Vrouwelijke chimpansees vertonen de hebbelijkheid om tijdens het vrijen (soms) luidruchtig voor de groep duidelijk te maken waarmee ze bezig zijn.
Onderzoek naar dat gezucht en gekreun - vaker gekrijs - toont aan dat er heel wat sociale berekening aan de pas komt. Zo blijkt dat het wijfje in twee derden van de paarbeurten helemaal niet krijst. Dit ondermijnt de stelling - die tot dusver werd aangenomen - dat de wijfjes met hun gekrijs ook andere mannetjes willen aanzetten tot copuleren.
Bij chimpansees is het immers zo dat een wijfje met zoveel mogelijk mannetjes paart, om zoveel mogelijk vermeende vaders te hebben voor haar jong. Mannetjes malen er niet om een jong waarvan ze zeker weten dat het niet van hen is te doden.
Gang bang
De onderzoekers Simon Townsend, Tobias Deschner en Klaus Zuberbühler stelden vast dat een wijfje wel luidruchtig vrijt als ze met een hooggeplaatst mannetje bezig is. Vermoedelijk om andere hoge pieten te lokken en zoveel mogelijk bescherming voor haar jong te krijgen.
Ze doet ook zaad op bij lager geplaatste mannetjes - hoe meer concurrentie, hoe gezonder de nakomeling - maar dan is er geen gekrijs. Dat zou haar geen extra bescherming opleveren maar wel het risico dat andere wijfjes negatief reageren.
De zaak ligt nog complexer als ook de - bij vrouwelijke chimpansees uiterlijk zichtbare - vruchtbaarheid in acht wordt genomen. Je zou denken dat een wijfje krijst en zo veel mogelijk mannetjes wil, op de dag dat ze het meest vruchtbaar is. Maar dat is niet zo. Ze krijst altijd en verbergt dus de meest vruchtbare dag. Dit laat haar zelf toe om bijvoorbeeld bescherming en status te halen uit een één vrijpartij, en gegeerd genetisch materiaal uit een andere