AGRESSIE : DEFINITIE EN FUNCTIE
A Definitiexml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Agressie is een bedreiging of een fysieke inbreuk op de integriteit of de vrijheid van een ander individu.
Sommige vormen van agressie zijn normaal, andere zijn pathologisch. Beide vormen kunnen een gevaar zijn voor de omgeving, een gevaar dat moet ingeschat worden, door de mensen.
Het begrijpen van normale vormen van agressie is van belang bij het opvoeden van honden en mensen!
B Functie
Agressie is een communicatiemiddel, dus om een boodschap over te brengen aan de tegenpartij, zonder dat het noodzakelijk de bedoeling is deze lichamelijk te kwetsen.
Voor zover beide dieren elkaars signalen correct interpreteren volgt er geen gevecht, op voorwaarde dat beide dieren de boodschap aanvaarden. Zoniet ontstaat er wel een gevecht, dat op zijn beurt eindigt zonder veel bloedvergieten, op voorwaarde dat de boodschap bij de opponent nu wel wordt aanvaard.
Zoniet zal de aanval eindigen met de dood van de tegenpartij. Een hond die geen lichaamstaal kon lezen, noch de aanval correct heeft ingeschat, is niet op zijn plaats in een meute, met een sociale rangorde, waar communicatie een middel is om de relaties in de meute te begrijpen, en om gevechten tot een minimum te reduceren.
Bijten is dus een gedragselement, een element dat past in een gedragssysteem, vb bijten komt voor bij agressiegedrag spelgedrag prooivangen.
Agressie is dus een gedragssysteem, die bestaat uit verschillende gedragselementen, om via deze agressie een communicatieve boodschap tot stand te brengen naar de tegenpartij.
Voorbeelden:
- grommen (waarschuwen)
- haren recht (irritatie, opgewonden, angst)
- stijve kwispel (fixeren)
- harde blaf (waarschuwing dat aanval kan volgen)
- ontbloten van snij- en hoektanden (zelfzekere dreiging)
- volledig ontbloten van de tanden (stelt zich zwak op)
- lachen (ambivalent gedrag)
Dus:
Één element van één gedragssysteem (zijnde agressie) bevat twee verschillende boodschappen, die info verschaffen over de motivatie en de hiërarchische positie.
Ambivalent gedrag: lachen
2 gedragssystemen die simultaan uitgevoerd worden:
- tanden tonen (agressie)
- vriendelijke lichaamstaal (kwispelen, onderdanig)
C Patronen
Een agressiesequentie wordt ingedeeld in drie fazen:
1. Een intimidatie of een dreiging met als bedoeling het waarschuwen van de tegenpartij. Indien de andere hond deze dreiging niet correct beantwoordt (dit is zich onderwerpt, zijn actie stopt) volgt er een aanval. De aanvankelijk intimiterende hond kan op zijn beurt eveneens onder de indruk komen van nog meer overtuigende of bedreigende lichaamstaal van de opponent en kan besluiten te vluchten of onderwerpen.
De lichaamstaal die de hond tentoonstelt vertaalt dus de interne gevoelens. Dit geldt voor beide dieren en aan de hand van de verwachtingen wordt er besloten tot aanval of vlucht, of verstijfd blijven staan.
Deze fase is dus van zeer groot belang voor het overleven van beide dieren. Van lichamelijk letsel is er tot nu toe nog geen sprake. Het juist inschatten van de bedoelingen en vooral de capaciteiten van de opponent voorkomt zinloze en weinig productieve vechtpartijen.
2. De aanval komt er pas na duidelijke waarschuwingen. Dit geldt echter niet voor pathologische vormen van agressie. In de normale gevallen is de beet gecontroleerd en bestaat erin dat de opponent wordt genepen met de tanden, zonder te trekken of te scheuren. Deze beet laat enkel lichte blauwe plekken na.
In geval van vb pathologische agressie is de beet veel harder en doordringt de huid: verzorging is hierbij steeds nodig.
3. De kalmeringsfase. Deze fase van bedaren bestaat erin dat het dier terug komt tot een stabiele gemoedstoestand die hem in staat stelt over te gaan tot een ander gedragspatroon. Typisch voorbeeld is hierbij het likken van de hand van degene die gebeten wordt. Dit is geen uiting van verontschuldigingen doch een bevestiging voor de hond van het feit dat de beet gerechtvaardigd was en het juiste resultaat werd bekomen, namelijk winnen van het conflict, en krijgt via het likken een bevestiging van zijn hiërarchische positie .
D Dominantie en agressie
Agressie is geen synoniem van dominantie.
Wanneer men spreekt over dominantie in mensentaal denkt men aan overheersen, de baas spelen enz
Men spreekt beter over zich laten eerbiedigen, en dit uit respect voor de status binnen de roedel.
Dominantie is iets wat men krijgt, niet iets wat men neemt. Diegenen die de dominante hond respecteren gaan zich voegen naar hem en zijn uitstraling in acht nemen. Ze gaan pas trachten zijn bevoorrechte positie te ondermijnen indien zij van oordeel zijn zelfrespect af te dwingen. Om dit te bekomen wordt er gebruik gemaakt van agressie en dan voornamelijk van de eerste fase in de gedragssequentie. Indien de dominante hond oordeelt dat de bevoorrechte positie toekomt aan een ander dier dan hijzelf (zijzelf) zal hij zich onderwerpen en de dominante rol als het ware overdragen aan de ander.
Wanneer het dominant dier ondervindt dat de andere leden van de roedel (dus ook mensen) zich niet houden aan de regels, die een logisch gevolg zijn van het niet respecteren door de andere leden van de bevoorrechte positie van de dominante hond, zal er agressief gedrag vertoont worden.
Het is dus logisch dat dominante dieren regelmatiger agressief gedrag vertonen dan onderdanige dieren. Dit is echter een gevolg van het feit dat zijn roedelgenoten (meestal mensen) geen zicht hebben op de relatie die ze met hun hond hebben. Volgens de hond zijn de eigenaars niet consequent en eigenen ze zich dingen toe waar ze geen recht op hebben. Een agressiesequentie is hier dus gerechtvaardigd vanuit het standpunt van de hond.
Frequente agressie naar soortgenoten is eveneens dikwijls een gevolg van het niet respecteren door de mens van de hiërarchische positie van de hond. (vb straffen van de overheersende hond en beschermen van de verliezer).
Een dominant dier heeft in principe geen agressief gedrag nodig om zijn positie te bevestigen.
E . Communicatie hond à hond en hond à mens:
Een hond is een sociaal- en een roedeldier. Om die sociale rol waar te maken gebeurt de communicatie hoofdzakelijk non-verbaal, wat veel eigenaars van honden niet begrijpen.
Communicatie:
Mens à Hond: hoofdzakelijk verbaal en onbewust non-verbaal
Hond à Mens: hoofdzakelijk non-verbaal en veelal niet begrepen door mensen
Aandachtspunten van de non-verbale communicatie van de hond:
- slaapplaats: (bed, slaapkamer, zetel)
hond slaapt niet op zulke plaatsen: zoniet non-verbaal signaal van hoge hiërarchische positie, met alle gevolgen die eruit voort kunnen vloeien
- nemen van initiatief: hond neemt nooit initiatief in spel en in andere omstandigheden: zoniet signaal naar hond toe van zijn dominantie
- controle van de passage: hond slaapt in gang, voordeuropening
controleert binnen- en buitenkomen
- voeding: hond eet nooit vóór eigenaar en krijgt enkel per 15 minuten toegang tot voer
- seksueel gedrag: mag nooit getolereerd worden
- uitdagingen: in den beginne steeds terecht wijzen; worden deze regels niet gerespecteerd, dan ontvangt de hond signalen dat hij of zij dominant is, en waaruit in een challenge een agressie kan volgen.
F Soorten agressie
Er bestaan verschillende vormen van agressie. Van belang zijn o.a.
- de sequentie van gedragspatronen: intimideren aanvallen bedaren
- omstandigheden waarin ze voorkomen
- de psychologische en emotionele status van de hond
1 Hiërarchische competititie
Wanneer een hond het hiërarchisch voorrecht van een ander dier in twijfel trekt of een poging onderneemt om dit voorrecht te verkrijgen spreekt men van
competitieve of hiërarchische agressie
voorbeelden controle over voedsel
controle over ruimte
controle over een slaapplaats (bed, zetel, mand
)
controle over een sociale of seksuele partner
verloop van de agressie intimidatie
gecontroleerde aanval
kalmering
2 Verdediging
Een dier dat agressief gedrag vertoont in het kader van afweer of verdediging kan zijn oorzaak vinden in verschillende prikkels.
a. irritatieagressie
voorbeelden gevoel van frustratie vb loopse teef niet kunnen benaderen
honger of dorst geen toegang krijgen
pijn spuit van de arts
verloop intimidatie
gecontroleerde aanval
kalmering
b. angstagressie vorm van verdedigingsagressie
voorbeelden de hond bevindt zich op een plaats of in een situatie die beangstigend is en van waar hij of zij niet kan ontsnappen
vb angstige hond strak aan leiband: wil vluchten doch geen
alternatief
verloop verkorte fase van intimidatie
quasi directe aanval met harde en repetitieve beten
GEEN fase van kalmering
c. territoriale agressie
voorbeelden om te voorkomen dat een individu het territorium van de
GROEP betreedt
verloop normaal
d. maternale agressie
voorbeelden wanneer een zogende teef haar pups of substitutiepups
verdedigt (nerveuze lactatie)
verloop normaal
3 Jacht
Bij de jacht op een prooi vertoont de hond eveneens normale vormen van agressie.
Het doel is hierbij het vangen, vervolgens doden en soms ook het verdelgen van de prooi:
jachtagressie.
voorbeelden bewegende voorwerpen of levende wezens waar het dier niet
mee vertrouwd is jaagt ze achterna
vb snel bewegen is trigger om jachtgedrag uit te lokken
verloop typische jachtsequentie met harde beten
visueel besluipen jagen bijten (vasthouden) en dan doden
en verscheuren opeten
4 Hyperagressie
voorbeelden waarschuwingsfase weg: kalmeringsfase weg
verloop directe of quasi directe aanval met harde beten
via operante conditionering
5 Atypische agressie
verloop onvoorspelbaar uithalen met harde beten, ongecontroleerd
geen structuren in agressieve patronen
G Communicatie tussen honden
Signaal Omstandigheden van voorkomen
blaffen waarschuwing aandacht vragen
grommen waarschuwing proberen afstand te vergroten
janken puppy gedrag
huilen uitnodigen om sociaal contact angstsituatie
staart en oren omhoog waakzaam, klaar om te inter ageren
aanstaren uitdagend, zelfzeker, proberen afstand te vergroten
heel ziek niet bedreigd
afgerichte blik vrees, verliezen, wil niet uitdagen maar niet onderwerpend
tonen buik (ruglig) onderwerping relaxatie
staart opgeplooid
tegen buik vrees, onderdanig
staart opgeplooid
+ urineverlies erge vrees, onderdanig
grimas maken (lachen) onderdanig, uitnodigend
haar recht opgewonden met angst afstand vergrotend
haar recht nek of staart zelfzekere hond
stijve stand
(opgespannen ruggen
strekker) zelfzeker: intentie om te inter ageren (niet per definitie agressief)
staart hoger dan
horizontaal hoge status en zelfzeker
staart lager dan
horizontaal min zelfzeker, lagere status, onderwerping of angst
kwispelen bereidwillig om te participeren
|