Here we go again, verslag 3e dag van de recitals in de 'Henry Le Boeuf' zaal in Bozar in Brussel. Weeral een bewogen avond. Nog een lilliputter die the stage opkwam met dat indrukwekkende strijkinstrument, Oostenrijker Jeremias Fliedl, 23j. Bij het opgelegde werk heb ik al eens tijd om alles wat meer te bekijken, zoals houding, uitzicht enz. van de solist. In ieder geval had hij zijn lang haar strak naar achter gekamd, het zogenaamde louvrekapsel en in een keurig dotje gedraaid. Deze muzikant had een ongeloofelijke mimiek waar ik met verbazing naar keek. Of zijn gezichtsoefeningen het juiste verhaal vertelden of van de pijn van het spelen een uitdrukking was, weet ik niet. Verder vielen me de handen op. De vingers moeten in perfecte conditie zijn evenals de polsen, de armen en alles wat nodig is om die feilloos te doen werken. Zoals bij de meesten was er ook bij hem, na het opgelegde werk een 'oef, oef, oef, wir haben es geschafft' te zien en te horen. 1-2-3-4-5 zegde de dirigent en vertrokken was de cellist om de compositie van Robert Schumann, zijn vrij gekozen uit te voeren concert, te spelen. Wat anders viel er te horen bij de Koreaanse Hayoung Choi, 24 jaar. Dat frêle poppemieke speelde in een 'dress for succes' (een gouden lamé kleed), een concert van een, voor mij onbekende componist, Witold Lutoslawski (1913-1994). Zéér imponerend, omdat het ook nog eens met groot orkest, alle instrumenten, werd uitgevoerd. Ze etaleerde alle mogelijkheden waartoe de cello, als instrument, in staat was. Men noemde haar een virtuoze en wellicht is dat zo, maar dat "Concerto" van de Pool, moet ik niet meer horen. En zo gaan we naar dag vier al deze avond. Gelukkig is er de mogelijkheid om, al de programma's die ik, omwille van muziek moet missen, op te nemen. Dat is een reserve die ik kan gebruiken bij slecht weer of een avond van 'niets' op teevee. Veel meer heb ik op deze kuisdag niet te melden. Tot morgen
|