Een vijfde reeks van nuttige weetjes over de hond. Wordt zeker vervolgd. Met dank aan het Huisdier Informatiepunt !!
41. In de ogen van uw hond meldt u hem regelmatig waar u bent, wanneer u hem vaak roept. Dat stelt hem gerust, hij kan dus onbezorgd zijn gang gaan, zonder bang te hoeven zijn u kwijt te raken. Dat u hem roept omdat hij moet komen, begrijpt hij niet. Eenmaal roepen moet genoeg zijn. Wanneer de hond dan niet reageert, loop dan weg. Dan zoekt hij u en niet omgekeerd! xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
42. Iedere hond heeft zijn persoonlijke ervaringen met mensen. Wanneer hij geleerd heeft dat grote mannen met een baard 'vals' zijn, kleine speelse kinderen 'vermoeiend' of vrouwen met een hoed 'bedreigend', dan zal hij misschien bijten. Leer vooral kinderen dat ze nooit op een hond moeten afrennen om hem te aaien, zonder dat de eigenaar het groene licht gegeven heeft.Trouwens, een slechte ervaring kan alleen slijten door veel goede ervaringen. Zorg voor een 'happy-end'.
43. Zeuren, blaffen, klieren of op een andere manier aandacht trekken, vroeg of laat lukt het en deelt de mens zijn 'buit' met hem. Het vervelen en zeuren schijnt er bij te horen en dat neemt hij dus maar voor lief. Dat hij het toch het langste uithoudt, weet hij al snel. Wanneer u niet wilt dat uw hond bedelt, laat u dan door niets vertederen. Zonodig sluit u de hond even op.
44. Wanneer twee honden samen aan het jagen zijn, is er geen enkele rivaliteit tussen hen. Zonder zich op elkaar af te stemmen verdelen ze het "werk". De prooi, ook al is het maar een bal, heeft weinig kans bij een aanval door zo'n minimeute. Pas wanneer de "vijand" veroverd is, ontwaakt de concurrentie weer. Dan willen ze namelijk allebei het beste deel ervan.Trouwens, bij het samen stropen laten honden zich direct door een ander ophitsen. Bij het verdelen wordt het spel bittere ernst.
45. In de auto krijgen heel veel honden het op hun zenuwen, maar er zijn er ook die het zo leuk vinden dat ze in iedere auto die open staat gaan zitten. Uiteraard kunt u de eerste soort niet meenemen op een lange autotocht. De liefhebber kunt u gerust meenemen op een lange reis met de auto, maar let er op dat het niet te warm voor hem wordt.
46. Aan het strand zijn honden niet geliefd vooral wanneer het om een strand gaat waar gezwommen wordt. Vaak zijn er wel afgelegen stukken strand waar geen mensen zwemmen, die uw hond de gelegenheid voor een verfrissend bad geven. Maar ook gebeurt het geregeld dat de gemeente waarin het zwemwater ligt, een verbod voor honden uitvaardigt. Daar moet u goed op letten, want juist in het zwemseizoen zijn er geregeld controles op pad en die geven forse boetes wanneer u betrapt wordt.
47. Ook kleine honden hebben veel beweging nodig! Honden zijn loopdieren, ook al zijn er rassen waarvan je dat niet zou zeggen, bijvoorbeeld de Mopsen. Maar ook die bewegen graag, misschien wel liever dan de bijbehorende baas. Wanneer een hond het niet leuk vindt om te gaan wandelen, is hij ziek of te dik en daarom traag. Natuurlijk kunnen sommige kleine honden niet echt snel lopen. Voor joggers en fietsers zijn grotere rassen geschikter. U doet hen zeker geen plezier door hen op te tillen en te dragen! Kleine Terriërs en Westies zijn uitstekende lopers en hebben veel uithoudingsvermogen als ze geregeld buiten komen.
48. Geef een kind geen eigen hond voor het twaalf jaar oud is, omdat het anders de verantwoording nog niet aankan. Ook op deze leeftijd moet u zich afvragen of uw kind eraan toe is en het nodige geduld kan opbrengen om een hond dagelijks te verzorgen, uit te laten, met hem te spelen, hem eten te geven en te kammen. Buiten dat moet u ook bereid zijn deze taken over te nemen wanneer uw kind, ondanks alle goede voornemens, het dier verwaarloost. Ook kan het gebeuren dat de hond bij u blijft hangen, wanneer uw kind na een paar jaar het huis uit gaat en de hond niet wil of kan meenemen.
49. De hondenneus ruikt ongeveer 7000 keer beter naarmate het geurmembraan groter en de lucht vochtiger is. Daarom houden veel honden hun neus in de wind. Daardoor wordt hun reukvermogen groter. (Daarom hoor je af en toe die kloekkloek geluiden) Nieuwe dingen in huis worden eerst besnuffeld en vervolgens ingedeeld in "eetbaar", "gevaarlijk" of "onbelangrijk". Plantengeuren zijn voor de meeste honden niet opwindend, maar de geur van potaarde verleidt hen er vaak toe om erin te graven.
50. De buik is het gevoeligste lichaamsdeel van de hond. De huid is nauwelijks behaard en daardoor kwetsbaar. Als een hond aan een soortgenoot, een ander dier of een mens zijn buik 'presenteert', geeft hij daarmee blijk van groot vertrouwen of onderworpenheid. Bij andere honden werkt dit deemoedgebaar remmend op het bijten. Een gevecht is bijna altijd beëindigd als één van beide kemphanen op zijn rug gaat liggen. Probeer nooit een vreemde hond op zijn buik te krabbelen. Hij zou het als een uitdaging opvatten en zich verdedigen. Als in de natuur een roedel wolven stuit op een andere wolf, wordt deze per definitie- afgemaakt! Geen ridderlijkheids-gedrag, geen medelijden! Denk daar eens aan als je met je eigen roedel door het bos loopt
.
(wordt vervolgd)
|