Liefde gaat door de muilVis leert zijn soort herkennen in moeders bek
Visjes die zijn uitgebroed in de bek van een andere soort, kiezen later voor de 'verkeerde' partner. Hun seksuele voorkeur is dus aangeleerd, niet aangeboren. Dat zou wel eens een van de belangrijkste drijvende krachten kunnen zijn achter de explosieve soortvorming in de Afrikaanse meren, meent biologe Machteld Verzijden.
De meeste vissen laten hun kinderen aan hun lot over zodra de eieren uitgekomen of zelfs maar gelegd zijn, maar de honderden soorten cichliden in de grote Afrikaanse meren doen het anders. Aanstaande moeders dragen de eitjes drie à vier weken lang in hun bek rond en blijven ook daarna nog liefdevol voor de kleintjes zorgen. Dreigt er gevaar, dan schiet het kroost snel weer terug in mamas muil. Tot de kinders te groot worden, natuurlijk.
De Leidse biologe Machteld Verzijden deed een experiment waarbij ze de eitjes verwisselde van twee nauw verwante soorten muilbroedende cichliden. Waarom? Het ging ons om de partnerkeuze van de visjes die zo zijn opgegroeid. Kiezen de vrouwtjes later voor een mannetje van hun eigen soort, of liever voor de soort van hun gastmoeder? Oftewel: is de partnerkeuze vooral aangeboren of is hij aangeleerd? Die vraag houdt biologen al jaren bezig. Het antwoord staat deze week in het vakblad Biology Letters.
Het verwisselen van broedsels bij deze muilbroeders was nog nooit eerder gedaan, vertelt ze. Ik wist van tevoren ook niet of het zou lukken. Gelukkig accepteerde ongeveer de helft van de vrouwtjes de eitjes van een ander, nadat ik eerst hun eigen eitjes voorzichtig uit de mondholte had gedrukt. Ze ruilde de eieren van de soort Pundamilia pundamilia met die van Pundamilia nyereri, een soort die er sterk op lijkt en voor een deel op dezelfde plaatsen voorkomt.
De dieren werden in 2003 met hengels en netten gevangen bij het Tanzaniaanse eiland Makobe, in het Victoriameer. Ze kregen een enkele reis Leiden, waar ze sindsdien worden gekweekt op een dieet van gemalen garnalen en diepvrieserwten.
De twee Pundamilias zijn bijna identiek, maar ze verschillen wel duidelijk als het op de voortplanting aankomt, zegt Verzijden: De mannetjes van de ene soort zijn vooral blauw versierd, de andere rood. En we zien dat vrouwtjes aangetrokken worden door de kleur van hun eigen soort. Hoe feller, hoe beter. Dat houdt de strikte scheiding tussen deze twee soorten in stand. Totdat er een onderzoeker langskomt die de eieren verwisselt.
Volwassen vrouwtjesvissen die als ei de wisseltruc van Machteld Verzijden hadden ondergaan, vielen voornamelijk op mannetjes van hun pleegmoeders soort. Verzijden: Die voorkeur is dus eerder aangeleerd dan aangeboren. En dat is een heel nieuw inzicht. Tot nu toe ging vrijwel iedereen ervan uit dat het een kwestie van genen was. De cichliden hebben heel veel soorten gevormd in korte tijd, vertelt de biologe, en dit kan helpen verklaren waarom het zo snel is gegaan.
Een soort die zich in tweeën splitst, moet aan twee voorwaarden voldoen. Ten eerste moeten er twee herkenbare groepen ontstaan en ten tweede moeten dieren binnen zon groep een sterke voorkeur hebben voor een partner uit die eigen groep. Dan groeien ze steeds verder uit elkaar, tot het echt twee verschillende soorten zijn geworden. Het aangeleerde gedrag maakt splitsing van een soort een stuk gemakkelijker, doordat er vanzelf aan voorwaarde twee wordt voldaan zodra het met voorwaarde één goed zit.
Het is een elegante verklaring, maar er ligt nog wel een belangrijke vraag open: wat leren de visjes nu precies van hun pleegmoeder? Het is geen imitatiegedrag, want zorgende moeders doen niet aan paren. Verzijden: Het zou toch de kleur kunnen zijn waar ze op afgaan, aangezien vrouwtjes van de ene soort wel een klein beetje blauw zijn, en van de andere een pietsje rood. Maar ik denk zelf dat het eerder een kwestie van geur dan van kleur is. Waarschijnlijk krijgen ze in de bek ingeprent wat de geur van hun soort is en vinden ze een mannetje aantrekkelijker als hij net zo ruikt.
Maar dat zou natuurlijk wel raar zijn, want in troebel water vermengen de soorten spontaan omdat de vrouwtjes de mannenkleuren niet goed kunnen onderscheiden. Of het geur, kleur, of misschien toch iets anders is wat de jonge visjes ingeprent krijgen, blijft nog onduidelijk. En daar gaat Machteld Verzijden niets aan doen, want haar promotieonderzoek zit er bijna op. Misschien lost een andere onderzoeker dit raadsel op.
Elmar Veerman
(Noorderlicht Nieuws)
|