Gisteren was het prachtig weer en dan denkt een mens al vlug dat de koudere tijden achter de rug zijn. Deze morgen op stap zonder sjaal, muts en handschoenen. Dat was te doen tot ik op de dijk kwam en de koude zeelucht me de adem benam. Dat is het dus, één zwaluw maakt nog de lente niet! Maar met de jas wat steviger om me gewikkeld, de kap opgezet en de handen in de zakken kon ik toch de werkzaamheden op het strand aanschouwen. Niet alle tractors zijn op weg naar Brussel, Hasselt, de grensstreek of Oostduinkerke, er zijn er nog genoeg over om het strand te prepareren voor de vakantiegangers tijdens de krokusvakantie. De wind heeft lelijk huis gehouden en hier en daar voor wat kliffen op het strand gezorgd. Alles moet weer eens schoon gladjes gestreken worden, voor zolang het natuurlijk zo blijft liggen. Er wordt toch wat felle wind voorspeld, en zó lang zal het er toch niet plat uitzien. Ondertussen geniet ik toch maar van het alleen zijn, wat ik toch altijd wel prettig vind; een zee, een strand, een dijk dat er precies voor mij alleen bestaat. Dan maar spoorslags naar de kapper en daarna met de haren in de wind terug naar mijn hondje toe. Ondanks het spreekwoord dat iedere vrouw op deze dag haar pannenke warm maakt, ga ik toch geen pannenkoeken bakken. Ik heb er vandaaag geen zin in. Dat is dan voor een andere keer, ik hou dat mezelf wel tegoed. Meer bedenkingen heb ik niet vandaag en in de krant was het weer een herkauwen van het nieuws over de boeren, en de oorlogen her en der. Tot morgen
|