Ik sta dan wel bij de categorie dagboek/bedenkingen maar deze week is het meer 'journal' (zie 12/09) dan bedenkingen. Er zijn wel een paar grote rampen geweest in Marokko (aardbeving) en in Libië (watersnood) maar wat voor conclusies en bedenkingen kan ik daar over maken? Dat er door de plaats van de rampen een chaotische communicatie is, dat er geen verslaggeving kan komen en er geen hulpverlening onderweg is. Maar ook dat de hulp die de gewone mensen moeten krijgen veel afhangt van de heersers van het land. Een koning die te koppig is om veel buitenlandse hulp te vragen tenzij het afkomstig is van het Midden Oosten (met de oliedollars). En Libië dat een verdeeld land is sinds 2011 en waar twee rivaliserende overheden aanspraak maken op de macht: in het Westen is er in Tripoli een ander bevelhebber dan in het Oosten, Derna, waar de ramp plaatsgevonden heeft. Er is in dat land geen eensgezindheid om elkaar bij te staan, en geen vraag voor hulp aan het buitenland. Mijn gevolgtrekking is: een gewone mens heeft maar baat bij een eensgezind bestuur, een stabiele regering en een staatshoofd dat zijn bevolking wil steunen, helpen, en durft andere landen om bijstand te vragen. Wie gaat in beide landen de bevolking aan voedsel, onderdak helpen? Wie gaat om hygiënische redenen de doden bergen en begraven? Bij een bevolking die aan zijn lot overgelaten is, zal het lang duren vooraleer alles weer genormaliseerd is. Deze zomer zijn er al verschillende natuurfenomenen geweest die een enorme impact hadden op landen zoals Griekenland met verzengende hitte, bosbranden en storm met watersnood. Warmte heeft een alom bepalende weerfactor geweest in het zuiden van Europa. De Belgen hebben gelukkig een normale zomer gehad. Met in september een serieuze nazomer met ongekende temperaturen voor deze tijd van het jaar. En nu is het de laatste dag van l'été Indien. De temperatuur met 19°C is nog wel oké, maar het is buiten toch een grijze bedoening. Dat neemt niet weg dat alle ongewenste insecten aanwezig zijn om de mensen te ambeteren. Ik ben deze morgen al gebeten door een spin en dat doet verrekte zeer. Voor de rest beweeg ik me voort zoals een plank, of zoals mijn sterrenbeeld kreeft, stokstijf en schuin ga weg. Tot morgen
|