Zelf op een zonovergoten zondag zijn er de alledaagse karweitjes te doen. Te beginnen met persoonlijke hygiëne en opsmuk. Vroeger was het uit het bed springen, met een nat washandje alles eens verfrissen en klaar was kees. Nu vraagt dat al wat meer tijd en bezie ik het soms als een echte klus om deftig en proper voor de pinnen te komen. Niks is nog vanzelfsprekend en vraagt aandacht en tijd. Zelfs uit bed springen is er niet meer bij. Nu is het eerst voorzichtig de benen uit het bed laten zwieren en eventjes wachten tot de bloedstroom volop aan de gang is vooraleer op mijn voetjes en benen mijn volle gewicht te plaatsen. En zo ben ik al vlug wat tijd kwijt vooraleer ik met de hond buiten kan. Vandaar dat ik ook al eens een pyjamadag kan appreciëren, het bed nog altijd wel voorzichtig uitstappen maar voor de rest alles laten waaien zonder problemen. Het bed moet ook opgemaakt worden, eten moet ik klaar maken en ga zo maar door. Er is toch altijd wat te doen zonder dat het ooit als werk bestempeld wordt. Wie zou er nu nooit eens niks moeten doen? Als ik zo naga, denk ik alleen The Queen. Ze heeft voor het simpelste dat er moet gebeuren wel een personeelslid ter beschikking. Prive is misschien nog alleen het kleinste kamertje in dat gigantische paleis met op ieder hoekje wel iemand die haar op haar wenken bediend. Het was niet de bedoeling om daar mijn toegestane 500 woorden aan te spenderen maar soms verdringt al eens een gedachte de andere. Eigenlijk vond ik het belangrijk genoeg vandaag om nog eens Anne Frank (1929-1945) te vermelden. Op haar 13e verjaardag, luttele weken vooraleer zij en haar familie verdoken gingen leven, kreeg ze 'een dagboek' cadeau. Ze was gelukkig om al haar besognes en bezigheden te kunnen vermelden terwijl ze als tiener meer dan 2 jaar ondergedoken moest leven. En ondanks die verdoken jeugd had ze bijna dezelfde emoties als iedereen van 13, 14, 15 jaar. "Het Achterhuis", dat werd de titel toen het na de oorlog werd uitgegeven. Eerst nog gecensureerd door haar vader die de openhartigheid van zijn dochter over haar frivole momenten niet kon appreciëren. Ze was een kind met een volwassen inzicht over zichzelf en de wereld. Ze schreef: ondanks alles geloof ik in de innerlijke goedheid van de mensen. Maar ze schreef ook woorden die ik zelf kan zeggen: Ik weet dat ik kan schrijven. Een paar verhaaltjes zijn goed, m'n Achterhuisbeschrijvingen humoristisch, veel uit mijn dagboek spreekt, maar.....of ik werkelijk talent heb, dat staat nog te bezien!. Tot morgen
|