Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
11-09-2007
De wintertaling of anas crecca (Ereli)
De wintertaling of anas crecca Zwerf- en trekvogel, doortrekker en wintergast. De kleinste van de grondeleenden. Meestal in groepen langs lage, modderige oevers. Alleen de mannetjes in prachtkleed zijn probleemloos te herkennen. Verspreiding en woongebied : verbreide, in het binnenland verspreid voorkomende broedvogel. In de broedtijd verstopt langs meren en poelen, maar ook in het bos. Voortplanting : nest is verstopt in de grond, in de buurt van water. Legtijd : van april tot juni. Acht tot elf eieren, gelig-grijs tot lichtgroen. Het vrouwtje broedt zo'n 21-23 dagen. Voedsel : kleine diertjes en plantaardig afval.
De glanskop of parus palustris De glanskop lijkt als twee druppels water op de matkop. De gelijkenis is zo sterk, dat pas begin deze eeuw is ontdekt dat de 'zwartkopmees' bestond uit twee soorten met een totaal verschillende leefwijze. Alleen nauwkeurige waarnemers zien de verschillen. Glanskoppen houden van droge voeten en zijn vooral te vinden in de oudere loofbossen, terwijl de matkop juist de nattere wilgen- en berkenbossen verkiest. Kenmerken De glanskop verschilt van de zwarte mees door het ontbreken van de witte wangen en nekvlek. Lengte : 11,5 cm. Voedsel Glanskoppen eten vooral insecten en spinnen in het broedseizoen. Ze eten zaden, bessen en noten tijdens de rest van het jaar. Wintervoedering zaden en restjes Nest Glanskoppen nestelen in natuurlijke holtes laag boven de grond. Matkoppen hakken hun eigen nestholte uit in oud rottend hout. De bodem van het nest wordt gevoerd met mos. Broedgegevens Maanden april tot augustus - één legsel - zeven tot acht witte eieren met een paar bruine vlekjes - broedtijd : 13-15 dagen door het vrouwtje - vliegvlug : na 17-20 dagen; zelfstandig na 8-14 dagen.
De oeverloper of actitis hypoleucos Tekvogel, april tot oktober, doortrekker. Kleiner dan de merel. Zijkant van de borst is grijsbruin, het wit van de buik komt bij de zittende vogel bijna tot de vleugelbocht. In de lucht smalle witte vleugelbanden en smalle, gestreepte staartkanten. Vliegt stijfjes met trekkende vleugelslag, meestal vlak boven water en drijft korte stukken, waarbij de vleugels gebogen omlaag gehouden worden. Loopt snel en wankelt bij het staan. Zit graag iets hoger. Verspreiding en woongebied : broedvogel in bijna heel Europa, bij ons niet langs de kust. In het binnenland (door waterregulering) zeldzaam geworden. Spaarzaam begroeide oevers met kiezel en zand; soms ook in grindgroeves, maar minder in staat zich aan te passen dan de Kleine Plevier. Op doortrek langs oevers van allerlei aard, maar ook aan de kust. Nachttrekker. Voortplanting : in niet te dichte vegetatie een goed verstopt nest op de grond, bij het water. De vier relatief grote bruinige eieren zijn bezaaid met vele donkere stippen en vlekken. Beide partners broeden 21 tot 22 dagen. De jongen verlaten het nest, maar zijn pas na 28 dagen zelfstandig. Voedsel : op de grond gevangen insecten en andere kleine diertjes
Toxoplasmose is een ziekte veroorzaakt door een microscopisch kleine, eencelligeparasiet , Toxoplasma gondiidie vele dieren aantast maar in katachtigen een seksuele voortplantingscyclus heeft. De ziekte wordt daarom wel eens 'kattenziekte' genoemd maar dit is minder gewenst omdat deze naam ook wordt gebruikt voor parvovirose bij katten, een (voor katten) zeer gevaarlijke virusziekte, die niets met toxoplasmose te maken heeft.
Levenscyclus
De parasiet is een obligaat intracellulair levende protozo . Katten raken besmet door het eten van vlees met kysten of door infectueuze oocysten in te slikken. In de cellen van de darmwand van de kat ontstaan uit gametocyten nieuwe oocysten, die met de ontlasting naar buiten worden getransporteerd en nu eerst enige tijd moeten rijpen voor ze infectueus kunnen worden. Dit duurt van 1 tot 24 dagen, afhankelijk van de temperatuur. Bij 24 graden, dus ruim boven kamertemperatuur, 2 a 3 dagen. Ze kunnen onder warme en vochtige omstandigheden meer dan een jaar infectueus blijven. De aseksuele cyclus kan plaats vinden in elk type cel van de tussengastheer (zoals de mens) behalve in rode bloedcellen. Na inslikken komt er uit de ookyste een zogenaamde 'tachyzoiet' die een gastheercel binnendringt en zich daarin gaat delen tot de gastheercel barst. De vrijkomende parasieten zoeken een nieuwe cel, etc. Op een gegeven moment gaan de tachyzoieten zich om onbegrepen redenen niet meer delen maar vormen weefselkysten, waarin zich 'bradyzoieten ' bevinden die zeer langzaam bewegen en een trage stofwisseling hebben. De kysten zijn tot 1/5 mm groot en kunnen enkele tot enkele duizenden bradyzoieten bevatten. De kysten kunnen in elk weefsel worden aangetroffen maar hart , hersenen , retina en spieren zijn het meest aangedaan.
Cysten van toxoplasma-parasieten komen met name voor in de uitwerpselen van een kat en in vlees van varkens , geiten en schapen . Je kunt met deze parasiet in contact komen door:
de kattenbak te verschonen als daar jonge katten in hebben gepoept. Alle katten raken ermee besmet, maar ze scheiden alleen cysten uit gedurende een paar weken na de eerste besmetting; de kysten worden pas na 48 uur buiten het lichaam te hebben vertoefd infectieus. Normale hygiëne en geregeld verschonen zijn voldoende om besmetting te voorkomen.
te tuinieren
rauw of onvoldoende verhit vlees (bijvoorbeeld van de barbecue) te eten
ongewassen groenten te eten (risico op besmetting met mest van besmette dieren)
Symptomen
De meeste mensen merken weinig tot niets als ze geïnfecteerd worden, symptomen blijven uit of doen denken aan een griepje, doch ernstige symptomen komen zelden wel eens voor, vaak bij mensen met een verminderde weerstand. Dit zijn bijvoorbeeld beschadigingen aan onder andere de hersenen en het netvlies . Enige tientallen procenten van de bevolking hebben antistoffen tegen de parasiet en zijn er dus ooit mee besmet geweest. De meesten hebben daar nooit iets van gemerkt. De infectie blijft levenslang bestaan maar bij een normaal functionerend immuunsysteem wordt hij niet meer actief.
Toxoplasmose en gedrag
De laatste tijd is de toxoplasma-parasiet nogal in het (wetenschappelijke) nieuws omdat hij invloed zou kunnen hebben op het gedrag. Ratten met toxoplasmose worden makkelijker door katten gevangen, wat verspreiding van de parasiet in de hand werkt. Mensen blijken vaker risico's te nemen, hun reactiesnelheid vertraagt en men maakt maar liefst 2× zoveel kans op een ongeluk in het verkeer. Ook lijkt het erop dat mensen met schizofrenie vaker met toxoplasma besmet zijn dan gemiddeld. Of dit een oorzaak of een gevolg van de schizofrenie is, is echter nog niet duidelijk.
Toxoplasmose en zwangerschap
Zwangere vrouwen die nog niet geïnfecteerd waren moeten extra opletten; toxoplasmose tast als de vrouw geïnfecteerd raakt tijdens de zwangerschap de ongeboren vrucht aan. Naarmate de zwangerschap jonger is is de kans dat de vrucht het krijgt kleiner maar zijn de gevolgen, als dit toch gebeurt, ernstiger. Er kan zich een spontane abortus, afwijkingen aan de ogen en aan het zenuwstelsel van de vrucht voordoen.
'Tweederde ijsberenpopulatie in 2050 uitgestorven'
Uitgegeven op zondag 09 september 2007 om 18:41:24, bijgewerkt om 21:08:41
(Novum/AP) - Tweederde van de ijsberenpopulatie zal in 2050 zijn uitgestorven en in Alaska zal de soort tegen die tijd niet langer voorkomen, doordat de ijsvloer rond de noordpool als gevolg van het broeikaseffect in omvang en sterkte afneemt. Wetenschappers van het U.S. Geological Survey (USGS), de onderzoeksafdeling van het Amerikaanse ministerie van binnenlandse zaken, hebben dit in een vrijdag gepubliceerd rapport voorspeld.
Voor de langere termijn zijn de geleerden nog somberder. Eind deze eeuw zullen alleen op de noordelijke Canadese eilanden en de westkust van Groenland nog ijsberen resteren van de 16.000 exemplaren die er momenteel naar schatting zijn, aldus het USGS.
Het instituut heeft weinig hoop dat de opbouw van koolstofdioxide en andere broeikasgassen zo snel kan worden gekeerd, dat de ijsbeer daar nog van kan profiteren. USGS-directeur Mark Myers stelt dat, ondanks de beperking van de uitstoot van dergelijke gassen ,,dezelfde hoeveelheid energie ten minste 20, 30, 40 jaar in het systeem zal blijven".
Groenland en Noorwegen tellen de meeste ijsberen, terwijl eenkwart voornamelijk voorkomt in Alaska en naar Canada en Rusland trekt. Hun biotoop zal slinken zodat Alaska en andere zuidelijke regio's uitvallen.
Het USGS adviseert minister van binnenlandse zaken Dirk Kempthorne, die in januari moet besluiten of hij de ijsbeer zal toevoegen aan de lijst 'bedreigde' of 'met uitsterving bedreigde' diersoorten. In het laatste geval krijgt de ijsbeer bescherming in het kader van de Wet op de met uitsterving bedreigde diersoorten.
Een ander instituut, de in Zwitserland gevestigde World Conservation Union, schat de huidige ijsberenpopulatie op 20.000 tot 25.000.
Steeds meer mensen nemen een fret in huis. Vraagt dat diertje nu een andere verzorging dan een hond of een kat? Dierendokter Rob kan ons verder helpen.
Hoe komt het dat de fret zo'n populair diertje wordt?
Dierendokter Rob Lückerath: 'Een fret kun je beschouwen als een kruising van een pup, kitten en peuter. Hij is dus uitermate speels. Verder is het een handzaam diertje. De ideale combinatie van hond en kat. Je hoeft hem niet in de regen uit te laten, hij gaat lekker op de bak en je kunt hem bij wijze van spreken gewoon in je zak meenemen'.
Heeft een fretje speciale verzorging nodig?
'Je moet er, zoals voor elk dier, goed voor zorgen. Bovendien moet je er rekening mee houden dat ook fretten last kunnen krijgen van vlooien. Buiten de ruitijd hoef je een fret niet te borstelen: zijn haren zitten altijd wel in model. Is hij in de rui, dan kun je hem eens lekker borstelen om haarballen te voorkomen.'
'De nagels van een fret moeten regelmatig geknipt worden, want ze slijten niet gemakkelijk uit zichzelf af. Bevorder het natuurlijke afslijten door met je fretten te gaan wandelen, ze met bakstenen te laten spelen of een tegel in hun kooi te leggen.'
'Wanneer je de nagels knipt, moet je goed op het leven letten. Dat is het roze stukje in de nagel. Knip daar niet in, want dat doet de fret pijn en kan lelijk bloeden. Houd de nagel plat terwijl je knipt, dan is er minder kans dat hij gaat splijten. Bloedt de nagel, stop hem dan in een stuk zeep of druk er met je vinger enkele minuten op.'
Moeten het diertje ook in bad?
'Je kunt hem zo nu en dan wassen, maar dat is eigenlijk niet echt nodig, tenzij hij zijn anaalklieren heeft gebruikt of echt smerig is. Moet de fret in bad, gebruik dan speciale shampoo. Vul het bad met ongeveer tien centimeter lauwwarm water, maak de fret helemaal nat, wrijf hem in met shampoo en spoel het schuim ten slotte goed uit met schoon water. Je kunt de fret licht afdrogen met een handdoek.'
'Fretten zijn heel speelse diertjes en daarvan kun je gebruik maken. Wanneer je een paar handdoeken op de grond legt, gaat hij kruip door/sluip door spelen en droogt hij zich als het ware zelf af. Niet overdrijven met het wassen, want te veel wassen kan leiden tot huidirritatie.'
Hebben fretten geen erg penetrante geur?
'De fret is familie van de bunzing, en dié kan echt stinken. Fretten kunnen ook enorm stinken, maar daar is wel iets aan te doen. Veel mensen kunnen de geur van een fret niet verdragen en laten daarom zijn anaalklieren verwijderen. Dat is niet helemaal juist. De reuk komt van het overvloedige huidvet.'
'Fretten markeren hun territorium op drie manieren: door huidvet af te zetten op voorwerpen, door urine, en door hun anaalvocht (dat met de ontlasting meekomt). Geurmarkering vindt plaats door met de buik over een voorwerp te wrijven. In feite is het dus niet de fret die stinkt, maar zijn omgeving. Als je dagelijks het nestmateriaal verschoont, is er dus geen probleem.'
Wanneer gaan ze dan markeren?
'Het is niet alleen het territorium dat wordt afgebakend, fretten vertonen dit gedrag ook wanneer ze zich vervelen of erg opgewonden zijn. Mannetjes doen het vaker dan vrouwtjes; gecastreerde mannetjes en vrouwtjes ruiken meestal (maar niet altijd) veel minder sterk. Het is wel zo dat niet-gecastreerde mannetjes tijdens het dekseizoen overal druppels urine afzetten. Nogmaals, een gezonde fret riekt niet, zelfs al houd je hem onder je neus. Een basisdierenlucht zit er aan, maar dat is normaal. Een mens ruikt aan het einde van een werkdag ook sterker.'
Moeten we nog ergens op letten?
'De fret heeft een relatief zwak gebit. Laat het regelmatig eens controleren bij de dierenarts. Voorts maakt een fret veel oorsmeer aan. Dat moet je regelmatig verwijderen. Ga nooit in het oor, want dan beschadig je de gehoorgang. Er zijn speciale druppels die je in het oor doet. Je masseert het oor en daarna schudt de fret vanzelf zijn kopje. Alle vuiligheid komt automatisch naar buiten.'
'De zichtbare oorschelp kun je met een stukje watten of wattenstaafje schoon maken. Gele tot bruinrode oorsmeer is normaal. Is de uitvloei zwart en zie je kleine witte spinnetjes , dan heeft de fret last van oormijt. Dat moet je altijd door de dierenarts laten behandelen.(Nieuwsblad)
Ook al besteedt u veel aandacht en zorg aan de vacht van uw hond, toch kan hij met huidparasieten in aanraking komen. Ze zijn er nu eenmaal en komen veel voor. Katten-, honden- en zelfs mensenvlooien zien in uw hond een gewillige gastheer. Ze kunnen ernstige huidproblemen veroorzaken en ze bezorgen de hond een onaangenaam gevoel. Zoek vooral naar kleine zwarte korreltjes in de vacht en de mand van uw hond. Ze verraden de aanwezigheid van vlooien. Schurftmijten luizen worden meestal overgedragen door direct contact met andere honden, maar ook vossen zijn een mogelijke bron. Teken vormen een echt probleem, temeer omdat ze soms ernstige infecties overbrengen. Wild en schapen zijn de bron van deze bloedzuigende parasieten. De meeste parasieten geven de voorkeur aan de hond, maar schurft kan ook van de hond op de mens worden overgedragen. Reden genoeg om uiterst waakzaam te zijn. Hieronder bespreken we kort de meest voorkomende parasieten en het vlooienprobleem bespreken we uitgebreid op een afzonderlijke pagina.
Meest voorkomende uitwendige parasieten Wanneer een hond zich voortdurend krabt, dan is dat een algemene aanduiding van een besmetting met parasieten. Kijk de huid na op roos of parasieten en kijk de vacht na op luizen, vooral bij warm weer !
Vlo
Demodexmijt
Oogstmijt
Dit kleine insect beweegt zich razendsnel door de vacht. Het geeft de voorkeur aan pups boven oudere honden. Vlooien kunnen ook een bij de hond veel voorkomende lintworm overbrengen.
Ook 'haarzakschurft' genoemd. Deze mijt leeft in de haarzakjes en is alleen zichtbaar met een microscoop. Ze kunnen zich snel vermenigvuldigen, vooral bij jongere kortharige of oudere verzwakte honden.
Deze mijt komt enkel in het najaar voor. Zonder vergrootglas lijkt hij op een rode stip. Ze leven in het veld en nestelen zich vooral tussen de tenen. Ze veroorzaken hevige jeuk.
Cheyletiellamijt
Luis
Teek
Deze zeer besmettelijke mijt ziet eruit als een bewegend schilfertje roos. Deze mijten produceren overvloedig roos, vooral op de rug. De Cheyletiellamijt nestelt zich ook bij mensen, waar hij een jeukende uitslag kan veroorzaken.
De luis is zichtbaar als hij zich voedt op de huid. Hij kleeft de eitjes aan de haren. Luizen lopen op de huid rond en hun beten veroorzaken hevige jeuk. Verspreiding vindt plaats via direct contact met een besmet dier. Ook mensen zijn er niet vrij van.
Als deze parasiet zich met bloed voedt, zwelt hij op tot een kleine erwt. De teek graaft zich met de monddelen diep in de huid. Sommige teken veroorzaken verlamming of dragen ernstige ziekten over. Teken springen niet alleen op honden, maar ook op mensen.
Sarcoptesmijt
Ook genoemd 'schurft'. Deze microscopisch kleine mijten graven gangen in de huid, vooral op de oorpunten en ellebogen. De gevolgen zijn huidschilfers, korsten, ernstige jeuk en heftig gekrab. Hierdoor kunnen haaruitval en rauwe plekken ontstaan. Deze parasiet kan op de mens worden overgebracht. Schurft veroorzaakt vooral rond het middel jeukende pukkels, die sterk lijken op muggenbeten. Wanneer je de hond hiertegen verzorgt, hou er dan rekening mee dat de plaats of plaatsen waar de hond meestal ligt heel grondig moeten gereinigd worden. Verbrand zelfs de hondenmand, want schurftmijten kunnen een tijdje overleven zonder de directe aanwezigheid van de hond.
De zintuigen, organen en spieren van de hond werken pas optimaal onder invloed van de hersenen en het netwerk van zenuwverbindingen. Door beschadigingen aan het zenuwstelsel kunnen het uitvallen van de waarneming, gedeeltelijke of gehele verlamming, verlies van evenwichtsgevoel, toevallen of veranderingen in het gedrag van de hond worden veroorzaakt. Virussen, zoals de verwekkers van rabiës en hondenziekte, veroorzaken een ontsteking van de hersenen. Tengevolge daarvan treden veranderingen in het temperament en de coördinatie op. Andere bacteriële en virusinfecties tasten het beschermende weefsel rond de hersenen aan, waardoor aandoeningen als hersenvliesontsteking, toevallen en verlies van evenwichtsgevoel kunnen ontstaan. Directe beschadigingen aan het hersenweefsel kunnen leiden tot toevallen. En als het ruggenmerg is beschadigd, kunnen zenuwbanen worden geblokkeerd. Afhankelijk van het deel van het ruggenmerg dat is aangetast, treden stoornissen op in de waarneming, verlammingen of incontinentie. Elke aantasting van zenuwweefsel moet direct worden behandeld !
Het zenuwstelsel van de hond Door de goed beschermde wervelkolom loopt het ruggenmerg. Via uitgangen tussen de wervels verbindt het de hersenen met alle organen en spieren. Eenmaal buiten de wervelkolom zijn de zenuwbanen kwetsbaarder. Anders dan de spieren kunnen zenuwverbindingen zich na beschadigingen nooit helemaal herstellen.
De familie valkachtigen (Falconidae) is één van de families in de orde roofvogels (Accipitriformes). Wereldwijd komen er 58 soorten valken voor, die zich alle kenmerken door lange spitse vleugels , een naakt loopbeen en naakte tenen. De rest van de poten is met losse veren bedekt (de broek genaamd). In Nederland is de torenvalk de meest voorkomende valkensoort. Valken werden veelal voor de jacht gebruikt, de valkerij , nu nog als hobby gehouden en afgericht door een valkenier .
Als een hond oorpijn heeft, flappert hij automatisch met zijn oren. Daarbij kan hij met zijn oor ergens tegenaan stoten. Als er een bloeding ontstaat in de oorschelp komt er een enorme bobbel vol bloed op het oor te staan. Zo'n oorhematoom moet chirurgisch verwijderd worden. Voorkomen is beter dan genezen.
Controleer de oren van je hond minimaal een keer per maand. Het oor is een à twee graden Celsius warmer dan onze huid, dus voelt het altijd iets warmer aan. De huid van het oor moet lichtroze zijn en wanneer men in het oor ruikt, mag het niet stinken.
Om het oor te reinigen zijn er producten in de handel. Het best zijn de producten die individueel verpakt zijn. De grote flacons lijken goedkoop, maar zijn na opening meestal beperkt houdbaar. Na het inbrengen van het product moet je de oren goed inmasseren. Het dier schudt de vuiligheid er dan zelf wel uit.
Geen wattenstaafjes gebruiken! Opgaande beweging met een wattenprop is goed om het vuil te verwijderen. Ook het regelmatig verwijderen van overvloedig haar uit de gehoorgangen is belangrijk om de gang goed te kunnen verluchten en te voorkomen dat oorsmeer zich ophoopt. Er verzamelt zich anders vuil en vochtigheid en dat is een ideale voedingsbodem voor bacteriën en schimmels.
Trek de haren er met behulp van een pincet uit. Grijp de haren zo dicht mogelijk bij de basis vast en trek met rukjes.
Het oor bestaat uit drie lagen. De huid aan de buitenzijde, een laag kraakbeen en de huid aan de binnenzijde. Een hematoom (bloedopstapeling) ontstaat ten gevolge van een vechtpartij, veelvuldig schudden en krabben. In de laatste twee gevallen is de oorzaak meestal een oorontsteking; die moet dus eerst behandeld worden. Het hematoom ziet eruit als een enorme bol. Als die wond opengaat bloedt, het oor enorm. De eerste hulp die moet worden uitgevoerd is het aanleggen van een drukverband.
Een ander probleem is de oorontsteking (otitis), meestal een otitis externa , die wordt veroorzaakt door een samenspel van gisten, bacteriën, schimmels, vreemde voorwerpen en/of oorhaartjes. De kwaal komt meer voor bij honden met hangende oren. Ook 'zwemmers' zijn gevoelig voor dit soort aandoeningen (Nieuwsblad)
4 OOIEVAARS VAN PLANCKENDAEL OPNIEUW MET SATELLIETZENDERTJE OP WEG NAAR HET ZUIDEN. De vogeltrek is weer volop begonnen, ook voor de ooievaars van Planckendael. De kolonie die 21 jaar geleden in het Mechelse dierenpark werd gesticht, bracht dit jaar 48 jongen voort en telt nu al meer dan honderd vogels. 4 van hen zijn uitgerust met een zendertje, zodat hun tocht naar het Zuiden op de voet kan worden gevolgd. Twee zijn er momenteel al vertrokken : KOBE zit in de buurt van Madrid en GERMAINE maakt zich in het zuiden van Spanje op voor de oversteek naar Afrika.
TIA : werd in mei 2003 geboren en kreeg vorig jaar een zendertje om. Ze bracht de winter door in de buurt van Sevilla en keerde daarna terug naar Planckendael om drie jongen groot te brengen. Terwijl ze vorig jaar al uitzonderlijk vroeg koers zette naar het Zuiden - op 8 augustus, welgeteld één week nadat ze het zendertje op haar rug geplaatst kreeg - bevond ze zich gisteren nog altijd in Mechelen. PUMBA : werd in mei 2000 geboren en kreeg datzelfde jaar een zendertje om. Het eerste najaar vloog hij tot in het grensgebied tussen Mali en Mauritanië en de zomer nadien bracht hij door in Marokko. Sinds 2002 keert Pumba jaarlijks naar Planckendael terug en overwintert hij in Spanje. Pumba's zendertje geeft momenteel geen bruikbare signalen door, maar wellicht is hij nog niet vertrokken. GERMAINE : werd in mei 2000 geboren en kreeg in 2005 een zendertje om. Ze bracht sinsdien al twee winters door in het Afrikaanse Niger en keerde telkens naar Mechelen terug. Maar haar broedpogingen bleven tot nu toe zonder succes. Op 24 augustus vertrok ze weer naar het zuiden. De voorbije dagen werd ze getraceerd in het zuid-Spaanse Arcos de la Frontera, wellicht wachtend op een gunstig moment om naar Afrika over te steken. KOBE werd in mei 2003 geboren en kreeg vorig jaar de zender om. Hij overwinterde daarna in de buurt van Madrid en bracht afgelopen zomer 2 jongen groot in Planckendael. Hij vertrok dit jaar op 24 augustus, samen met Germaine. Maar in plaats van door te vliegen naar het zuiden van Spanje, hield hij op 31 augustus al halt op zijn vertrouwde overwinteringsstek bij Madrid.
Katten zijn hele makkelijke huisdieren, als je niet in een flat of aan een drukke weg loopt, kan je je kat vaak gewoon alleen buiten laten. Een kat heeft minder aandacht nodig dan een hond.
Soorten Er zijn drie soorten katten namenlijk: - haarloze kat. - kortharige katten. - langharige katten.
Haarloze katten: Alle katten die in het verleden 'haarloos' of 'kaal' werden genoemd hadden in werkelijkheid op zijn minst een donzig dekje over het lichaam. Af en toe wordt er helaas een kale kat geboren uit normaal behaarde ouders en het merkwaardige uiterlijk van deze dieren trekt vaak de aandacht van de mensen. Voorbeeldenhaarloze katten: mexicaanse haarloze kat, sphynx.
Kortharige katten: Je kunt korthaarrassen indelen in verschillende types: stevig gebouwde katten, slank gebouwde katten, extreem slank gebouwd type. Voorbeelden van kortharige katten: tabby katten, europees korthaar gevlekt, manx, europees korthaar creme.
Langharige katten: Langharige katten waren tot het einde van de 16e eeuw in Europa onbekend. Toen bracht de Franse wetenschapper Nicolas Fabri de Peiresc een langharige kat mee uit Turkije. Tegenwoordig zie je overal langharige katten. Voorbbelden langahrige katten: angora, turkse kat, maine coon.
Voeding Een kat moet ten minste twee maal per dag gevoerd worden. Als je je kat twee keer per dag voert in plaats van een keer, geef haar dan bij elke maaltijd de helft van haar dagelijks eten en niet telkens zoveel als ze nodig heeft. Katten hebben ongeveer 80 tot 90 calorieën per dag nodig per kilo lichaamsgewicht. Verminder deze hoeveelheid als je kat te dik wordt en geef wat meer als je kat probeert je goudvis op te eten.
Op verschillende momenten in haar leven heeft een kat grotere behoefte aan voedsel. Tijdens de zwangerschap of zoogperiode moet zij zoveel kunne eten als zij wil, waarschijnlijk eet ze drie tot vier keer zoveel als normaal. Jonge katjes eten ook meer dan een volwassen kat, omdat zij extra energie nodig hebben om te groeien.
De grootste invloed op het dieet van een huiskat heeft ongetwijfeld haar baasje. Omdat katten worden beschouwd als kieskeurige eters, kan het een uitdaging worden om voedsel te vinden dat je kat lekker vindt. Een kat die honger heeft, eet praktisch alles wat eetbaar is; zo stom is ze niet. Het belnagrijkste waar je aan moet denken bij het kiezen van kattevoedsel is dat de keuze aan jouw is en niet aan de kat. Zorg goed voor je kat: lees de produktinformatie en beslis wat het beste voer voor je kat is. Drinken is essentieel voor een kat, maar melk is niet nodig. Veel katten reageren allergisch op melk. Een zoogdier met een goed afgewogen dieet heeft na de zoogperiode geen melk meer nodig.
Water is echt essentieel voor katten. In feite drinken de meeste katten meer water dan hun baasjes zich realiseren, ook al is het uit een modderpoel. Wil je kat aanmoedigen om te drinken, geef haar dan een ruime drinkbak.(jdmedia.nl)
Vissen zijn erg makkelijke huisdieren, zolang je maar een kom hebt die groot genoeg is en je hem af en toe te eten geeft. Niet teveel en niet te weinig. We gaan het hier alleen over de goudvis hebben.
Afkomst De goudvis is familie van de karper. Zijn lichaamsbouw lijkt erg op dat van deze vis, hij heeft alleen grotere schubben. De oorspronkelijke stamvorm van de goudvis komt uit China, Japan en Vietnam. Meer dan vierduizend jaar geleden werden ze daar voor het eerst gekweekt. In de 17e eeuw werd hij als siervis naar Europa gebracht. Tegenwoordig komt de goudvis in Italie, Zuid Frankrijk en Portugal op veel plaatsen in vijvers en ander rustig water verwilderd voor. Waar veel roofvis is, redt hij het vaak niet, waarschijnlijk door zijn opvallende kleur. Bij ons wordt de goudvis graag als aquariumvis en in siervijvers gehouden.
Belangrijk om te weten / kenmerken
Hoe ademt een vis? In plaats van zuurstof uit de lucht te halen, zoals wij doen als we ademen, haalt een vis die uit het water met zijn kieuwen. dat zijn meerdere dunne vliesjes aan beide kanten van zijn kop. Hij neemt een slok water met zijn bek en doet die dan dicht, waardoor het water langs de kieuwen moet stromen. de zuurstof wordt uit het water gehaald en opgenomen in het bloed.
Hoe zwemt een vis? Een vis gebruikt de spieren van zijn lichaam om zich door het water voort te bewegen. Hij gebruikt zijn vinnen om te sturen, zijn evenwicht te bewaren en om te remmen. Zijn schubben, die voornamelijk als bescherming dienen, stroomlijnen de vis waardoor hij gemakkelijker kan glijden in het water.
De zintuigen van een vis Een vis kan even goed zien als wij, maar omdat zijn ogen aan beide kanten van zijn kop staan en een beetje uitpuilen, kan hij helemaal rondkijken zonder zich om te draaien. Een vis kan voedsel proeven voor hij het in de bek neemt, dat komt omdat hij smaakpapillen heeft aan de binnen- en buitenkant van zijn bek. Hij kan evenveel voelen als wij. Hij kan niet zo goed ruiken als sommige landdieren maar toch is ruiken van belang voor een vis om voedsel te vinden. Al kan een vis horen, toch gaat hij meer af op een ander zintuig: een rij open schubben aan elke kant van zijn lichaam. Dit heet het zijlijnsysteem, waarmee hij de geringste beweging in het water voelt. Hij gebruikt dit zintuig wanneer hij jaagt op levend voedsel of wanneer hij vlucht voor gevaar. Vissen zijn koudbloedig. Dit betekent dat ze hun temperatuur niet kunnen regelen en altijd even warm of koud zijn als het water om hen heen. Een plotselinge verandering in de temperatuur van het water maakt dat hun eigen temperatuureven snel daalt of stijgt. Dit kan dodelijk zijn.
Goudvissen houden Goudvissen zijn koudwatervissen. Ze hebben dus geen speciaal zeewater nodig en het hoeft ook niet verwarmd te worden, zoals voor tropische vissen. Ze zijn ook goedkoop en na de aanschaf van het aquarium kost het heel weinig om voor ze te zorgen.
Goudvissen houden in een ouderwetse ronde kom is niet goed voor ze. Ze hebben dan niet genoeg ruimte om te zwemmen en niet genoeg zuurstof om te ademen. Het ronde glas weerkaatst het licht op een manier die hen zenuwachtig maakt.Ze zijn gelukkiger en gezonder als ze in een groot aquarium worden gehouden. Een goudvis waar goed voor gezorgd wordt, kan verbazend lang leven: misschien wel twintig jaar.
Er zijn een aantal knaagdieren die vaak als huisdier gehouden worden. Dat zijn vooral de hamsters en konijnen. Hier een kort stukje over konijnen.
Het konijn Het konijn wordt in heel West-, Midden- en Zuid-Europa aangetroffen op elk terrein waarin hij holen kan graven. Hij heeft zich van het Middellandse Zeegebied uit verspreid en is in de middeleeuwen in Nederland en België ingevoerd. Het konijn kwam tot 1954 veel voor in zandstreken, bossen en duinen. Een virusziekte is er de oorzaak van dat het dier op vele plaatsen is verdwenen. Later is dat aantal weer toegenomen.
Bekende rassen
- Vlaamse reus - Pooltje - Franse hangoor
Franse hangoor
Voedsel Konijnen eten alleen plantaardig voedsel. Het zijn herbivoren. Je kunt ook veel kant-en-klare voedselpakketten kopen in de winkel. Een nadeel van het gemengde voer uit de winkel is dat het konijn er de lekkerste dingen uithaalt en de rest laat staan. Hierdoor eet het konijn erg eenzijdig. Konijnen die zwanger zijn hebben minimaal twee keer zoveel eten nodig als normaal. Je moet ze altijd zoveel geven als ze willen. Naast droge brokjes vindt een konijn hooi ook erg lekker. Niet alleen hooi is belangrijk maar ook water heeft een konijn heel veel nodig. Gemiddeld drinkt een konijn een tiende van zijn lichaamsgewicht per dag. Verder vinden konijnen vers groenvoer erg lekker. Bijvoorbeeld: peentjes, andijvie, boerenkool, peer en appel.
Ram of voedster De mannelijke konijnen worden ram genoemd en de vrouwelijke konijnen heten voedster. Het uiterlijke verschil tussen beide konijnen ligt in de vorm van de kop en de rest van het lichaam. Bij de meeste rassen is de vorm van de kop iets breder en hij heeft iets dikkere wangen. De kop van de voedster is minder ontwikkeld en het lichaam van het vrouwtje is vaak wat langer. Verder zijn er ook nog wat karakterverschillen tussen beide konijnen. Normaal gesproken zijn de rammen wat feller. De voedsters zijn wat minder gauw boos. Alleen als ze drachtig (zwanger) zijn kunnen ze soms hard uitvallen.
Verzorging Konijnen kunnen zowel binnen als buiten leven in een hok. Konijnen kunnen wel tegen kou maar niet tegen tocht, nattigheid, felle zon en vrieskou. Je kunt dus beter je konijn in de winter in een schuur zetten waar het niet zo koud is. Je moet het konijn nooit vanuit een koude schuur zo bij de warme kachel zetten want de kans is groot dat hij het dan niet overleeft. Konijnen kunnen ook makkelijk binnen leven. De dieren zijn erg schoon en verspreiden geen nare luchtjes. Als je de kooi maar op tijd schoon maakt. Je kunt het konijn zelfs los laten lopen in de kamer als je de kamer maar konijnvriendelijk maakt. Dus elektriciteitsdraden en giftige kamerplanten aan de kant! Konijnen zijn uitzonderlijk zindelijke dieren. Het is overbodig om ze in bad te doen. Je moet je konijn iedere week even borstelen. Dit is goed voor de bloedsomloop van het konijn en de oude haren worden verwijderd. De tanden van het konijn groeien altijd door en ze moeten dus af kunnen slijten. Het beste is veel hooi, hard brood en takken waarop ze kunnen knagen. Te lange tanden hinderen het konijn bij het eten. De nagels van het konijn moet je elke 2 a 3 maanden laten knippen door de dierenarts.
Hoe moet ik mijn konijn optillen en dragen? Heel vaak als mensen een konijn optillen doen ze dat verkeerd. De goede manier is het konijn met de rechterhand stevig vastpakken aan het rugvel achter de schouderbladen, tegelijkertijd met de linkerhand ondersteunen. Je moet het dan zo op je arm zetten dat een hand op de nek blijft rusten. Zo kun je een konijn altijd vastpakken. De foute manier is het konijn als een teddybeer onder de arm vast te klemmen. Het is heel gevaarlijk om het op deze manier te doen omdat je zo de ribben en de ingewanden van het dier in kan drukken. Als het konijn dan ook nog gaat spartelen, kan het uit je arm glijden en op de grond vallen.
Een heleboel honden zijn echte knuffeldieren. Je kunt van alles met ze doen. Vooral als het nog van die hele kleine puppies zijn dan zien ze er nog zo lief uit.
Lassie (de bekendste hond van de wereld)
Als je een hond in huis neemt dan kun je hem niet zo aan zijn lot overlaten, daar komt nog van alles bij kijken. Wat dacht je bijvoorbeeld van de verzorging of de voeding die een hond nodig heeft. Nauurlijk is dat niet het enige, want er zijn nog een heleboel andere belangrijke dingen die je moet weten als je een hond in huis neemt of hebt.
De afkomst Over de afstamming van onze honden is in de loop der jaren veel gesproken en wellicht nog meer geschreven. Sommige beschouwen als directe voorvaders de echte wilde honden, zoals de Zuid-Afrikaanse hyenahond. Andere houden het ervoor, dat slechts de wolf en de jakhals als zodanig in aanmerking komen. Ook vergelijking van het gebit pleit voor deze laatste veronderstelling. Maar inmiddels zijn de geleerden het er over eens dat onze huishonden afstammen van de wolven. Als we honden op straat bekijken zien we hele kleintjes, bijzonder, grote, langharige, kortharige en ga zo maar door. Het valt dan moeilijk in te denken, dat dit allemaal ergens kleine of grote 'wolfjes' zouden zijn. De mensen gaan ervan uit dat de grote honden afstammen van de grote Noorse wolven en dat de kleinere honden afstammen van de kleinere wolven uit de zuidelijke streken. Dit verklaart natuurlijk nog niet waarom bijvoorbeeld de ene hond staande oren en de andere hangoren heeft. De oorzaak hiervan is dat er menselijke invloeden aan te pas zijn gekomen. Toen de hond namelijk tot huisdier werd gemaakt door de mens, gebeurde dit met het doel de getemde wolven voor bepaalde doeleinden te gebruiken. De eerste taken van de tamme wolven zullen het waken en vooral de hulp bij de jacht zijn geweest.
Een wolf
Soorten Nederland heeft sinds 1 januar 1977 een eigen indeling, waardoor op Nederlandse tentoonstelligen en clubmatches de volgende negen rasgroepen te zien zijn:
* dogachtigen * windhonden * herdershonden * staande jachthonden, spaniels en retrievers * terriërs * lopende honden en dashonden * keesachtigen en poolhonden * pinschers en schnauzers * gezelschapshonden
Kenmerken Een groot aantal mensen denkt dat een hond gewoon een hond is, en realiseert zich daarbij niet dat er vele honderden soorten bestaan. Elke hond heeft natuurlijk zijn eigen kenmerken, maar de hond in het algemeen heeft natuurlijk ook zo zijn kenmerken.
Verzorging Kammen en borstelen: De verzorging van een hond is heel erg belangrijk. Een hond moet regelmatig worden geborsteld om zijn vacht in goede conditie te houden. De lichaamsverzorging zorgt er namelijk ook voor dat de hond gehoorzaam blijft, want het borstelen van de kop en de rug is een belangrijke manier om de hond te laten zien dat jij zijn baas bent.Sommige rassen gaan af en toe in de rui en moeten dan elke dag geborsteld of gekamd worden. Wanneer je dit bij je hond doet, kun je gelijk controleren of de hond last heeft van vlooien of huidinfecties. Borstel of kam de vacht in de richting van de haren.
Wassen: De meeste volwassen honden hebben af en toe een bad nodig, maar puppy's hoeven alleen maar te worden afgeveegd met een warme, vochtige doek. Gebruik bij het wassen van de hond speciale hondenshampoo. Want vaak zijn de meeste soorten zeep en shampoo's van de mens niet mild genoeg voor de hond en kunnen zorgen voor irritaties.
Trimmen: Van sommige langharige hondenrassen en Terriërs moet de vacht regelmatig worden getrimd. Daar zijn speciale hondentrimmers voor, bij een hondenkaspalon.
Nagels: Als de hond vaak op straat loopt dan slijten zijn nagels vanzelf. Je moet er altijd voor zorgen dat de nagels van de hond niet te lang zijn, want dan kunnen ze niet meer goed lopen. Om de nagels van de hond te knippen gebruik je een speciale nageltang.
Gebit: Net als bij ons, moet het gebit bij de hond ook goed verzorgd worden. Bij honden kun je ze speciale tandenborstelkluifjes geven. Dat houdt het gebit van de honden gezond.
Hondenbek
Voeding Vroeger was het eenvoudig de hond kreeg de tafelresten. En als hij het geluk had bij een boer te wonen, kreeg hij daarnaast soms nog wat slachtafval. Maar tegenwoordig schijnt er niets zo onduidelijk te zijn als juist die voeding van de hond. Want sinds de wetenschap zich met ons hele leven, en dat van onze honden, blijkt te bemoeien, voelen veel hondenliefhebbers zich erg onzeker over de voeding van ons huisdier.
De een houdt het op vleesvoeding, een ander kiest juist voor een vegetarische voeding. Weer een ander vindt dat alles eerst gekookt moet worden, terwijl z'n buurman juist zweert bij rauw voedsel voor de hond. Een wereld vol verwarring voor de hondenliefhebbers, die het graag zo goed willen doen voor hun honden.
Zwaluwen (Hirundinidae) vormen een familie uit de orde van zangvogels . Zwaluwen zijn snelle vliegers die tijdens de vlucht jagen op insecten . Gierzwaluwen behoren niet tot deze familie (zelfs niet tot dezelfde orde): echter, ze lijken wel op zwaluwen maar hebben langere vleugels die zij in de vlucht stijver houden. Zwaluwen zitten vaak op gespannen draden.
De soorten die in Europa het meest voorkomend zijn, zijn (waarvan de eerste drie in Nederland voorkomen):
Er wordt gezegd dat je aan de hand van de hoogte van de vlucht van zwaluwen het weer kunt voorspellen; bij mooi weer vliegen de insecten hoog, terwijl bij slecht weer de insecten lager vliegen. Zwaluwen jagen in de lucht op insecten en zitten dus op dezelfde hoogte.
Het stokstaartje (Suricata suricatta ) is een klein roofdier dat tot de mangoesten behoort. Hij wordt ook wel "aardmannetje" genoemd. Het bewoont alle delen van de Kalahari in zuidelijk Afrika ( Angola , Botswana , Namibië en het Zuid-Afrika ). In het Afrikaans (en het Engels) worden stokstaartjes "meerkat" genoemd. Daardoor wordt de naam 'meerkat' soms foutief in het Nederlands overgenomen uit films zoals bijvoorbeeld de Disneyfilm De Leeuwenkoning. In het Nederlands is " meerkat " echter een naam voor een groep apen (Cercopithecus ). Het stokstaartje eet voornamelijk insecten , spinnen , schorpioenen en slakken . Van alle mangoesten zijn de stokstaartjes de meest sociale. Het stokstaartje wordt niet bedreigd. In sommige Afrikaanse huizen kun je stokstaartjes aantreffen.
Stokstaartjes leven in zuidelijk Afrika, meer bepaald op de droge open vlaktes. Ze leven in groepen van maximaal 30 dieren. De holen van grondeekhoorns lijken dé geschikte plaats om te verblijven. De gangen bouwen ze uit, tot ze een maximale oppervlakte bevatten van 15 km². In deze gangen zijn speciale kamers aangelegd. Zo heb je slaapkamers, kraamkamers en zelfs toiletten. Deze toiletten worden "schoongemaakt" door de mestkevers waarmee ze "samenleven". Elke dag rollen de mestkevers de uitwerpselen van de stokstaartjes naar buiten en leggen er hun eitjes in. Als deze eitjes uitkomen, hebben de stokstaartjes weer een nieuwe "schoonmaakploeg". De mestkevers kunnen ongestoord hun gang gaan, want de stokstaartjes zullen ze nooit eten (ze zijn namelijk erg giftig voor ze). Stokstaartjes delen de woestijn met hagedissen , schorpioenen en grondeekhoorns. Ze zijn zich bewust van het gevaar dat hen boven het hoofd hangt; een roofvogel. Ze leven in een soort van hiërarchie ; sommige dieren staan op de uitkijk, andere dieren gaan op jacht, enkele andere zijn dan zogezegde babysitters, die de kleintjes in het oog moeten houden als hun ouders er niet zijn. 's Nachts trekken ze zich terug in hun holletje, want de gevaren die buiten op de loer liggen zijn groot.
Stokstaartjes hebben elk afzonderlijke taken. Een wachter staat op de achterpoten en steunt op zijn staart. Er zijn verschillende alarmsignalen, zo heb je het fluitend geluid, dat 'opgepast' betekent en dan heb je ook het blaffend geluid, waarna hij en de rest van de groep rennen voor hun leven. Een wachter beschikt over een goed zichtsvermogen en kan al reeds op verre afstand een ongevaarlijke gier onderscheiden van hun grootste vijand, de arend . Bij gevaar gaan alle stokstaartjes als gekken graven; dit doen ze om een stofwolk te creëren zodat het roofdier weg zou gaan. Als hij blijft, zullen ze schijnaanvallen uitvoeren op het roofdier, maar als deze halsstarrig blijkt te zijn, en weigert weg te gaan, zien ze nog één oplossing: aanvallen. Ze proberen te spugen en te bijten. Als ze aan de verliezende hand zijn, en ze liggen op hun rug, tonen ze hun tanden en halen agressief uit met hun klauwen.
Het alfavrouwtje is meestal de enige dat paart. Het vrouwtje stoot het mannetje steeds weg. Het mannetje ziet zich verplicht het vrouwtje letterlijk in haar nek te bijten. Daarna volgt de paring. Het gewicht neemt met 40% toe. Het vrouwtje weegt dan iets meer dan een kilo. Elf weken later komen 2 tot 5 jongen ter wereld. Deze zijn blind én kaal. Ze worden gezoogd totdat ze ongeveer 3 maanden oud zijn (soms door de babysitters terwijl de moeder op jacht gaat). Drie weken na de geboorte zijn de jongen groot genoeg om hun eerste passen in de wijde wereld te zetten. Een stokstaartje is na twee maanden een miniatuurtje van de ouders.
Stokstaartjes eten voornamelijk slakken, spinnen en insecten, maar als ze de kans krijgen zouden ze ook knaagdieren of op de grond nestelende vogels en hun eieren eten. Ook hagedissen en kleine dieren behoren tot hun menu. Zelfs giftige dieren, zoals schorpioenen en gifslangen , zijn voor het stokstaartje een echte lekkernij. Het stokstaartje heeft omnivore trekjes: zelfs plantaardige materiaal staat op hun menu, zoals knollen en wortelen. Stokstaartjes zijn echter gierig wat betreft het voedsel. Als er een stokstaartje een voedselbron gevonden heeft, zal hij de prooi meestal alleen (een stuk verderop van de andere stokstaartjes) verorberen. Komen de andere stokstaartjes toch dichterbij, dan gaat hij er grommend met de prooi vandoor. Enkel de zwakke en jonge dieren mogen mee-eten. Bij de grotere prooien, die ze met meerdere tegelijk doden, ontstaat er ruzie over wie wat krijgt. Drinken doen ze nauwelijks: al het vocht dat ze nodig hebben halen ze uit hun voedsel.
Stokstaartjes kunnen naar kleur variëren van lichtbruin tot grijs of zilvergrijs. Ze hebben donkere strepen. De kop is vuilwit en hun ogen lijken, door de donkere omranding eromheen, veel groter dan ze in werkelijkheid zijn. Deze donkere omranding doet dienst als een soort "zonnebril". Hun gehoor is even goed als dat van een mens. Ze zijn 25-35 cm groot met een staart van 18-25 cm. Ze wegen tussen de 500 gram en 1 kilogram en worden rond de 10 jaar oud. Uiterlijke verschillen tussen vrouwtjes en mannetjes zijn er niet.
Slangen die zo giftig zijn dat ze een mens kunnen doden, zijn geen gevaar voor stokstaartjes.
Een volwassen dier kan zijn eigen gewicht aan zand verplaatsen in nauwelijks 10 seconden.
Ze kunnen dieren aanvallen die groter zijn dan het individu. Dit komt door de solidariteit in de groep.
Omdat stokstaartjes steeds op hun hoede zijn voor naderende gevaren, wordt het stokstaartje ook wel 'de schildwacht van de woestijn' genoemd. Hij beschermt immers niet alleen zijn eigen familie, maar ook tal van andere dieren maken gebruik van de waarschuwingen van stokstaartjes.
Stokstaartjes reinigen hun gebit met behulp van hun lange nagels, die als een soort tandenstokers dienen.
De televisiezender Animal Planet heeft een serie over stokstaartjes gemaakt, genaamd " Meerkat Manor ". Op VTM wordt deze serie uitgezonden onder de naam "De familie stokstaart".