"Paddestoelen groeien op vochtige plaatsen. Daarom hebben ze ook de vorm van een regenscherm" schreef Alphonse Allais (1854-1906). Dat kan niet kloppen, dacht ik, het zal eerder omgekeerd zijn. Een reden om eens de paraplu van dichterbij te gaan bekijken, nu dat het zo'n onmisbaar attribuut geworden is in mijn leven. Eigenlijk in het leven van iedereen, moet ik zeggen. Zo'n 3500 jaar geleden, maakten de Egyptische en de volkeren van het Midden-Oosten al gebruik van de palmbladen, gebonden aan een stok, om zich te beschermen tegen de zon. Toen was er in die contreien ook geen sprake van regen als ik de geschiedenisboeken en de bijbel (tot aan Noe) mag geloven. Maar ongeveer tegelijkertijd, dus in 1100vC kenden de Chinezen al een waterdichte paraplu die bovendien opvouwbaar was. Ze hielden het truukje geheim. Zo kennen we trouwens de Chinezen. In Europa lieten de Europese vrouwen zich jarenlang inspireren door de Egyptische parasol. Dit hoofdbeschermende doek verdween na de val van het Romeinse rijk uit het straatbeeld, maar bleef wel bestaan in het Oosten. Maar mode wordt dikwijls gedicteerd door de hogere klasse en zo begon de Franse koning Louis XIII (1601-1643) in 1637 te paraderen met een paraplu: een exemplaar met een in olie gedrenkte doek, gespannen over 'baleinen'* en verbonden met een stok met handvat. Dat moest hem en zijn kleren beschermen tegen de Parijse regen. Waarschijnlijk was één van de hovelingen een Chinees tegengekomen die hem dit truukje leerde kennen. Industriële spionage zou dat nu genoemd worden. Enfin, sindsdien is dit gebruiksvoorwerp niet meer uit het straatbeeld te denken. Eerst was het een statussymbool door de bourgeoisie dames gebruikt als parasol om geen gekleurde teint te krijgen. Jean Marius ontwierp rond 1710 een plooibaar exemplaar en Jonas Hanway (1712-1786) zorgde er samen met de bolhoed ervoor dat ook de mannen dit als noodzakelijk accessoire gingen gebruiken. Parasol komt trouwens van het Italiaans, parare = weren en sole = zon. Het woord werd overgenomen in het Frans waar de termen 'paraplu' en 'parasol' wettelijk werden vastgelegd in 1760. Deze woorden werden gewoonweg overgenomen in het Nederlands tot we er regenschermen van maakten. Rond dit gebruiksvoorwerp is er ook veel bijgeloof ontstaan. De meest gangbare schrijf ik hier neer: 1) als een vrouw haar gevallen paraplu opraapt zou ze een oude vrijster worden, 2) een paraplu op een tafel of bed neerleggen zou de kwade geesten uitlokken om zich eronder te verschuilen, 3) maar het belangrijkste voor ons, de senioren, is: laat je paraplu niet vallen want dat zou leiden tot verlies van verstand en geheugen!. *Oorspronkelijk werden de baleinen van de baardwalvissen gebruikt. Niet alleen voor parasol/plu maar ook voor korsetten en hoepelrokken. Tot morgen
|