Slim bekeken van de poes
Om een vogel te verschalken, moet je heel snel zijn. Om een muis te vangen, moet je engelengeduld hebben. Die lieve poes kan dus veel meer dan wij. Hoe doet ze het? 'Wanneer een kat op jacht gaat, heeft ze drie zintuigen nodig', legt dokter Rob Lückerath uit. 'Het gezicht, het gehoor, en de reuk. Dat laatste zintuig is uitermate belangrijk. De geurzin neemt bij een poes ongeveer 6 procent van de hersenen in beslag. Bij de mens is dat maar 0,3. Gelukkig gebruiken wij de rest om na te denken', lacht dokter Rob.
'De kat neemt trouwens op een mooie manier geuren waar. Normaal gebeurt dat via inademing, maar ze kan het ook via het uitademen. Ze kan een ontelbare hoeveelheid geuren waarnemen..'
'De ogen van de kat zijn naar voren gericht maar het gezichtsveld beslaat toch nog ongeveer 187 graden.De ooglens iss sterk beweeglijk, zodat de kat de snelle bewegingen van de prooi kan volgen. Om 's nachts te kunnen jagen, is het oog uitgerust met 200 miljoen lichtgevoelige staafjes. Ter vergelijking: de mens bezit er maar 120 miljoen. Het nachtzicht wordt nog verbeterd door het ongebruikte licht op het netvlies te weerkaatsen en nog eens naar dat netvlies terug te zenden.'
'Heel typisch is de verticale plaatsing van de pupil. Soms verschijnt ook een derde ooglid voor het oog. Dat is een zeer beweeglijk vlies dat de volledige oppervlakte van het hoornvlies kan bedekken met een beschermende vloeistof.'
'De kat kan maar twee kleuren waarnemen, rood en groen. Kleurwaarneming is afhankelijk van de fotoreceptoren (kegeltjes) op het netvlies: hoe meer verschillende soorten kegeltjes, hoe meer kleurnuances je kunt onderscheiden. De kat moet het dus vooral hebben van beweging: hoe meer een prooi zich beweegt, hoe beter ze die zal waarnemen.'
Oren draaien
'De oorschelpen van de kat zijn zeer beweeglijk, waardoor ze heel nauwkeurig de herkomst van een geluid kunnen bepalen. Bovendien kunnen de oren onafhankelijk van elkaar draaien. Net zoals het zicht is het gehoor sterk ontwikkeld. Daardoor kan de kat reeds geluiden met een lage intensiteit waarnemen, met een bereik dat drie keer zo groot is als dat van de mens. Ze horen vooral meer hoge tonen.'
'Een jagende kat kan heel goed sluipen. Een poes kan, in tegenstelling tot de hond, zijn/haar nagels intrekken en geruisloos een prooi besluipen. Een hond hoor je over het parket lopen, door het getik van zijn nageltjes over de houten vloer. Bij de kat hoor je helemaal niks.'
Roel Vandecasteele
|