Soorten vlinders die je in de tuin kan waarnemen: (met helemaal onderaan een vlinderherkenneningsquiz)
Een tuin waar het lekker windstil is en waar dan nog eens vele vlinderplanten terug te vinden, vormen een echt vlinderparadijs. Als het dan ook nog eens voldoende warm is vliegen de vlinders in het rond dat je ze nog amper kan tellen. Voor de kinderen is al dat extra leven in de tuin een stimulans om buiten te spelen en de fladderaars te volgen.
Iedereen kent wel de citroenvlinder en het koolwitje. Maar eigenlijk zijn er verschillende soorten koolwitjes. Je hebt namelijk het groot koolwitje (Pieris brassicae), het klein koolwitje (Pieris rapae) en het geaderd koolwitje (Pieris napi). zie Koolwitjes: soorten, leefwijze en schade.
Hierbij een top tien van de meest voorkomende vlinders volgens een telling van natuurpunt eind juli:
Het meest gezien was het kleine koolwitje.
Het kleine koolwitje (Pieris rapae) Het kleine koolwitje heeft een vleugelspanwijdte van 45 - 58 mm en op de bovenkant van de voorvleugels een kleine driehoekige zwarte puntvlek, vanaf de onderkant van de vleugel is deze vlek eveneens zichtbaar. Het wijfje heeft twee zwarte vlekken bovenop elk van haar bovenvleugels, het mannetje heeft slechts één vlek. Het volwassen wijfje, dat overdag vrij actief is, kan wel honderden eitjes leggen op de onderkant van de gastheerbladeren, deze eitjes komen nooit in clusters voor, altijd afzonderlijk, dit in tegenstelling tot het grote koolwitje. De vlinder is meestal drie generaties actief: de eerste generatie is er vanaf begin april tot eind juni (met een piek in de maand mei), de tweede en de derde generatie is actief van eind juni tot eind september (met een piek tussen 10 juli en 20 augustus). In gunstige omstandigheden kan er zelfs een vierde generatie uitvliegen!
Het grote koolwitje is de tweede meest voorkomende dagvlinder.
Het grote koolwitje (Pieris brassicae) Dit koolwitje is groter (zoals de naam aangeeft) heeft een vleugelspanwijdte van 65 mm. De vlinders hebben op de bovenkant van de voorvleugel een zwarte randvlek die zich uitstrekt van de top tot over de helft van de vleugel. Vanaf de onderkant is deze randvlek eveneens zichtbaar, maar is de kleur eerder geelachtig grijs. Het wijfje heeft zowel op de bovenkant als op de onderkant van de voorvleugel twee duidelijke zwarte stippen. Bij het mannetje ontbreken deze stippen op de bovenkant. De eerste generatie is actief van eind april tot eind juni (met een piek tussen 10 en 31 mei), de tweede en derde generatie vliegen van eind juni tot eind september (met een piek tussen 10 juli en 20 augustus).
De atalanta met zijn prachtige rood, wit en zwarte kleurschakeringen zijn een lust voor het oog.
De Atalanta (Vanessa atalanta) of de admiraalsvlinder. Een vrij grote vlinder met een vleugelspanwijdte van 5-6 centimeter. In de lage landen komen er twee generaties per jaar voor. De waardplant voor de rupsen is de brandnetel. De hele zomer is de atalanta in de tuin aanwezig. Aangezien het een trekvlinder is vertrekken in de herfst een deel van de atalanta's naar het zuiden om dan in het voorjaar terug te keren.
De nummer vier in de top 10 der meest getelde dagvlinders eind juli is voor het bonte zandoogje Het bont zandoogje (Pararge aegeria tircis) met flets-gele vlekken. De vleugelspanwijdte is 32 tot 42 mm. De vlinder leeft bij voorkeur aan de rand van gemengde bossen en naaldbossen. Je kunt het bont zandoogje van april tot in september zien. Aangezien het de vijfde meest geziene vlinder was bij de vlindertelling van eind juli kunnen we zeggen dat het een algemene soort is die je van begin juli tot eind augustus kunt zien vliegen.
Het oranje zandoogje
Het oranje zandoogje (Pyronia tithonus). Het is een oranje vlinder met zwart oogjes en daarin nog een kleine witte stippen. Het oranje zandoogje kun je vanaf begin juli tot eind augustus zien vliegen.
De dagpauwoog
Dagpauwoog (Inachis io) vleugelwijdte van 45-65 mm. De ogen op de vleugels doen inderdaad denken aan de ogen van een pauwenveer. De 4 opvallende oogvlekken op de bovenkant van de vleugels, dienen echter om vijanden af te schrikken. Dagpauwogen zien we al vroeg in het voorjaar vanaf april en mei verschijnen en ook nog eens van juli tot en met september. In de winter trekt de dagpauwoog zich terug onder onder bladeren of tussen spleten en kieren van een tuinhuisje of zolder. Zodra de lente zich laat voelen, komt de dagpauwoog terug naar buiten.
De waardplant voor de rupsen van de dagpauwoog is de grote brandnetel. De zwarte rupsen zitten in grote groepen samen en vreten ganse groepen netels kaal.
Het bruin zandoogje
Het bruin zandoogje (Maniola jurtina)
Het bruin zandoogje is een vrij grote bruine vlinder met op elke voorvleugel één zwart oogje met witte punt. Het mannetje is alleen bruin en het vrouwtje heeft op de bovenkant van de vleugel een grote oranje vlek.
De vlinder vliegt in vanaf half juni tot eind augustus in heel Nederland en België. Hij vliegt ook nog als het een beetje regent. Als je één bruin zandoogje ziet, zie je er vast meer, want ze leven en vliegen vaak in groep.
Het boomblauwtje
Het boomblauwtje (Celastrina argiolus) is een klein blauw vlindertje. De spanwijdte van de vleugels bedraagt amper tussen de 26 en 32 millimeter. Het mannetje is volledig blauw. Het vrouwtje heeft zwarte randen langs haar blauwe vleugels. De onderkant van zijn vleugels zijn zilverwit met kleine zwarte stippen. Het boomblauwtje vliegt van half april tot begin juni en weer in juli en augustus. Hij overwintert als pop.
De gehakkelde aurelia
De gehakkelde aurelia (Polygonia c-album) 50 mm vleugelspanwijdte. Deze vlinder heeft opvallend gekartelde vleugelranden die dienen als camouflage als hij overwintert tussen dorre bladeren. Na de winterslaap paren de vlinders in maart en april, de volgende generaties zijn te zien vanaf juni tot oktober. Op de onderkant van de vleugel zit een witte c-vormige tekening.
De kleine vos sluit de top tien van de meest geziene vlinders af.
De kleine vos is gemakkelijk te herkennen aan de oranje-met-zwarte vleugels, met aan de rand blauwe halve maantjes. De eieren worden op brandnetelbladeren gelegd. De rupsen maken gezamenlijk een spinselnest. De kleine vos heeft 2 a 3 generaties per jaar en kun je zien vliegen vanaf april tot oktober. De kleine vos overwintert als vlinder onder bladeren of tussen houtstapels. Daar blijven ze de hele winter zitten. Zodra het in het voorjaar warm genoeg is, komt de kleine vos weer te voorschijn. Het is altijd één van de eerste vlinders die je ziet vliegen in het voorjaar. Ze gaan dan op een zonnig plekje zitten om op te warmen. Vooral in augustus zitten er soms veel vlinders van de kleine vos tegelijk op distels.
Dagpauwoog aan het opwarmen tegen een zonnige muur.
Vlinders zorgen voor dat extra beetje sfeer en leven in de tuin. Daarnaast zijn ze met hun mooie kleuren vaak ook nog een lust voor het oog. Wie meer vlinders in zijn tuin wil zien, kan best eens volgende lijstje met planten bekijken waarvan de bloemen druk door de kleurrijke fladderaars bezocht worden. Vlinders lokken in de tuin
Heb je ze allemaal goed bekeken en zijn ze gekend??? Dan kun je nu meedoen aan de vlinderherkenningsquiz.
Auteur: Vossaert Kurt
(tuinadvies.be)
|