WIE ZIJN WIJ? Mijn vrouw en ik zijn twee “oudere” senioren met een jong hart, vier kinderen en dertien kleinkinderen. We zijn beiden lid van een tafeltennis- en een wandelclub, genieten van klassieke muziek en moderne kunst. Ik speel af en toe piano in een nostalgisch salonorkestje, lees en praat graag over het heelal en ben sterk geïnteresseerd in veel aspecten van de Nederlandse taal en verkeers(on)veiligheid. Verder ben ik sinds 1995 bestuurslid van een zogenaamd "OKRA-trefpunt", een lokale afdeling van de grootste seniorenbeweging in ons land Vrouwlief schildert en tekent niet alleen, maar is ook een creatieve kokkin, houdt van bloemen en onderhoudt de tuin, naait graag en maakte vroeger avontuurlijke exploratiereizen naar Nepal, India, Mongolië, Atlasgebergte, … (is daar op mijn aandringen in 2005 mee gestopt). Ze leest snel en veel en houdt van Franse films.
oma tussen haar verfjes, kwastjes, papier, doek, javel enz.
Sommigen noemen me een kommaneuker (muggenzifter). Of ik die bijnaam verdien, moeten mijn bezoekers maar beoordelen. Op dit blog wordt in elk geval niet geneukt, misschien wel geluld (voor het eerste bestaan andere wipsites, pardon, websites). Op dit blog schrijf ik zowel persoonlijke “dagboek-notities” als commentaren, ernstig of luchtig, op uiteenlopende onderwerpen. De afbeeldingen zijn – tenzij anders vermeld – meestal geschilderd of op computer getekend door mijn echtgenote, waarbij haar 12 jaar academie-opleiding en workshops goed van pas komen. Tot eind 2008 toonde ze haar creaties trouwens op een eigen blog: http://blog.seniorennet.be/computeroma maar ze ziet meer in één gezamenlijk blog voor ons beiden.
14-01-2007
Hier radio Raclette!
Wat hebben radio en de bekende Zwitsers raclettekaas met mekaar te maken? Eigenlijk niks, maar het gaat hier over mijn radio en mijn kaas, of beter: de twee toestellen, en die hebben sinds vorige maandag wel degelijk wat met elkaar te maken.
Luister. Mevrouw Kommaneukster (naar gelang van de sociale of familiale kringen ook wel Chris, Christiane of Cricri genoemd) ging mij en zichzelf nog eens gastronomisch verwennen met een raclette-maaltijd. Mijn medewerking bleef (voorlopig) beperkt tot het aansluiten van ons elektrisch raclettetoestel veel verder gaat mijn technisch kunnen trouwens niet
Het veel te korte snoer van het apparaat stelde me voor een dilemma: ofwel klungelen met een verlengsnoer, zorgend dat we daar niet over konden vallen, ofwel het toestel vlak bij een stopcontact nabij de keukentafel installeren. Ik koos voor dit laatste, met als bijkomend voordeel dat we tijdens onze schranspartij onze keukenradio (daar heb je m!) konden bedienen, die op hetzelfde stopcontact was aangesloten.
Racletteren met een lekker glaasje wijn voor mij en een sprankelende Spa Bruis voor Chris (ze houdt niet van wijn ), alles met op de achtergrond een stemmig radio-Klaramuziekje, dat beloofde een gezellige avond te worden! En dat werd het ook. Alleen toen het moment van de afwas was aangebroken en ik het intussen afgekoelde raclettetoestel wegnam, merkte ik tot mijn schrik dat sommige toetsen van de radio zware averij hadden opgelopen, blijkbaar als gevolg van te hete, dus ongewenste intimiteiten, pardon: contacten, tussen de twee toestellen: het kaastoestel had tegen de radio gestaan en twee knoppen doen smelten (klik op de foto!). Ze zaten muurvast met als gevolg dat de radio nu alleen nog vooruit kan zoeken naar een van de tien voorgeprogrammeerde stations; achteruit kan voortaan alleen nog via herhaalde aanslagen op de vooruit-toets. Ik heb dan ook besloten om voortaan niet meer naar radio Klara te luisteren terwijl ik raclettekaas eet, al heb ik een vaag vermoeden dat er ergens een meer logische conclusie moet zijn
TOE(kom)MAATJE De periode van de zogenaamde solden is weer volop bezig. Slenterend in een van onze Vlaamse Shopping Centra kon ik er moeilijk naast kijken. Overal zag ik hoe de seizoensoverschotten tegen opruimingsprijzen werden aangekondigd, meestal zelfs in een stuk of tien verschillende talen (Frans, Engels, Duits, Spaans, Italiaans enz. enz.), maar vreemd genoeg nooit in gewoon Nederlands Moeten we dan echt naar onze Noorderburen om gewone woorden als opruiming, uitverkoop e.d. tegen te komen?
Al jaren ergert Chris (alias mevrouw Kommaneuker) zich aan het feit dat mijn helft van ons lits-jumeaux verschrikkelijk piept bij de minste beweging die ik me veroorloof. Hoe voorzichtig ik me ook draai of keer, in- of uit mijn sponde stap, mijn bedhelft kraakt en piept dat het een lieve lust is. Zelf heb ik er hoegenaamd geen probleem mee en dus (!) was ik nooit vragende partij om het euvel te verhelpen (die egoïstische mannen toch, nietwaar?), maar mijn schat werd door het gepiep op de meest willekeurige momenten uit haar slaap gehouden.
Totdat zij het enkele dagen geleden zo kotsbeu werd dat ze eiste dat we er eindelijk iets aan zouden doen. Eerste poging tot oplossing: we verwisselden van slaaphelft, want misschien pasten ik en dat piepend bed gewoon niet bij elkaar. Het resultaat was weinig bemoedigend: hetzelfde bed bleef piepen; mijn enige troost was, dat het dus niet lag aan mijn bedgedrag
Volgende poging: de lattenbodems verwisselen, want misschien gaf dat soelaas. Het betekende wel een nogal zware en ingewikkelde verhuis, gelet op de afmetingen en het gewicht van de spullen en de beperkte bewegingsruimte in onze slaapkamer. Maar goed, na veel tillen, zakken, bloed zweet en tranen was de klus geklaard. We doken erin en wachtten gespannen af, en warempel: gedaan met piepen!! Tijdelijk toch, om precies te zijn: ongeveer vijf minuten Toen begon het opnieuw. Verd , dedj nonde milj Alle moeite voor noppes.
Dan maar mee leren leven, zou u denken. Ah neen hé, ge kent mijn vrouw nog niet zeker. s Anderendaags na de ochtendkoffie verdween ze zonder een woord te zeggen naar de slaapkamer, om amper vijf minuten later triomfantelijk terug te keren met een verslag over een definitief geslaagde vondst, ingegeven door een of andere Heilige Geest. Ze had bedacht dat het piepen misschien te wijten was aan het bedmeubel zelf. In de buurt van waar het gepiep vandaan leek te komen, had ze gezien dat twee onderdelen van het meubel zeer dicht tegen elkaar konden schuren. Ze wurmde een kaartje dubbelgevouwen tussen de twee stukken in (foto) en testte de reparatie uit met allerlei spectaculaire bewegingen (voor zover haar leeftijd die toeliet ): het piepen was (en bleef) gedaan!
Ik bleef sceptisch: ik vond immers dat de echte vuurproef nog moest komen, nl. een volledige normale nacht. En ja hoor, die verliep geheel pieploos! Of: hoe Kommaneukster een jarenlang aanslepend en onverklaarbaar gepiep in enkele seconden uit de wereld hielp met een simpel kartonnetje!
Met een knipoog naar de bekende surrealist René Magritte en zijn beroemde schilderij van een pijp die geen pijp was, zou ik dit pakkend verhaal willen besluiten met:Ceci nest pas une piep
TOE(kom)MAATJE. Uitspraak van topturner Paul Hamm tijdens een interview: Ik ben mijn ouders veel verschuldigd, vooral mijn moeder en mijn vader (GVA)
Honderden vakantiegangers zaten dagenlang vast omdat een van de motoren van hun vliegtuig volgens de touroperator zwaar beschadigd was door een konijn. Een van de grootste angsten van piloten is een ontmoeting met een of meer vogels die in de motor vliegen, maar een konijn??!! Zon beest kan misschien met moeite amper 10 cm hoog springen, maar vliegen? Mijn eerste reactie was dus: hoe komt die touroperator erbij om de mensen zulke nonsens wijs te maken?!!
Totdat ik de juiste toedracht vernam: de draaiende motoren van een vliegtuig hebben zon enorme zuigkracht dat losse voorwerpen (en dus ook dieren) op de landingsbaan gemakkelijk in de motoren gezogen kunnen worden. Dat er in dit geval wel degelijk fouten zijn gemaakt is duidelijk, maar dat van het konijn schijnt dus wel degelijk waar te zijn. Kortom: met dat konijn had ik dus beter niet gelachen
TOE(kom)MAATJE. Ik herinner mij de tijd in onze jeugd dat we regelmatig te biechten moesten gaan maar meestal geen originelere zonden wisten te bedenken dan ik heb van de suiker gesnoept of ik heb mijn zussen gepest. Mijn oudste zus kwam eens enthousiast thuis met de mededeling dat ze iets beters had gevonden: ik ben tekort gekomen in mijn plichten van staat. Ze voegde er aan toe: Ik heb geen flauw idee wat het betekent maar ik heb het ergens gevonden en vind het zon mooie zonde!!
Voor de VOLGENDE KOMMAheb ik ter afwisseling weer iets luchtigers in petto; het krijgt als er niks belangrijkers tussenkomt als titel: Help, mijn bed piept!!
EERST DIT : Wie mij wil e-mailen, kan dit doen via een klik op de knop « E-mail mij » (rechterkolom bovenaan)
En nu het traditionele Nieuwjaarsconcert dat u op 1 januari hebt kunnen volgen op radio of TV (of in de zaal in Wenen, maar daar zal u wel niet geweest zijn ). Ik heb ook dit jaar weer genoten (en hoop van u hetzelfde) van de zoetgevooisde klanken door de Wiener Philharmoniker. Hoewel mijn persoonlijke voorkeur eerder uitgaat naar wat « zwaardere » klassieke muziek, vind ik het toch ook wel eens leuk om heerlijk onderuitgezakt in een zetel de gezellige muziek van de familie Strauss en c.s. in mij te laten binnenstromen. Móet (ook) kunnen!
Prachtige zaal, schitterende beelden, een enthousiaste dirigent Zubin Meta en een zalig programma met talrijke humorvolle momenten (wie er nog aan mocht twijfelen, weet nu dat humor in de klassieke muziek wel degelijk bestaat!). En last but not least een fantastisch orkest van wereldniveau.
Toch een klein minpuntje in de marge: de Wiener Philharmoniker heeft blijkbaar nog altijd iets tegen vrouwen in het orkest, want het is niet omdat ze op zon 140 muzikanten ocharme 2 excuus-Truusen laten meespelen dat ze mij overtuigen dat ze niet meer aan seksistische discriminatie doen .Of moet je een kommaneuker zijn om daar over te vallen ?
TOE(kom)MAATJE Einstein kreeg geen Nobelprijs voor zijn relativiteitstheorie omdat het Nobelprijscomité die te theoretisch vond (uit: Lexicon van nutteloze feiten, uitg. Contact)
Begin deze maand werd mijn oud e-mailadres vervangen door een nieuw. Deze kluns vergat echter (hoe bestaat het!) om die wijziging op te nemen in de Instellingen van zijn blog. Stom stom stom natuurlijk, een ongelofelijke blunder die ik helaas aan niemand anders kan verwijten Nog stommer natuurlijk dat het tot vandaag geduurd heeft voordat ik mijn fout ontdekte. Ik had me al afgevraagd waarom ik via mijn blog plotseling geen e-mailreacties meer ontving. Ik verontschuldig me dan ook bij iedereen die mij deze maand via mijn blog heeft willen mailen en ik smeek die lieve bezoekers dan ook op mijn blote knieën (amai das koud) om mij hun bericht(en) nogmaals te zenden (klik naar keuze op kommaneuker onderaan dit bericht of op e-mail mij in de rechterkolom). ZORRY ZORRY ZORRY
Op de drempel van het nieuwe jaar wil u allen straks een plezierige oudejaarsavond toewensen, alsmede een voorspoedig en vooral gelukkig jaar 2007. En dat al uw goede voornemens gerealiseerd mogen worden; ik kreeg van iemand alvast een heel interessante suggestie: stel niet uit tot morgen wat ge vandaag door een ander kunt laten doen.
Ik denk dat er geen dag voorbijgaat of ik ontmoet lieve maar onbekende mensen, die mij met een klein gebaar een straaltje geluk bezorgen. Geluk is misschien een groot woord, en vermoedelijk beseffen die mensen het niet eens omdat het allemaal zo spontaan gebeurt, maar toch: t zijn de kleine dingen die het doen (titel van een liedje uit mijn jeugd).
Ik geef een paar voorbeelden: iemand houdt de klapdeur van het warenhuis voor me open; de caissière zegt vriendelijk dank u en wenst me een fijn weekend; een chauffeur die strikt genomen voorrang heeft maar ziet dat ik sta te wachten om in zijn file in te voegen, beduidt me dat ik mag ritsen (zijn opgeheven hand komt heel wat vriendelijker over dan een opgestoken middelvinger ); een dame met een overvol winkelwagentje aan de kassa ziet dat ik achter haar sta aan te schuiven met ocharme één artikel in mijn handen en geeft me spontaan voorrang (zo win ik tijd en voor haar maakt het geen verschil).
Zulke kleine gestes zijn aanstekelijk en een aansporing om in omgekeerde situaties precies hetzelfde te doen: het is immers een makkelijke en goedkope manier om van (vaak onbekende) medemensen een dankbare blik of handgebaar terug te krijgen. En natuurlijk overkomt het me wel eens dat iemand niet of onverschillig reageert, maar dan denk ik: och, een volgende keer misschien; in elk geval zal ik mijn toekomstig gedrag er niet door laten beïnvloeden: daarvoor beleef ik er teveel gelukkige momenten door.
TOE(kom)MAATJE. Copuleerapparaat? Het is af te raden condooms nabij een kopieerapparaat te bewaren. Dat produceert ozon, waardoor rubber sneller degradeert. (Lexicon van nutteloze feiten, uitg.Contact)
Het(on)juiste Woord Er zijn weinig onderwerpen die mij zo vaccineren als TAAL. Het is immers een idem waarmee je in allerlei situaties geconformeerd wordt. Of het nu gaat om een astronomisch feestmaal met antisjokken en bantoeharten, het snoeien van de coryfeeën in de tuin of erotische reizen naar vreemde incontinenten om op extrapolatie te gaan naar onbekende copulaties, altijd ontdek ik wel een nieuwe uitdraging om mijn taalkennis te verrijken.
De mogelijkheden zijn eigenlijk legio. Op elk gebit zijn er wel zaken die me kunnen transpireren. Magerzucht b.v. heet met een geleerder woord anerectia nervosa. En een dodenhuisje noem ik een moratorium. In een stoomstrijkijzer zit gedemoraliseerd water.
Zo kan ik nog uren doorgaan. Op de vernissage van een van haar schilderijen-posities kreeg mijn vrouw ooit een daverend applaus, een staande ovulatie zeg maar. Voor sommige inheemse volken zijn maniakwortels de voornaamste voedselbron. En vorige week (22 december) was het Wereld-Organismedag , hopelijk hebt u ervan kunnen genieten, al dan niet lybisch, homofoon, polyfiel, bisax of intiem verband; wat mij betreft: ik ga er in mijn analen zeker geen protest-verbaal van opmaken.
Na al de voorgaande nonsens wil ik besluiten met de legendarische uitroep waarmee wijlen Toon Hermans aan het slot van een van zijn kolderpraatjes een president schepte: WAT EEN FLAUWE KUL!!
Met vriendelijke groenten en beste wensen voor de komende veestdagen, uw aller Psychopâte: Feuillettée
TOE(kom)MAATJE toch nog even een paar losse grepen met vertaling - uit een taal (en waffere!), de WERELDtaal Aantwaarps van gotterligge: jaerbeezezjelaai (aardbeienjam) - Twalsiree (waterdicht linnen, toile cirée) - Ee-t-em dà gezee? - Wà weete-k-ik dornà van?
In de VOLGENDE KOMMA probeer ik weer min of meer normaal te doen; ik denk aan een column over kleine attenties
Spellingfanaten hebben zich weer kunnen uitleven en zelfs de jeugd heeft vorige week haar beste beentje mogen voorzetten bij het schrijven van moeilijke woorden. Dat Jeugddictee had ten minste nog het voordeel dat het in tegenstelling tot het Volwassenendictee van gisteravond uit min of meer gewone woorden bestond, al denk ik niet dat mijn kleinkinderen alle dagen woorden als cycloopoog gebruiken. De (Vlaamse) winnares van de Jeugdversie maakte maar één fout: ze vergat de h in cantharellen, Foei! (grapje, ik zou het ook niet geweten hebben).
En gisteravond was het dan de beurt aan de grote mensen. Tot twee jaar terug deed ik elk jaar mee en mijn resultaat was niet eens zo slecht: ik had meestal enkele fouten minder dan het gemiddelde van de deelnemers in Den Haag. Toch heb ik het steeds een zwaar overschatte poppenkast gevonden, die niks te maken heeft met taal, maar vooral met het kunnen schrijven van nutteloze woorden uit het Groene Boekje.
Dit jaar deed ik dus voor de tweede keer niet meer mee zodat ik mijn tijd aan leukere dingen kon besteden. Maar ik kon mijn nieuwsgierigheid dan toch weer niet bedwingen en zocht vanmorgen op Internet de tekst van gisteren. Mijn conclusie: ik zou dit jaar beslist slecht gescoord hebben, maar lig er beslist niet van wakker. Of ben ik nu een taalbarbaar omdat ik het woord caipirinha niet ken, laat staan dat ik het correct zou kunnen schrijven? Of omdat ik geen dobermannpincher heb die met zijn continu geblaf mijn beatjuggelen versjteert?Geloof het of niet, maar dat stond allemaal in het Dictee van gisteravond. Ik blijf me afvragen wat dat alles in vredesnaam te maken heeft met TAALkennis?!
Sorry mensen, dat ik me weer niet kan inhouden, maar ik vind TAAL nu eenmaal een veel te belangrijk item om het te reduceren tot de spelling van nutteloze woorden. À propos, ben ik nu echt een muggenziftende kommaneuker, of juist NIET?
TOE(kom)MAATJE. Over taal gesproken: liefde voor een taal sluit niet uit dat je er ook eens mee mag lachen. Onlangs publiceerde GVA een lijstje van (onbedoeld) grappige uitspraken van sportverslaggevers. Zo b.v. de volgende van een tenniscommentator: Een van de redenen waarom Andy zo goed speelt is dat zijn vrouw voor elke wedstrijd zijn ballen neemt en ze kust Oh nee, wat heb ik nù gezegd!?!
De vorige keer had ik min of meer aangekondigd dat ik vandaag een bloedernstige column of een ludiek woordspelletje zou plegen, maar de heilige geest liet me in de steek: geen inspiratie dus. Ik beperk me dan maar tot een onnozel stukje dagboek van afgelopen week.
Mijn dierbare echtgenote kan niet autorijden en trekt dan ook voor haar wekelijkse marktinkopen per fiets naar de markt, om een uur later als een kerstboom beladen thuis te komen: haar rugzak, haar fietstassen, het bagagemandje boven het stuur en de bagagedrager puilen uit met van alles en nog wat. Hoewel ze daar geen probleem van maakt, bood ik haar toch aan om eens samen (met de wagen) die boodschappen te doen. Nu moet ik er eerlijkheidshalve en met beschaamde kaken aan toevoegen dat het van mijnentwege geen overtuigde daad van plotseling opwellende echtelijke toewijding was, maar veel eerder een alibi om even achter het stuur te kunnen zitten van mijn gloednieuwe wagen.
Bon, ik rij met mijn nieuwe aanwinst de ondergrondse parking in. Om de slagbomen bij het binnenrijden te bedienen, moet ik, om een kaart uit de automaat te kunnen trekken, mijn raampje opendraaien maar ik vind geen bedieningshendel (zoals in mijn vorige wagen). Het duurt een tijdje voordat ik begrijp dat de ruiten elektrisch bediend worden via een viertal knopjes naast me in de deur. Intussen ben ik al behoorlijk zenuwachtig, want achter mij staat een volgende wagen al een tijdje te wachten. Op goed geluk duw ik op een van die toetsjes en warempel: het raam schuift omlaag en ik pak mijn kaart.
Ik vind onmiddellijk een plaats, mijn vrouw stapt uit en vraagt waarom IK niet uitstap. Welnu, intussen is een nieuw probleem opgedoken: op welke knop ik ook druk, mijn venster blijft open, nog erger: alle ramen staan nu open! Het lukt me niet om ze te sluiten, mijn vrouw vraagt opnieuw waarom dat zo moeilijk is en ik word steeds zenuwachtiger. Ik stuur haar alvast naar boven zodat ik zelf rustig (?!!) de handleiding kan raadplegen in de hoop daar de oplossing voor mijn probleem te vinden. Niet dus: wat daarin staat heb ik intussen immers zelf ook al ontdekt: de bedieningsknopjes voor de ramen zitten in de linkervoordeur.
Een lichte paniek overvalt me: ik kan de wagen moeilijk achterlaten met vier wagenwijd geopende ruiten en bovendien loopt mijn schat daarboven moederziel alleen te wachten tot ik haar kom helpen dragen. Maar het geheim MOET toch in diezelfde knopjes zitten, ik pruts nog wat en plotseling ontdek ik, bewust of onbewust, dat ik aan die knopjes moet trekken om ze weer te sluiten. Oef
TOE(kon)MAATJE. Iemand vroeg mij wat ik, als rechtgeaard Vlaming, vond van de beruchte nep-uitzending van de RTBF waarin beroepsjournalisten zich lieten misbruiken om de vooroordelen van heel wat Franstaligen over de Vlamingen nog eens lekker aan te wakkeren. Ik heb daar maar twee woorden voor: walgelijk en dom.
Eerst en vooral: dat lange woord (geentouwaanvastknoopbaarheidscoefficient), kennelijk bedoeld als taalgrap, komt niet van mij (was dat maar waar, ik ben jaloers op zon vondst), ik trof het aan in Taalpost en voelde wel dat ik het eens zou kunnen gebruiken, want er zijn tal van dingen waar ik inderdaad geen touw aan vast kan knopen, anders gezegd: het zijn zaken met een (voor mij!) zeer hoge (ik zal maar afkorten) gtavkbhcfcnt.
Neem nou de volgende informatie (?) over een computer die onlangs werd voorgesteld door een bekende warenhuisketen (die zich doorgaans vooral richt tot een niet-specialistisch publiek!): Multimedia home entertainment design center ( ) processor 620 2,8 GHz met 64-bits ondersteuning 800 MHz FSB, 2 MB L2-cache ( ) 1024 Mb DDR2 SDRAM één module, één opslaglocatie vrij 160 Gb harde schijf 7200 tpm, seriële ATA-interface S3 Graphics Unichrome PRO IGP ( ) uitbreidbaar via 8x AGP-kaartsleuf 8-in-1 USB 2.0-kaartlezer voor het lezen en beschrijven van alle gangbare Flash-kaarten enz. enz. enz. Ik bespaar u de rest. Het zal wel aan mij liggen maar ik kan er in elk geval geen touw aan vastknopen, dus voor mij is de gtavkbhcfcnt alvast extreem hoog.
TOE(kom)MAATJE. -VRT gaat drastisch bezuinigen op haar radioprogrammas. Ook KLARA ontkomt er niet aan (moet 27% inleveren volgens mijn krant). Als min of meer trouwe luisteraar van onze Klassieke Muziek-zender betreur ik dat. Maar misschien heeft dit nadeel ook zijn voordeel en wordt er voortaan wat minder geluld over tentoonstellingen e.d. en draaien ze wat meer .. muziek (naar het voorbeeld van Nederland-4 Klassiek b.v.).
Voor mijn VOLGENDE KOMMA (volgend weekend?) aarzel ik nog tussen een bloedernstige column of een ludiek woordspelletje.
Ruim een week geleden verscheen mijn vorige komma. Daarna vielen allerlei gebeurtenissen ongelukkig samen waardoor er geen tijd overbleef om voor een min of meer fatsoenlijke column te zorgen. Ik moe(s)t me afwisselend verdiepen in de handleiding van mijn nieuwe wagen en die van mijn nieuwe computer, en voor beide is dat tegenwoordig een hele boterham met al die snufjes.
En als je dan na een paar zwetend te hebben gezwoegd op een ingewikkeld stuk tekst, kom je tot de conclusie dat het gaat over een detail dat je waarschijnlijk nooit ofte nimmer zal gebruiken. Voor de installatie van mijn computer kon ik gelukkig een beroep doen op mijn zoon (nogmaals dank, Peter!) maar het toepassen zal ik toch zelf moeten leren en dat is nog niet zo vanzelfsprekend voor een onhandige computerkluns als ik. De stommiteiten die ik op die enkele dagen al gedaan heb (en die Peter dan weer moest corrigeren) zijn niet te tellen. Bovendien zorgde een verandering van mijn e-mailadres voor nog wat extra leut.
En tot overmaat van ramp mocht ik deze week mijn nieuwe auto afhalen (nou ja, ramp is niet helemaal het goeie woord natuurlijk) en dus: ook weer een (dikke) handleiding doorworstelen. Kortom: er bleef geen tijd meer over om ook nog eens iets te schrijven voor mijn blog. Vandaag dus: geen blog
TOEMAATJE. Wat iedere attente weggebruiker al lang had kunnen voorspellen, is nu ook door de verantwoordelijke deskundigen (?) toegegeven: veel ROTONDES zijn gevaarlijk voor fietsers.
De vorige komma over dit onderwerp heeft enkele leuke reacties opgeleverd, waarvoor dank. Ik kan er nog een klein anekdotetje aan toevoegen: mijn moeder ging er altijd trots op dat ze in de tientallen jaren als chauffeuse nooit in fout was geweest voor een ongeval en dat ze van de eerste keer geslaagd was voor haar rij-examen (in Nederland, waar dit al veel vroeger verplicht was dan hier), in tegenstelling tot mijn vader, die er twee keer over had gedaan (waarmee ze hem graag plaagde!).
Overigens gebiedt de eerlijkheid te zeggen dat wij (haar kinderen) de laatste jaren niet zo heel gerust meer waren in haar rijvaardigheid; we zeiden altijd (met enige overdrijving, toegegeven) dat ze nooit harder dan 70/u reed, maar ook nooit trager!! Vooral op kruispunten in de stad leek dat dus niet altijd even veilig. Maar misschien berustte onze ongerustheid eerder op vooroordelen want we reden zelden of nooit met haar mee.
Haar bonbon-rose toetoet bleek, evenals zijzelf, onverslijtbaar en jaar-in-jaar-uit raakte het vehikel (hiermee bedoel ik uiteraard de auto) zonder problemen door de technische controle, tot haar grote voldoening, al wist ze dat WIJ eigenlijk een beetje hoopten dat het ding eindelijk zou afgekeurd worden en dat ons mama zich te oud zou vinden om nog aan een nieuwe wagen te denken. In familiekring vroegen we ons al lachend af of we de ‘mannen van de schouwing’ niet zouden omkopen om de wagen eindelijk …. af te keuren.
Enkele weken voor mama’s overlijden (85) gebeurde dan toch wat vroeg of laat moest gebeuren: de wagen werd afgekeurd, en ons moeder begreep wel dat daar echt niemand voor was omgekocht! En aan iedereen die het horen wilde (ze had veel sociale contacten) zei ze, met gevoel voor humor: “Mijn AUTO is afgekeurd, IK niet hé!”
TOE(kom)MAATJE. “Als je goed Engels wil spreken / moet je talkpoeder eten…” (uit: ‘Zin in Onzin’, Peter Boshoef)
1) Het ‘verloren’ autootje van oma. Tot enkele weken voor haar plotse dood reed mijn moeder (85) nog per auto. Om het ding steeds gemakkelijk terug te kunnen vinden tussen een grote wirwar van wagens (op een grote parking b.v.) had ze gekozen voor een exclusieve, oogverblindende kleur: een soort bonbon-rose. Meestal werkte dat goed, tot op een dag dat ze al een kwartier tevergeefs naar haar snoepje-op-wielen had lopen zoeken en ten einde raad haar kleinzoon belde met de alarmerende mededeling ‘Marc, ik ben mijn auto kwijt!!’ Kom me helpen!, ik sta daar en daar’ Een kwartiertje later stond kleinzoonlief op de afgesproken plaats, keek eens goed rond en zei: ‘maar oma toch, ik zie hem van hier staan!!. Wat bleek? Oma keek slechts in één richting de straat in, zodanig overtuigd dat dàt de goede kant was, maar die goede kant was de verkeerde kant, de ‘verkeerde’ kant bleek dan de goede kant te zijn; kortom, de goede kant was goed, de verkeerde was verkeerd. Of omgekeerd. U kan niet meer volgen?, geeft niet, lamaarzitte, tisniebelangrijk.
2) Het Volkswagen-drama in Vorst laat me niet onberoerd. Ik ben zelf geen slachtoffer en voel me ook niet bevoegd of competent om me uit te spreken over wie evt. “schuld” heeft voor het drama, maar ik maakte me de volgende bedenking. Voor de duizenden getroffen werknemers en hun gezinnen is deze crisis uiteraard een traumatische ervaring. Hetzelfde geldt voor heel wat werknemers uit toeleveringsbedrijven, maar hun aantal is al iets kleiner en (DUS?) krijgen ze al iets minder publieke aandacht …). Wie het met nog minder aandacht moet doen, is de individuele huisvader die bij bedrijf(je) X op straat komt te staan, toch maakt hij eigenlijk hetzelfde mee, met dit verschil dat hij en zijn gezin hun leed helemaal alleen moeten verwerken, zonder publieke belangstelling, troost en hulp “à la V.W.Vorst”. Ik begrijp wel dat het in de praktijk nu eenmaal moeilijk anders kan, maar ergens voel ik die selectieve aandacht volgens het aantal getroffenen, toch als iets discriminerends …
3) De oproep “Meer blauw op straat a.u.b.!”, veronderstelt dat er toch al een ‘minimum’ aan blauw te zien is; welnu, in mijn stad, waar ik nu 37 jaar woon, zie ik zelden of nooit politie op straat. Zelfs mijn ‘wijkagent’ heb ik nog nooit gezien!! En dan maar euforisch doen over “het vertrouwde beeld van de agent in uw wijk”…--Soms doe ik ’s avonds wel eens een telling van het aantal fietsers zonder licht: meer dan de helft a.u.b.!!! -- Zou er soms verband bestaan tussen “geen blauw op straat” en “fietsen zonder licht”?….
TOE(kom)MAATJE. Hoe noemen ze in Zuid-Afrika een kameleon? Antwoord: een “Verkleurmannetji” (bron: elektronische Taalpost)
Voor de VOLGENDE KOMMA heb ik nog niks en bid tot de Heilige Geest om inspiratie…..
Het is niet mijn gewoonte om teksten van anderen letterlijk over te schrijven en als het dan toch eens gebeurt, zoals vandaag, doe ik dat met vermelding van mijn bron(nen), kwestie van eerlijkheid: ik wil niet pronken met andermans veren. Onlangs vond ik in mijn elektronische ‘Taalpost’, dat ik driemaal per week gratis ontvang via e-mail, een interessante (vind ik…) bijdrage over hoe je het voltooid deelwoord vormt van bepaalde samengestelde woorden. Hier gaat-ie:
“”Is het nu 'gelinedancet' of 'linegedancet'? Het is soms lastig te bepalen hoe het voltooid deelwoord luidt van werkwoorden die bestaan uit een zelfstandig naamwoord en een werkwoord: 'proefdraaien', 'vormgeven', 'beeldhouwen', 'bloemschikken', 'skateboarden', 'stofzuigen', 'parachutespringen'.
Een handige tip is om te kijken naar de ik-vorm. Als we het werkwoord in de ik-vorm 'uit elkaar trekken', zoals in 'ik draai proef' of 'ik geef vorm', dan komt 'ge-' in het midden van het voltooid deelwoord: 'Ik heb niet lang proefgedraaid', 'Zij heeft het boek vormgegeven.' Bij andere werkwoorden bestaat de ik-vorm uit het hele werkwoord zonder -en: 'ik stofzuig', 'ik skateboard' en ook 'ik linedance'. In dat geval begint het voltooid deelwoord met 'ge' en eindigt het op een t of d: 'gestofzuigd', 'geskateboard' en dus ook 'gelinedancet'. Nieuwere werkwoorden worden vaak op deze laatste manier vervoegd.
Soms voelen beide ik-vormen vreemd aan: 'ik bloemschik/schik bloem', 'ik spring parachute/ik parachutespring'. In dat geval gebruiken we bij voorkeur alleen het hele werkwoord. In plaats van een voltooid deelwoord als 'gebloemschikt' of 'parachutegesprongen' kiezen we dan liever voor een omschrijving: 'Ik doe aan bloemschikken', 'Zaterdag ben ik gaan parachutespringen'. “”(bron: Taalpost)
TOE(kom)MAATJE. “Sexappeal is voor de helft wat je hebt en voor de andere helft wat de mensen denken dat je hebt” (Sophia Loren).
In VOLGENDE KOMMA weer enkele losse flodders over het ‘verloren’ autootje van oma, het drama V.W.Vorst, (meer) blauw op straat en wie weet wat voor andere blabla nog meer…
Ik had vorige week het genoegen om samen met nog een drietal muzikale vrienden op te treden voor de bewoners van een RVT-instelling van het OCMW, bijna uitsluitend bestaande uit hoogbejaarde gasten/patiënten in rolstoelen. Ons publiek toonde zich superdankbaar en elk nummer dat we speelden werd onthaald op enthousiast applaus. Ons aangepast repertoire bestond dan ook vooral uit bekende melodieën die bij de mensen herinneringen opriepen uit hun jeugd, waaronder verschillende meezingers zoals J’attendrai, La vie en rose, de Blauwe Donau, De Lustige Weduwe enz enz.
De ‘tekst’ bleef soms (lang niet altijd!) beperkt tot lalalala, maar dat kon de feeststemming niet drukken: het was heerlijk en ontroerend om te zien hoe deze mensen deze nostalgische muzikale middag beleefden als een echte hoogtijdag. Ik liet me zelfs vertellen dat sommigen er al weken naar hadden uitgekeken.…
Wat ons ook opviel, was de inzet en toewijding van de personeelsleden. Ze gaven de oudjes spontaan lieve knuffels en deden regelmatig een ‘dansje’ (of wat daar op moest lijken natuurlijk…). Via lezersbrieven of anderszins lees of hoor ik wel eens kritiek op onvoldoende zorg of aandacht (b.v. door tijdgebrek) van rusthuispersoneel voor de hun toevertrouwde gasten of patiënten; welnu, in deze instelling heb ik daar alvast niks van gemerkt, integendeel. En die spontaneïteit van het personeel was duidelijk niet ‘gespeeld’ maar 100% echt. Ik vond het een hartverwarmende ervaring.
TOE(kom)MAATJE Eenmaal per maand maken wij met andere leden van de seniorenclub OKRA (ex-KBG) een dagwandeling van 20 à 25 km. in de natuur. Gids Jan is bekend (of ‘berucht’, naar gelang van de invalshoek…) om zijn voorliefde voor modderige parcours (‘hoe vetter hoe liever’). Tijdens een van die natte wandelingen zei Jan op zeker ogenblik: ‘we verlaten nu het breed geasfalteerd wandelpad en gaan de bossen in, daar wordt het ‘beter’… We wisten wat Jan daarmee bedoelde; gelukkig hadden we onze laarzen aan.
De VOLGENDE KOMMA gaat over de ‘beklemmende’ levensvraag of je nu 'gelinedancet' of 'linegedancet' moet zeggen.
Ik ben een vrij trouwe luisteraar van radio Klara maar erger me voortdurend aan haar onlangs plotseling ingevoerde rare gewoonte om haar publiek niet meer aan te spreken met U(w) maar met je, jij en jou(w). Toen ik daarover in april via e-mail uitleg vroeg aan VRT-taalraadsman Hendrickx, antwoordde hij dat het een “experiment” van Klara betrof om “dichter bij de luisteraars” te staan (???). Ik luister ook regelmatig naar de uitstekende Nederlandse tegenhanger van Klara, nl. “radio 4 klassiek”, wiens presentatoren door hun spontaan maar correct taalgebruik veel “dichter bij de luisteraars” staan dan Klara; het zou me niet verbazen als die Nederlanders het onnatuurlijk, geforceerd getutoyeer van bij ons als een zoveelste Belgenmop beschouwen. Dat ook bij Klara zelf niet iedereen gelukkig is met het opgelegde taalritueel, lees ik tussen de regels door in een mail die ik in april kreeg van presentatrice Sylvia Broeckaert (ik citeer): “… , dit is een afspraak die onlangs gemaakt is bij Klara. Wij zijn VERPLICHT om je jij en jou te gebruiken en niet langer u naar onze luisteraars toe. Ik volg dus alleen maar de richtlijnen op die door het Klarabeleid zijn uitgestippeld (…), het gaat zo ver dat ik zelfs op het matje geroepen wordt door mensen van het beleid als ik eens per ongeluk de u-vorm gebruik. Vriendelijke groet. Sylvia Broeckaert” . Een goed verstaander enz… (Dat overigens niet alleen Klara tegen die gebruikelijke taalconventies zondigt, weet iedereen die b.v. al eens bij IKEA gewinkeld heeft; en er zijn nog andere voorbeelden) Met enige zelfvoldoening las ik in GVA van 30.10 dat mijn mening over de kwestie gedeeld wordt door wetenschappelijke onderzoekers: trendwatchers Bekx en Konings stelden vast dat de meeste Vlamingen (ruim 61 %) hun buik vol hebben van door jan en alleman getutoyeerd te worden en in principe de beleefdheidsvorm ‘U(w)’ verkiezen in situaties die een zekere afstand veronderstellen, b.v. in de verhouding werkgever/werknemer, winkelier/klant, volwassene/kind, media t.o. publiek. Bij Klara negeren ze die realiteit echter en blijven ons hardnekkig be-jijen en –jouwen, alsof ze mij en u bij de voornaam kennen. Ik zal het niemand van mijn blogbezoekers kwalijk nemen als hij/zij behoort tot die 39 % voor wie de hele kwestie blijkbaar onbelangrijk is, maar ik wilde toch nog eens mijn hart luchten over de slechte manier waarop onze openbare omroep, als het over taal gaat, zijn voorbeeldfunctie vervult.
(Klara-)TOE(kom)MAATJE. Als het goed is, zeg ik het ook: gisteren 18.11 een heerlijke KLARAdag met de ‘klassieke top 75’: bijna onafgebroken genietbare klassieke muziek, met een minimum aan gebabbel tussendoor. Voor mij mag Klara zo’n soort ‘top 75’ wel 364 dagen per jaar uitzenden. Waarom geen 365 dagen? Nou ja, ik moet Klara toch toelaten één keer per jaar onafgebroken te ouwehoeren, ik wijk die dag dan wel even uit naar de concurrentie Radio 4 of Musique 3…
In mijn VOLGENDE KOMMA beschrijf ik een hartverwarmende ervaring die ik als amateur-pianist deze week mocht beleven in een RVT-instelling.
1) Ik ben al jaren lang niet-roker maar gun anderen van harte het ‘plezier’ (?) van hun rokertje, zolang ze mij maar niet dwingen om mee te roken. Als ik b.v. in een restaurant lekker zit te eten, vind ik het helemaal niet leuk als van een aanpalend tafeltje een walm van sigarettenrook me tegemoet komt. Ik zou die roker beleefd kunnen vragen of het hem/haar niet stoort dat ik eet terwijl hij/zij rookt; het omgekeerde zou natuurlijk logischer zijn maar dat heb ik helaas nog maar zelden meegemaakt. Integendeel, rokers verzinnen soms de gekste ‘argumenten’ om hun gedrag te verantwoorden; dat gaat van onterechte vergelijkingen met alcohol of drugs (???) tot: ‘niet-rokers zijn onverdraagzaam en moeten zich maar aanpassen’. De enige oplossing, spijtig genoeg, zoudan ook zijn: een rookverbod op plaatsen waar niet-rokers last zouden kunnen hebben van rokers. 2) De Jackpot van Euro-Millions is opgelopen tot 180 miljoen euro; de kans om die te winnen is 1 op 76 miljoen, of omgerekend: 0,000001315 %. Als ik dus een lot koop, ben ik bij voorbaat zeker (nou ja, voor 99,999998685%, dat ik naast de hoofdprijs grijp. 3) Twee “senioren”, elk 49 jaar oud, wonnen de door Plus Magazine georganiseerde wedstrijd voor de knapste …. 50-plussers. (GVA 13.11) 4) Mijn moeder zaliger ging altijd laat slapen en ze stond vroeg op; ze ‘argumenteerde’ dat al lachend als volgt: “de meeste mensen sterven in hun bed, dus blijf ik daar zo veel mogelijk uit”. Ze was 85 toen ze stierf. In haar zetel.
TOE(kom)MAATJE. Ik ben in principe een hartstochtelijk voorstander van Eén Europa, maar ben er tegelijk van overtuigd dat een Verenigd Europa helaas nog niet voor morgen is. Als ik zie dat de landen er niet eens in slagen om tamelijk eenvoudige zaken zoals verkeersregels of zelfs maar verkeerstekens min of meer uniform te maken (zelfs bij het overschrijden van de grens met Nederland vallen de ‘andere borden’ onmiddellijk op), wat kunnen we dan verwachten als echt gevoelige problemen aangepakt moeten worden?
Mijn VOLGENDE KOMMA gaat over de ergerlijke gewoonte van de VRT (e.a.) om het publiek te pas en te onpas aan te spreken met je en jij.
Elk jaar rond Allerheiligen brengen Chris en ik een bezoek aan het kerkhof van St.Mariaburg, waar haar ouders begraven liggen. Bij die gelegenheid passeren we ook telkens even langs haar ouderlijk huis, dat bijna 40 jaar geleden verkocht werd en waar ze sindsdien dan ook nooit meer een voet in heeft gezet. Althans niet letterlijk, want in haar dromen wandelde ze er nog regelmatig in rond. En elk jaar bekroop haar de goesting om aan te bellen en te vragen of ze eens BINNEN mocht komen om ter plekke herinneringen aan haar kindertijd op te halen. Maar de durf ontbrak (stel je voor: een wildvreemde oma wil zo maar even in je huis rondneuzen!) en dus bleef het steeds bij een jaarlijkse nostalgische mijmering ‘van op straat’. Tot vorige week! In de voortuin zagen we een bord van een woonbureau met het bericht dat het huis Te Koop stond. Het huis zelf was duidelijk niet (meer) bewoond maar in de tuin zagen we twee dames die in het huis geïnteresseerd leken. We spraken hen aan, stelden hen onmiddellijk gerust dat we geen ‘concurrent-kandidaat-kopers’ waren maar dat Chris de tekoopstelling als een unieke gelegenheid zag om na zo veel jaren nog eens binnen te kunnen rondwaren. De dames vonden het een erg grappig toeval, luisterden met veel interesse naar Chris’ verhaal, maar hadden geen sleutel en raadden ons aan contact te nemen met het woonbureau. Dezelfde dag nog belden we, legden eerlijk uit dat we geen kopers waren en waarom een bezoek ons toch interesseerde. Geen probleem, en zo stonden we deze week opnieuw voor het ouderlijk huis, samen met een vriendelijke vertegenwoordiger van het bureau, die blijkbaar niet op de hoogte was van de achtergrond van ons bezoek: toen hij zei ‘ik zal u rondleiden’, antwoordde Chris heel gevat ‘niet nodig meneer, IK zal U rondleiden, want ik denk echt dat ik de geschiedenis van dit huis beter ken dan U!!’ Hij vond het bijzonder grappig en luisterde met volle aandacht naar Chris’ uitleg over ‘dit was vroeger ook zo’ of ‘dat is helemaal veranderd’, aanschouwelijk geïllustreerd met vergeelde foto’s die ze vooraf uit het familiealbum had opgezocht. We namen afscheid en dankten de vertegenwoordiger voor zijn onbedoelde medewerking aan het verwezenlijken van een droom; op zijn beurt dankte hij ons want ook voor hem werd deze routine-job onverwacht een leuke unieke belevenis.
TOE(kom)MAATJE. Vanmorgen heb ik mijn schoonmoeder opgehangen... Haar portret hing al jaren in een kadertje boven ons bed maar was nu op de grond gedonderd, blijkbaar heb ik destijds toch een te zuinig nageltje gebruikt. Maar sinds vanochtend heb ik de zaak vakkundig hersteld en we hebben er alle vertrouwen in dat bonne-maman weer een hele tijd meekan.
Voor de VOLGENDE KOMMA heb ik nog geen onderwerp dat volumineus is om er een hele column aan te wijden; misschien wordt het dus nog eens een verzameling van ‘losse flodders’.
In een van haar vele reacties op mijn blogs (dank je, Bojako!) vraagt mijn ‘fan’ waarom ik toch zo geïnteresseerd ben in taal? Eigenlijk is mijn antwoord doodsimpel: omdat ik het een boeiend onderwerp vind, net zoals verkeers(on)veiligheid, muziek, tafeltennis, schilderkunst of sterrenkunde…. Mijn interesse voor taal (niet te verwarren met spelling, maar daarover dadelijk meer) is gegroeid toen ik besefte dat het gebruik van de juiste woorden en zinnen het middel bij uitstek is om ideeën en bedoelingen aan anderen mee te delen. Talen bestaan trouwens al zo lang er mensen op aarde rondlopen. Dit in tegenstelling tot spellingregels, die pas veel later op kunstmatige wijze gecreëerd zijn en dan nog lang niet in alle talen: er zijn talen zonder spelling. Daarom heb ik het altijd moeilijk als mensen denken dat ‘taal’ hetzelfde is als ‘spelling’: fout! Ik erger mij als ik zie hoe winnaars van het Groot Dictee steevast felicitaties krijgen voor hun zogenaamde ‘taalkennis’, terwijl ze alleen hebben bewezen dat ze b.v. przewalskipaard en soortgelijke nutteloze woorden uit het Groene Boekje correct konden spellen; maar zodra ze voor de microfoon een paar zinnen moeten zeggen, vallen ze door de mand met kanjers van echte taalfouten (verkeerde woorden, foute zinsconstructies enz.). Ze hebben zo veel energie gestoken in spelling dat er geen aandacht meer overbleef voor taal! Om misverstanden te voorkomen: ik pleit beslist niet – integendeel - voor een houding van ‘spel maar raak’, zoals ook in bepaalde sms- en chatmilieus helaas steeds populairder wordt, want dan zetten we de klok een à twee eeuwen terug, toen iedereen noodgedwongen zijn eigen spelling hanteerde met alle chaos van dien. Conclusie: ik probeer alledaagse woorden correct te spellen, geen dt-fouten te maken en woorden en zinsconstructies te gebruiken in hun algemeen geldende betekenis. Enkele tips voor wie in de materie geïnteresseerd is: in elke leeszaal van een goede bibliotheek ligt het prachtige tijdschrift Neerlandia, en u kunt zich (gratis!) abonneren op meermaals per week verschijnende elektronische taaltijdschriften, ga maar eens naar www.VRTtaal.net en/of www.taalpost.nl
TOE(kom)MAATJE – Als het waar is – ik heb geleerd voorzichtig te zijn met voorbarig te (ver)oordelen – als het waar is dat men zaterdag j.l., om een luxe-cruiseschip zonder tijdverlies een Duitse sluis te kunnen laten passeren, tien miljoen Europeanen zonder stroom heeft gezet, dan vind ik dat een toppunt van decadentie…
In de VOLGENDE KOMMA praat ik over een nostalgisch bezoek dat we deze week brachten aan het ouderlijk huis van Chris (mijn vrouw), waarin zij in haar dromen nog regelmatig rondwandelt maar al bijna veertig jaar nooit meer echt een voet heeft gezet.
Goedbedoelde maar nutteloze slogans, voortdurend worden we ermee bestookt. Stop zinloos geweld, stop verkeersagressie, stop criminaliteit, stop lawaai, stop vervuiling, stop hooliganisme, stop vul-maar-in! Het probleem is natuurlijk, dat precies diegenen voor wie die oproepen bedoeld zijn, er zich geen barst van aan zullen trekken; misschien voelen ze zich er misschien zelfs door uitgedaagd. Ik ben geen specialist ter zake, heb dus ook geen kant-en-klare oplossing maar volgens mij kan alleen een snellere en betere bestraffing van wangedrag een stap in de goede richting betekenen. Bovendien zouden de media hun sensatiezucht wat meer in moeten tomen en minder kolommen te wijden aan het wangedrag zelf (labiele geesten komen gemakkelijk op ideeën), maar juist meer aandacht besteden aan de straffen die kandidaat-zondaars riskeren (dat werkt hopelijk ontmoedigend en dus preventief). Een heel ander voorbeeld van nutteloze en dure slogans vinden we de laatste tijd op grote borden langs de wegen en op LIJN-bussen. Een ronduit infantiele ‘vondst’ zijn de overal opduikende mysterieuze volzinnen, die een normaal rijdende chauffeur onmogelijk in één keer kan lezen, laat staan begrijpen; daarbij komt nog dat een deel van de tekst meestal in bleke, kleine en in het (schemer)donker onzichtbare letters is uitgevoerd. De slogans zijn naar het schijnt ‘grappig’ bedoeld. Het is mij een raadsel wat er grappig is aan b.v. “U rijdt wild want: de jacht is open”en of een wegpiraat zich er wat van aan zal trekken, zeker als hij alleen maar “de jacht is open” heeft kunnen lezen. Deze week werd mijn aandacht voor het verkeer voor de zoveelste keer afgeleid door een levensgroot bord met de slogan “Uw opa was een piraat?”(wat er vóór stond, heb ik niet kunnen lezen). Even later was er weer een: “U wordt achtervolgd?” Wat is er in vredesnaam grappig aan zo’n (halve?) zin? Kortom, al die grote poppenkasten zijn niet alleen nutteloos, duur en totaal humorloos, maar door hun aandachtafleidende karakter ook nog eens gevaarlijk voor het verkeer. En dan te bedenken dat het een initiatief is van het BIVV (BelgischInstituut voor de Verkeers(on?)veiligheid), waarvoor u en ik als belastingbetaler moeten opdraaien. Wraakroepend vind ik het, of ben ik weer een kommaneuker die over kleinigheden valt?
TOE(kom)MAATJE –. Ik houd niet van die eeuwige lolbroeken voor wie het leven aaneen schijnt te hangen van toog-grappen en -grollen, doodmoe word ik ervan.Het tegenovergestelde is echter even erg: sommige mensen lijken wel voorstanders van een algemeen lachverbod … Een gezond evenwicht tussen ernst en luim, dat is mijn devies en mijn streven, tot ergernis van zowel lolbroeken als zwartkijkers.
VOLGENDE KOMMA: blogster Bojako heeft me gesuggereerd om in een volgende column eens uit te leggen waarom ik ‘zo geïnteresseerd ben in taal’. Op dat ‘bevel’ (grapje!) zal ik graag ingaan, want zelfs in mijn eigen familie bestaan over mijn taalbelangstelling nogal wat misverstanden!
GRAAG UW COMMENTAAR op mijn schrijfsels! Laat me vooral weten wanneer u het ergens mee oneens bent. Ik ben trouwens niet bang voor kritiek, integendeel: het kan me aanmoedigen om (beter) na te denken voordat ik iets schrijf. Ik krijg liever kritiek dan nietszeggende plaatjes of andere (goedbedoelde) “boodschappen” die niks met mijn blabla te maken hebben.
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek
De meeste afbeeldingen uiterst LINKS zijn FOTO'S van schilderijen (op papier, doek of andere materialen) die vrouwlief in haar schildersatelier gemaakt heeft. In deze RECHTERkolom staan afbeeldingen die ze op computer heeft getekend. U kan er ook vinden op haar eigen seniorennet-blog ("computeroma") maar de laatste tekeningen daar dateren van 27.10.2008: ze haat nl. de rompslomp van een eigen blog.... Maar gelukkig mag ik op mijn blog af en toe een of meer van haar creaties tonen. Ze inspireert zich meestal op het familiealbum, foto’s uit de media of bestaande kunstwerken, maar ze houdt niet van braaf copiëren en het eindresultaat wijkt dus nogal eens af van het origineel en benadert soms zelfs het abstracte, waarbij ze haar aangeboren kleurgevoel de vrije loop laat (tijdens haar academie-opleiding kreeg ze daarvoor felicitaties).