| Virussen die schadelijk zijn voor het tandvlees Uw kat kan op om het even welke leeftijd besmet raken door een virus dat zich op haar mond en tandvlees zet. Het calicivirus , een van de
 stoffen die verantwoordelijk zijn voor coryza bij katten
 (ademhalingsaandoeningen), kan namelijk ook een tandvleesontsteking
 veroorzaken en zweren in de mondholte doen ontstaan. Als uw poes ook
 besmet is met een van de feline immunodeficiënte virussen (FIV of aids van
 katten en/of FeLV of feline leukose), zullen het calicivirus of sommige
 pathogene bacteriën van de verminderde weerstand van uw poes profiteren en
 aandoeningen veroorzaken in haar mond . Dat kan leiden tot een ontsteking van
 het tandvlees en van het mondslijmvlies die niet te wijten is aan
 tandsteen . In dat geval moet er bloed worden afgenomen om het FeLV of het FIV
 op te sporen. Het calicivirus is moeilijker te identificeren, want hiervoor moet een
 uitstrijkje van het mondslijmvlies onderzocht worden in het labo. De methode is
 duur en moet vaak verschillende keren herhaald worden voor het virus opgespoord kan
 worden. Ook de antivirale behandeling om het calicivirus in de mond te
 bestrijden is heel duur! U kunt al deze ongemakken vermijden door uw kat elk
 jaar te laten vaccineren tegen het calicivirus en het FeLV !
 
 
 
 
 Andere ziekten Ontstekingen van het mondslijmvlies bij katten kunnen ook het gevolg zijn van een nog maar weinig bekende auto-immuunziekte die zweren veroorzaakt
 (meestal op de lippen van de kat ). Deze zweren komen tot stand als gevolg van
 een abnormale activiteit van bepaalde witte bloedlichaampjes, de eosinofielen.
 Ook chronische nierinsufficiëntie kan leiden tot zweren in de mond . Deze
 ontstaan door het abnormaal hoge ureumgehalte in het lichaam dat bij deze ziekte
 optreedt. Cariës ten slotte komt zelden voor bij katten , maar er bestaat wel een
 ziekte die op sommige plaatsen leidt tot wegrotting van de tanden . In de
 aangetaste tanden ontstaan zo gaten. Over de precieze oorzaak van deze ziekte
 is nog maar weinig bekend, maar de voeding zou een rol kunnen spelen.
 
 
 13/03/2007 Anne Pensis, dierenarts
 
 
 
  
 
 
 |