Onderkoeling en bevriezing
Blootstelling aan extreme koude kan het gehele lichaam afkoelen. Die abnormale lage lichaamstemperatuur noemen we onderkoeling.
Als de temperatuur midden in het lichaam heel laag is, kan de hond zelfs sterven.
Honden raken niet snel onderkoeld, maar na een te lange zwempartij in steenkoud water, langdurig in de sneeuw liggen of blootgesteld worden aan ijzige wind en koude, kan het toch gebeuren. Zeker als uw hond geen dikke vacht heeft.
Honden met korte haren of weinig lichaamsvetten zijn gevoelig voor onderkoeling. Ook bij een shock of na verdoving kan het gebeuren.
Jonge pups in de eerste week van hun leven moet u in een kamer leggen met een kamertemperatuur hoger dan 24ºC om onderkoeling te voorkomen.
Onderkoeling ontwikkelt zich langzaam. Uw hond kan eerst rillen, maar nog normaal doen. Na het rillen volgt futloosheid en ten slotte zwakte en oppervlakkige ademhaling. Ook voelt hij koud aan.
De lichaamsuiteinden (oren, staart en bij reuen de balzak) hebben het minste bescherming en zijn dus het gevoeligst voor bevriezing.
Zowel onderkoeling als bevriezing kan heel gevaarlijk zijn en vereist altijd een controle door de dierenarts.
De volgende symptomen kunnen op onderkoeling duiden: rillen, verwarring, slaperigheid, uitputting, rectale temperatuur lager dan 37ºC, stuipen of coma, zeker bij een magere hond of bij een hond met een dunne vacht die werd blootgesteld aan kou, of bij een pup of een oudere hond die herstelt van een shock of verdoving.
Bij onderkoeling reageert het lichaam door het samentrekken van de kleine haarvaten in de huid, waardoor de huid i.p.v. roze wit wordt.
Wat kunt u doen? U kunt eerste hulp toedienen en daarna naar een dierenarts gaan.
Wrijf hem zo snel mogelijk droog/warm met een handdoek of met een kledingstuk van uzelf. Zo stimuleert u de bloedsomloop. Wikkel hem ergens in om hem warm te houden en neem zo snel mogelijk zijn temperatuur op. Is deze lager dan 37ºC, ga dan zo snel mogelijk naar een dierenarts of bel hem.
Is de temperatuur 37 graden, houd uw hond dan warm door hem in een warme deken te wikkelen (warm de deken op door het in de wasdroger te stoppen), hem tegen een kruik aan te leggen (warmwaterkruik of fles met warm water in een handdoek wikkelen) of hem in een warme ruimte te leggen. Leg hem niet bij de verwarming en voer vooral niet te snel of teveel warmte toe. Ook baden in warm water kan helpen, maar wees voorzichtig.
Als de hond weer bij bewustzijn is, geef hem dan iets warms te drinken.
Als de hond zich lijkt te herstellen, neem dan weer de temperatuur op. Voor honden is 38 - 39ºC normaal. Zodra de temperatuur boven 37,8ºC is, haalt u de kruik weg, maar laat u de hond in een warme ruimte. Vermijd oververhitting.
Duurt het herstellen te lang, ga dan binnen 12 uur naar uw dierenarts.
Er wordt me wel eens gevraagd of de honden tijdens de winter aangekleed moeten worden. De meeste rassen krijgen in de winter een isolerende vacht, maar rassen als de Boxer, Dobermann en Yorkshire Terriër krijgen die niet. Hun lichaam zou extra beschermd kunnen worden.
In extreme koude omstandigheden kunt u ze een jas of zelfs sokken aantrekken.
De volgende symptomen kunnen op bevriezing duiden: bleke of rode en gezwollen huid aan de uiteinden van de oren, pijn in de oren, staart of klauwen bij aanraking, de huid blijft koud en verschrompelt.
Wat kunt u doen? U kunt eerste hulp toedienen. Ga binnen 12 uur naar een dierenarts.
Als uw hond werd blootgesteld aan extreme koude, onderzoek dan z'n pootjes, oren en staart op bleke huid en andere symptomen van bevriezing. Masseer de bevroren lichaamsdelen met een warme handdoek. Wrijf of knijp niet te hard, want daardoor kunt u de huid beschadigen.
Warm bevroren lichaamsdelen verder op met lauw water. De huid wordt rood als ze ontdooit. Gebruik geen te warm water, want als bevroren delen te snel worden opgewarmd, kunnen ze pijn doen.
Als de huid donker wordt, breng de hond dan meteen naar de dierenarts of laat hem zo snel mogelijk komen want dan is het al TE LAAT!
|