Gerbil tunnelgraver uit de woestijn
|
|
|
|
|
Gerbil tunnelgraver uit de woestijn
BRUSSEL - Geen papierversnipperaar in huis? Probeer eens een gerbil. Uren zijn ze zoet met enkele blaadjes papier waar ze hun tanden in mogen zetten. 'Als je er goed mee omgaat, krijg je gerbils vrij snel tam', zegt dierendokter Rob Lückerath. 'Gerbils worden ook wel eens woestijnratjes genoemd', zegt Rob Lückerath. 'Kleine diertjes die zich overdag ingraven in de grond en pas 's avonds naar buiten komen. De gerbils die we als huisdier houden, zijn van de Mongoolse soort. Aanvankelijk kon je ze alleen met een geelbruine vacht krijgen, maar intussen zijn er ook zwarte, grijze of zelfs witte gerbils te vinden.'
Omdat ze zich ingraven is het best dat je een glazen bak vult met potgrond of turfmolm. Dan kan je door het glas zien hoe de diertjes gangen graven en op zoek zijn naar zaden en insecten. Gerbils komen uit de woestijn en zijn dus snel tevreden. Ze hebben maar heel weinig water nodig. Maar het drinkbakje of de drinkfles moet je wel elke dag verversen. Af en toe een stukje fruit geven, geen citrusvruchten, is een ideale aanvulling op hun dieet.
In de natuur leven Gerbils in groep. Kom dus niet aandraven met één woestijnratje, neem er meteen twee. Een stel mannetjes heeft nogal snel de neiging om een robbertje te vechten, dames kunnen het beter met elkaar vinden. Een mannetje en een vrouwtje zullen zich vrij snel verdiepen in het liefdesspel en voor nageslacht zorgen. Gerbils kunnen tot zes nesten per jaar krijgen met telkens vier tot vijf jongen.
De speelkameraadjes hebben het niet alleen naar hun zin in een glazen bak, ze doen het ook prima in een kooi. Strooi wat houtschaafsel op de grond en let erop dat je geen houtwol gebruikt want daar kunnen de pootjes in vastkomen. Geef gerbils vooral veel knabbelvoer. Een versleten boek, een oude krant of een kartonnen doos worden prima gesmaakt. Zacht hout van fruitbomen is ideaal knabbelmateriaal.
Gerbils zijn niet alleen leuk om te zien spelen. Je kunt er zelf ook mee bezig zijn, liefst een aantal keren per dag voor een korte tijd. De woestijnratjes zijn relatief snel tam te krijgen. Als niet van kleins af met de dieren wordt gespeeld, is het een beetje moeilijker. Maak dan geen bruuske bewegingen als je in het hok komt, spreek zachtjes en laat ze op hun gemak wennen door hen kleine stukjes fruit te voeren.
'Denk er ook aan dat een gerbil behoorlijk bijziend is', zegt Rob Lückerath. 'Als je zo'n beestje op de tafel laat rondhossen, ziet hij niet altijd de rand en durft hij wel eens de dieperik in te duiken. Laat hem dus best rennen op de grond.'
Nog een gouden tip: neem nooit een gerbil bij de staart. De kans is groot dat je gewoon een stukje losse huid in je hand houdt en dat je lieveling er vandoor gaat.
( Het Nieuwsblad)
|