoomloze dragers, dat betekent dat ze wel de bacterie bij zich dragen (en ook kunnen overbrengen), maar dat ze er zelf niet ziek van worden.
Verspreiding en frequentie De ziekte kan op elke leeftijd optreden, maar risicogroepen zijn kinderen en jongvolwassenen (mannen vaker dan vrouwen) met katten als huisdier. De meeste gevallen worden gemeld in herfst en winter. Dit hangt waarschijnlijk samen met meer contact met jonge katten in die periode. De bacterie komt wereldwijd voor. In Nederland weet men niet precies hoe vaak de ziekte optreedt, maar men schat minstens 300 tot 1000 gevallen per jaar. Dit is meer dan 2 per 100.000 inwoners per jaar.
Preventie Hygiëne na een beet of krab (wassen van de huid, wonddesinfectie en wondverzorging) is belangrijk. Verder is het goed om vlooien bij katten te bestrijden. Mensen met een verminderde weerstand kunnen beter niet met (jonge, speelse) katten omgaan.