Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
04-12-2007
Veel gestelde vragen over het wassen van de hond
Veel gestelde vragen over het wassen van de hond
1) MOET IK MIJN HOND WASSEN ?
De vacht en de huid van de normale, gezonde hond hoeft niet geregeld te worden gewassen (1 tot 3 maal per jaar).
Het is zo dat als de vacht vuil is (lastig bij licht gekleurde honden) of ruikt, de behoefte bestaat om het dier eens te wassen...
Wassen impliceert het gebruik van een shampoo: het nut daarvan is oa het verwijderen van huidschilfers, het reinigen van de huidporien, glans geven aan de vacht, etc.
Toch hebben honden met een normale huid geen behoefte aan shampoo. In veel shampoos zitten sterk uitdrogende en reinigende bestanddelen die overmatig veel huidhoorn verwijderen of de beschermende vetlaag van de huid aantasten. Vet en huidhoorn zijn nodig om de huid intact te houden.
Daarom kan u bij een gezonde hondenhuid best gebruik maken van zuiver water om het dier te wassen of een milde honden shampoo.
Indien de hond echter een afwijkende huid heeft, vb vet of droog, schilferig, met infecties, etc, moet er gewassen worden met speciale shampoos, aangepast aan het huidprobleem.
2) LEIDT GEREGELD WASSEN TOT IRRITATIE VAN DE HONDENHUID ?
Een normale hondenhuid zal zeker geïrriteerd worden door te veel wassen. Producten die sterke detergentia of andere potentieel irriterende stoffen bevatten (zoals de meeste parfums !!!) moeten vermeden worden.Verder is het erg belangrijk dat de resten van de shampoo na het wassen zorgvuldig worden weggespoeld. Indien de huid erg droog is, is een nabehandeling met vochtinbrengende spray of spoeling aan te raden. Dieren met een afwijkende huid daarentegen, zullen wel baat vinden bij herhaald wassen met AANGEPASTE shampoo.
3) WELKE SHAMPOO IS DE BESTE VOOR MIJN HOND ?
Dit hangt af van de aanleiding tot het wassen. Gaat het om een hond met een normale huid die gewassen wordt omdat ie vies is, zal een milde hondenshampoo voldoen. Let er wel op: er is een groot verschil tussen een mensenhuid en een hondenhuid. Alhoewel de huid van de hond talrijke zweetklieren bevat, dienen deze NIET (zoals bij de mens)voor de temperatuurregulatie (zweten) maar WEL dragen ze bij aan de beschermende oppervlaktelaag van de huid. Daarnaast is een hondenhuid minder zuur dan die van de mens. Daarom is een shampoo gemaakt voor gebruik bij de mens ABSOLUUT NIET geschikt voor een hondenhuid. Ook niet de zogenaamde babyshampoos. Voor honden met een huidprobleem is het noodzakelijk zorgvuldig een goede hondeshamoo uit te zoeken die het huidprobleem zal verlichten. De dierenarts zal u daarin begeleiden en adviseren. Alleen de juiste shampoo zal bijdragen aan de oplossing van het probleem, terwijl een onjuiste shampoo juist problemen kan veroorzaken.
4) ZIJN SHAMPOOS WERKZAAM TEGEN VLOOIEN EN TEKEN ?
Het effect van shampoos die werkzame bestanddelen bevatten tegen vlooien en teken, werken slechts kortdurend tegen de uitwendige parasieten. De vlooien aanwezig op het moment van de wasbeurt zijn wel dood, maar de huid kan meteen opnieuw besmet worden met parasieten uit de omgeving. De antiparasitaire bestanddelen van de shampoos zijn vaak zeer irriterend voor de huid en drogen de huid fel uit. In vlooienbestrijding gebruikt men dus liever andere producten.
5) IS ELKE VIEZE GEUR VAN MIJN HOND EEN INDICATIE OM TE GAAN WASSEN ?
Elke hond heeft een lichte "hondengeur" die sterker waarneembaar is als de hond nat is of als ie het erg warm heeft.
Een onaangename geur kan verspreid worden door de vacht, als er iets mis is met de vacht: vb een huidontsteking (het zogenaamde exzeem), een seborroehuid (de geur van ranzige boter), hormonale problemen met effect op de huid, etc.
Niet elke onaangename geur kent zijn oorzaak in de vacht. Zo bijvoorbeeld kunnen oorontstekingen ook een vreemde geur teweegbrengen. Evenals anaalklierproblemen. Dit zijn 2 kliertjes aan weerszijden van de aars, die een sterk ruikende substantie afscheiden. Wanneer deze kliertjes ontstoken zijn of overvuld, kan een zeer onaangename geur verspreid worden. Ook tandproblemen, zoals tandplak, tandvleesonsteking ed kunnen vieze geurtjes creëren.
Dus niet elke vieze geur komt van de huid, en niet elke geur heeft een wasbeurt "nodig". Laat de dierenarts uitmaken waar de geur vandaan komt, zodat een correcte behandeling kan ingezet worden.
6) IS SCHEREN EN TRIMMEN NODIG ? Daar een hond z'n zweetklieren niet gebruikt voor de thermoregulatie (lichaamstemperatuur op peil houden), is scheren niet zinvol om de hond verkoeling te brengen tijdens warme perioden.
Het scheren is wel zinvol om de hond netter te houden of meer gemak te bieden bij het borstelen. Sommige rasstandaarden vereisen trouwens een bepaalde "coupe" die enkel te verkrijgen is door scheren (vb poedel, bedlington terrier, etc).
Trimmen daarentegen is zeer nuttig voor "draadharige" honden, zoals terriers, ierse wolfshonden, schnauzers, bouviers , cairn terriers etc. Bij het trimmen worden immers de dode haren uitgetrokken, de gezonde haren een stukje korter gemaakt. Het verwijderen van de dode haren is zeer nuttig voor de huid, omdat anders de dode haren de huid zouden verstikken en ev. huidinfecties zouden veroorzaken.
7) HOE MOET IK MIJN HOND WASSEN ?
U moet van tevoren de hond borstelen en ontklitten. Eventueel in de gehoorgangen een prop watten steken, opdat er geen water of zeep naar binnen zou vloeien. En doe best geen al te goede kleren aan.
Maak de hond goed nat met lauw water. Vermijd nat maken van de ogen, oren en neus. Breng de shampoo aan op de nek en rug. Masseer de shampoo goed in de vacht en voeg, indien nodig, extra water toe. Laat de shampoo even inweken en daarna grondig spoelen. Eventueel het dier een 2de maal wassen. De vacht uitspoelen tot er geen enkel zeeprest meer is, is zeer belangrijk om geen huidirritatie te veroorzaken.
Nadien laat u de hond zich even goed uitschudden. De vacht moet goed uitgekamd worden. Daarna met een handdoek de vacht goed droog wrijven. Het spreekt vanzelf dat u het dier niet mag laten opdrogen op tochtige plaatsen, of in koude etc, teneinde een verkoudheid te vermijden. Men kan eventueel het dier met de haardroger drogen.
Vergeet nadien niet de prop watten uit de oren te verwijderen !!!
MORAAL VAN HET VERHAAL :
Gebruik bij een gezonde huid een MILDE HONDENshampoo. Voor probleemhuiden bestaan AANGEPASTE shampoos, maar gebruik de JUISTE shampoo voor het specifiek probleem. Laat u wat dat betreft adviseren door uw dierenarts.
Straatkatten hebben perfecte manieren. (Tante Lotte)
Straatkatten hebben perfecte manieren.
Bij het 'afhalen' van eten uit containers en vuilniszakken op straat laat de kater vrouwtjespoezen en kittens voorgaan.
Wetenschappers zijn zeer verwonderd over deze eigenschap. In de dierenwereld is het juist gebruikelijk dat sterke mannetjes het eerst aan een prooi beginnen en dan ook het lekkerste stuk mogen opeten. De 'grotere broer' van de kat, de leeuw, doet dat ook.
Maar wilde katten, vaak nakomelingen van gevluchte of gedumpte huispoezen, hebben hoffelijke manieren. Onderzoekers volgden straatkatten in Rome, schrijft de Daily Mail. In de Italiaanse stad leven er naar schatting 350.000. Roberto Bonanni van de Parma universiteit kwam erachter dat er een duidelijke pikorde is, die wordt bepaald door blaasgedrag, kromming van de rug en kattengejank.
Die pikorde geldt bij straatkatten niet meer als het om eten gaat. In de buurt van voedsel worden de vrouwtjes dominanter. Katers sluiten vervolgens achter in de rij aan. Volgens Bonanni is dit evolutionar bepaald. Vrouwtjeskatten op straat zijn vaak zwanger of moeten hun kittens te eten geven. Dus hebben ze meer voedsel nodig. Katers respecteren de poezen hierom en laten kittens eerst eten zodat ze kunnen overleven.
Vergeten de katers even dat de poezen voorrang hebben, dan krijgen ze er meteen van langs. Volgens Bonanni slaan ze dan heel gericht met hun poot op de kop van de kater, om vervolgens het eten over te nemen.
bron: telegraaf.nl
*een lieve groet doet elk van ons goed Toshi & tante Lotte*
Uw huisdieren tijdig voorbereiden op het eindejaarsvuurwerk
Uw huisdieren tijdig voorbereiden op eindejaarsvuurwerk
Veel honden zijn bang voor vuurwerk, onweer of vergelijkbare geluiden. Veel hondeneigenaren zien daarom enorm op tegen de laatste weken van het jaar wanneer het vuurwerk weer losbarst. Toch is er in veel gevallen wat aan te doen, door de hond tijdig te wennen aan het geluid van vuurwerk. In de rest van dit artikel gaan we in op de therapie voor angst voor vuurwerk. Wanneer uw hond bang is voor andere geluiden, is de therapie echter vergelijkbaar!
Honden die bang zijn voor vuurwerk, hebben geleerd dat dit geluid betekent dat er iets vreselijk engs gaat gebeuren. Vaak is de oorzaak hiervan een slechte inprenting en socialisatie van de hond. Angst voor vuurwerk kan echter ook op latere leeftijd zijn ontstaan doordat de hond een keer heftig is geschrokken van vuurwerk en zo een traumatische angst heeft ontwikkeld.
Om uw hond over zijn angst voor vuurwerk heen te krijgen, zult u moeten bewerkstelligen dat de hond bij het geluid van vuurwerk niet direct denkt dat er iets heel engs of gevaarlijks gebeurt, maar dat het geluid van vuurwerk de aankondiging wordt van iets leuks! Dat gaat natuurlijk niet vanzelf, maar daarvoor zult u veel moeten oefenen! Belangrijk is om eerst er voor te zorgen dat u het geluid van vuurwerk op CD heeft. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld de CD "Help, ik ben bang voor onbekende geluiden", verkrijgbaar in de Internetwinkel van dogweb.nl of elke andere speciale CD die je in de betere dierenwinkel kan vinden. Zo'n CD is een prima hulpmiddel om de hond van zijn angst af te helpen.
Wanneer u de CD in huis heeft, moet u vervolgens zorgen dat u een spelletje weet dat de hond geweldig vindt. Gebruik bij voorkeur zijn favoriete speeltje maar ook iets lekkers! Zet de CD met vuurwerkgeluid op en zet daarbij het volume zo zacht dat u aan de hond ziet dat hij wel erop reageert, maar dat hij niet helemaal van slag is. Probeer vervolgens de hond zo ver te krijgen dat hij met u gaat spelen. Een hond gaat alleen spelen wanneer hij zich ontspannen voelt, dus door de hond zo ver te krijgen dat hij gaat spelen, ontspant hij vanzelf. Wanneer de hond de aandacht op u of het speeltje richt en dus niet op het geluid van vuurwerk, beloont u de hond direct met iets lekkers. Lukt u het niet om de aandacht van de hond te krijgen, zet dan het volume zachter. Houd de oefening kort: een paar minuten is lang genoeg! Wanneer u de oefening stopt, bergt u het speeltje weer op. Door dit regelmatig bij hetzelfde geluidsvolume te herhalen, zult u merken dat de hond na aan aantal malen niet meer stresserig reageert op het geluid van het vuurwerk, maar dat het geluid juist de aankondiging wordt van een fantastisch spelletje met de baas! Herhaal de oefening niet direct achter elkaar, maar oefen met de hond meerdere keren op de dag, een paar minuten
Pas wanneer de hond zover is dat hij geen angst meer vertoont bij een bepaald geluidsvolume, kunt u de oefening doen met een iets hoger volume. Ook nu weer geldt: net zo vaak oefenen bij dit volume totdat de hond geen angst meer vertoont, maar ontspannen met u gaat spelen.
Wanneer u de oefening op deze manier zeer geleidelijk opbouwt, zult u geleidelijk de negatieve associatie die de hond heeft bij het geluid van vuurwerk, kunnen ombuigen naar een positieve associatie: het geluid van vuurwerk wordt de aankondiging van een geweldig spelletje met zijn favoriete speeltje en met de baas.
Begin wel tijdig met deze oefening, liefst ruim voordat er weer vuurwerk wordt afgestoken. Zeker wanneer een hond erg angstig reageert op vuurwerk en u de oefening dus zeer geleidelijk moet opbouwen, kost deze oefening zeker enkele weken!
Wanneer de hond al erg getraumatiseerd is en dus zeer bang voor vuurwerk en/of andere geluiden is, is het verstandig om de therapie te ondersteunen metBach Rescue-remedie. In veel gevallen wordt een hond hierdoor minder paniekerig en dus toegankelijker voor de oefening. Bij een hond met dergelijk gedrag kan het ook erg verstandig zijn om de hond Bach Rescue-remedie te geven rond de jaarwisseling wanneer er erg veel vuurwerk wordt afgestoken.
Nog een laatste tip: Soms horen wij van bazen van een hond die angstig reageert als er vuurwerk wordt afgestoken, dat de baas met de hond dan naar buiten gaat zodat de hond kan zien wat er gebeurt en hij dus zou zien dat er niets aan de hand is. Dit lijkt ons erg onverstandig. Het zien dat er vuurwerk wordt afgestoken maakt een hond echt niet minder angstig en wanneer er vuurwerk richting uw hond wordt gegooid, is de kans dat zijn angst alleen maar groter wordt, erg reëel! Wij raden daarom iedereen aan om juist op de momenten dat er veel vuurwerk wordt afgestoken, zo min mogelijk met de hond naar buiten te gaan!
Ten slotte een oproep voor iedereen die vuurwerk afsteekt:
Gooi NOOIT, NOOIT vuurwerk naar honden (of andere dieren) en wanneer u vuurwerk afsteekt en u ziet een hond naderen, wacht dan tot de hond voorbij is!
Hoe draag je een grote hond naar boven? (Martina1)
Hoe draag je een grote hond naar boven?
Er zijn veel honden (hondenrassen) die last hebben/ krijgen van hun heupen. Zeker met veel trappen lopen. Want daar zijn honden natuurlijk niet op gebouwd en zeker niet hele grote, zware honden. Woon je toch op 3 hoog en moet je je beessie iedere dag naar boven sjouwen dan is dit een goeie oplossing. Het is een soort harnas wat je aan kan trekken, met handvaten eraan . Op die manier loopt de hond (met zijn voorpoten) wel zelf naar boven maar zal niet het hele gewicht op zijn achterpoten (heupen) komen te staan omdat je zijn achterlijf een stukje tilt. Je verlicht dus zijn gewicht. Ik vind het supergoed bedacht. Ik vraag me af of het echt handig is en of er mensen met ervaringen zijn!? Let wel op he, dat je niet samen de trap af valt!
In de herfst maken ze zich er voor klaar: door veel te eten bouwen ze een vetreserve op, zodat ze gezond en dik aan hun winterslaap kunnen beginnen.
Ze doen dat in een holletje, dat ze bekleden met een dikke laag bladeren. Ze zoeken er een beschutte plek voor onder struiken of in blader- of afvalhopen. De meeste volwassen egels kruipen eind november in hun holletje en de jongen wachten daar meestal mee tot eind december.
Tijdens de winterslaap daalt de lichaamstemperatuur van de egels sterk (van 35,5 C naar 5,0 C) en ook de hartslag en de ademhaling lopen flink terug (hartslag: van 180 naar 9 slagen per minuut, ademhaling: van 45 naar 3 keer per minuut). Egels leven dan van de vetreserves. Tijdens de winterslaap verliezen egels bijna 25% van hun lichaamsgewicht.
WELKE EGELS HEBBEN HULP NODIG ?
Een egel die veel vlooien en/of teken heeft, of erger nog: vliegeneitjes en/of maden.
Een egel die stil ligt (hij hoeft niet dood te zijn al voelt hij slap aan).
Een egel die wankelt of in kringetjes loopt.
Een egel die suf is en zich niet oprolt als hij wordt aangeraakt.
Een snotterende of hoestende egel.
Een egel die uit het water is gehaald.
Een egel die in een put of fruitnet gevangen zit.
Een egel waarvan het winternest is verstoord.
Een nest baby-egeltjes waarvan de moeder is omgekomen of waarvan de moeder ze overduidelijk heeft verlaten.
Een egel die buiten rondloopt als het vriest.
Soms kan het wel eens zijn dat een overijverige aanstaande moeder bezig is haar nest in te richten, dan is er natuurlijk niets aan de hand.
Een gezonde egel kijkt helder uit zijn oogjes, heeft hij een natte neus, maakt een levendige indruk en rolt zich op bij aanraking.
Egels die 's nachts en in de avond- en ochtendschemering rustig aan het rond scharrelen moeten natuurlijk met rust gelaten worden.
WAT TE DOEN MET EEN ZIEKE OF GEWONDE EGEL ?
Het is nodig zieke egels en babyegeltjes warm te houden. Dit kan in een stevige doos met een kruik of een fles handwarm water. De egel legt U in een oude doek tegen de kruik aan.
Afkoeling kan fataal zijn voor deze egeltjes.
Moet de egel, die niet erg ziek is, een nachtje blijven logeren voor hij naar de opvang kan, zet de egel dan in een stevige doos met veel krantensnippers (zodat hij een holletje kan maken). Met een bakje water (geen melk) en wat kattenvoer of brood met pindakaas komt de egel de nacht dan wel door.
Denk er wel aan, dat een egel goed kan klimmen en makkelijk uit een doos kan ontsnappen.
Het is niet raadzaam om te proberen zelf een egel te behandelen. Het is beslist geen huisdier. De egel is bovendien een beschermd dier en mag niet thuis worden gehouden.
Er bestaan egelasielen waar je terecht kan met een zieke of gewonde egel, o.a. www.egelopvangdenhaag.nl
Ik liep vanmorgen door het bos met men Bo toen me dit te binnen schoot!!!!
ODE AAN MEN BO !!!
Mijn hondje is een engelse cockerspaniel, ik hou van haar met hart en ziel. Ze rent en zoekt en gaat op jacht, ik sta soms een kwartier op wacht. Bo is haar naam die ze heeft gekregen, ik was een andere naam aan't overwegen. Ze is zo zacht, een kapoen en O zo lief, ze blijft voor eeuwig men hartedief!
hier mijn gedichtje, geschreven op die trein op 12 oktober 1974
Oost West, Thuis is the best...
Vandaag mag ik naar huis, jaja, ik help dan mijn ma bij de grote kuis. Achter de zetel...hij is rood ligt nog een stukje gedroogd oud brood...
Eindelijk eindelijk mag ik gaan weldra ben ik hier ver ver vandaan In de trein...het duurt wel lang zij is moe en hij is bang.
Mijn hondje krost al door de tuin hij is vuil, zijn witte vacht is nu bruin eindelijk val ik mijn ouders om de nek... en youky...mijn lieve lieve youky heeft een hijgende bek
MIJN POEZEN!!!!!! Er waren eens 2 poezen die lagen daar te soezen. Hé t'is Snoepie en ons Nouch de laatste is zo zot als moesj. Het zijn 2 vuilnisbak katten toch houden ze niet van ratten. Nu verblijven ze bij mij thuis sindsdien zag ik geen enkele muis. De 1 is een Duitse de ander een echte sinjoor als ze samen mauwen dan is het in koor. Ik heb 2 lieve poezen die liggen hier te soezen.
Van Okidoki ------------------------------------------------
De Engelse Cocker Spaniel behoort tot een van de populaire hondenrassen. Populair om zijn altijd vrolijke karakter, zijn vriendelijkheid naar de mensen toe, maar ook door zijn niet te groot en niet te klein formaat. Van oorsprong is de cocker door de eeuwen heen gefokt als jachthond om op klein wild in dichte bossages en struikgewas te jagen. Dit gepaard gaande met enige zelfstandigheid wat zijn enigszins eigenwijze karakter verklaart.
Gezinshond
De cocker is uitermate geschikt als gezinshond. Immers in een gezin is er altijd wel wat te beleven, vooral met kinderen. Niet alleen heeft hij voldoende lichaamsbeweging nodig, maar ook geestelijke afleiding omdat het van origine een werkhondje is. Even alleen maar een paar keer per dag een blokje om is echt onvoldoende voor hem. Een cocker heeft een aanhankelijk karakter en wil eigenlijk altijd bij de mensen zijn en zal het daarom ook fijn vinden als u hem overal mee naar toe neemt. Ook vindt hij het fantastisch op de hondenschool voor o.a. fly-ball of behendigheid, als er maar iets met de hond gedaan wordt en hij zich niet gaat vervelen.
Karakter en opvoeding
Zoals gezegd is de cocker een zeer vrolijke hond met een altijd kwispelende staart. Leve de lol is een motto wat echt bij de cocker past. Echter een beetje eigenwijsheid is niet vreemd voor hem. Vandaar dat een consequente opvoeding aangeraden is anders zal hij het misschien zelf wel even bepalen. Dit betekent echter zeker niet dat hij een harde opvoeding nodig heeft, maar juist vanwege zijn zachte karakter een opvoeding gebaseerd op positieve beloningen. Met een harde opvoeding (straffen) zult u minder bereiken en eerder een angstige, gedrukte hond krijgen dan een vrolijke. Consequent betekent dat u afspraken maakt binnen het gezin wat de hond wel mag en niet mag en dat iedereen de juiste commando's geeft voor dezelfde dingen. De hond weet dan waar hij aan toe is. Zeker als u een pup in huis haalt is het nodig om met hem naar een goede hondenschool te gaan voor een opvoedingscursus. Een gediplomeerde instructeur is op de hoogte van de diverse hondenkaraktereigenschappen en hoe deze te trainen.
Verzorging
Een cocker heeft een mooie zijde-achtige vacht en dit behoeft wel enige verzorging. (Zie ook vachtverzorging) Houdt u daar wel rekening mee voordat u een cocker aanschaft. Minimaal een aantal keren per week zult u de vacht goed uit moeten kammen teneinde klitvorming tegen te gaan. Dit moet u al bij de pup aanleren, ondanks dat de vacht dan nog niet gegroeid is, maar jong geleerd is oud gedaan en als uw cocker zijn mooie lange vacht heeft, weet de pup niet beter en laat hij dit gewoon toe.
Ook zult u de vacht 2-4 maal per jaar (afhankelijk van de vacht) door een goede gespecialiseerde trimmer moeten laten plukken teneinde de dode haren te verwijderen. Doet u dit niet, dan is de kans groot dat uw cocker last krijgt van huidproblemen, afgezien van een onverzorgd uiterlijk.
Ook de hangoren van een cocker verlangen goede verzorging. Omdat ze dicht tegen het hoofd aanhangen krijgt het minder lucht dan een hond met staande oren. Ten eerste zorgt u er goed voor dat de haren rondom de gehoorgang regelmatig worden weggeknipt, zodat de gehoorgang vrij blijft en goed van lucht wordt voorzien. Dit is eigenlijk de belangrijkste voorzorgsmaatregel en behoedt u en de hond voor heel veel ellende van oorontstekingen. Alleen als het oor vies is en stinkt, kunt u bij de dierenarts een zachte oorcleaner halen.
Rasstandaard van de Engelse Cocker Spaniel
Land van herkomst: Groot Brittannie.
Algemeen voorkomen
Vrolijke, stevige jachthond, evenredig gebouwd, compact. Meet ongeveer hetzelfde van de schoudertoppen tot de grond als van de schoudertoppen tot staartaanzet.
Eigenschappen
Vrolijke aard met een altijd kwispelend staartje, laat een kenmerkend beweeglijk gangwerk zien, vooral wanneer de hond een spoor volgt. Niet bang om zware dekking aan te nemen.
Karakter
Zachtaardig en aanhankelijk. Levenslustig en uitbundig.
Hoofd en schedel
Vierkante voorsnuit met een uitgesproken stop midden tussen neuspunt en achterhoofdsknobbel. Goed ontwikkelde schedel, mooi besneden, niet te fijn noch te grof. Geen uitstekende jukbeenderen. Neus voldoende breed voor sterk reukvermogen.
Ogen
Vol, maar niet uitpuilend. Donkerbruin of bruin, maar bij de leverkleurigen, leverschimmels en leverbonte honden is donker hazelnoot in overeenstemming met de kleur van de vacht toegestaan. Intelligente en zachte uitdrukking maar klaarwakker, attent en vrolijk. Goed aangesloten oogleden.
Oren
Lobvormig, laag aangezet ter hoogte van de ogen. Dunne oorlappen, die tot een de neuspunt reiken. Goed bedekt met lang, recht, zijdeachtig haar.
Gebit
Sterke kaken met een perfect, regelmatig en compleet schaargebit, d.w.z. dat de boventanden voor de ondertanden scharen en recht in de kaken zijn geplaatst.
Hals
Matig lang, gespierd. Fraai overgaand in schuine schouders. Geen keelhuid.
Voorhand
Schuine en droge schouders. Benen hebben sterke botten, zijn recht en voldoende kort voor een geconcentreerde kracht. Niet te kort, waardoor de enorme inspanning waartoe dit prachtige jachthondje in staat moet zijn, belemmerd zou worden.
Lichaam
Sterk, compact. Borst goed ontwikkeld met diepe borstkas, voorborst niet te breed noch te smal. Goed gewelfde ribben. Korte lendenen, breed, met sterke, rechte ruglijn, die van het einde van de lendenen tot aan de staartaanzet iets afloopt.
Achterhand
Breed, rond, zeer gespierd. Benen hebben sterke botten, goede kniehoeking, laag geplaatste spronggewrichten voor veel stuwkracht.
Voeten
Stevig, dikke voetzoolkussens, kattenvoeten.
Staart
Iets onder de ruglijn aangezet. Moet bij actie vrolijk zijn en recht naar achteren gedragen worden, nooit omhoog. Na 31 augustus 2001 is er in Nederland een coupeerverbod van de staarten. Voor deze datum geboren honden mogen een gecoupeerde staart hebben, maar nooit te kort of te lang, waardoor de voortdurende vrolijke beweging belemmerd zou kunnen worden.
Gangwerk/beweging
Zuiver in de beweging met enorme stuwing en goed uitgrijpend.
Beharing
Glad, zijdeachtig van structuur, nooit stug of golvend, niet te overvloedig en nooit krullend. Goede bevedering aan de voorbenen, lichaam en achterbenen boven de hakken.
Kleur
Zwart en elke andere kleur is toegestaan. Bij de eenkleuren is wit uitsluitend toegestaan op de voorborst.
Afmetingen
Hoogte 39-41 cm (15.5-16 inches) voor reuen en 38-39 cm (15-15.5 inches) voor teven. Gewicht ongeveer 12.7-14.5 kg (28-32 Engelse ponden).
Fouten
Elke afwijking van de voorgaande punten moet als een fout worden beschouwd en de beoordeling van de ernst van de fout moet in verhouding staan tot de mate waarin de fout zich voordoet.
Opmerking
De reuen moeten twee normaal ontwikkelde, volledig in het scrotum ingedaalde testikels hebben.
Gedicht No: 98 Naam: Antoon de Loof Soort hond: Jack Russel
Haar vriendschap
Toen ik voor het eerst mijn hondje zag Was het raak geschoten die de dag Een speciaal gevoel was geboren En was door niets te verstoren
Die eerste dag was het ijs al gebroken Een vriendschap voor lange duur ontloken Samen rennen door het bos is onze favoriet Ook met de bal spelen vergeten we niet
Ik ben blij dat ik haar heb gekend Dat je nog altijd bij mij bent Er gaat geen dag voorbij Altijd samen, zij aan zij
Het gevoel van liefde voor mijn hondje zal nooit verdwijnen Haar trouw en vriendschap zullen me steeds bijblijven Want ook al heb ik wel eens een slecht humeur Steeds staat zij te wachten aan de deur
Geen dag laat ik haar vallen Met haar kan ik mijn leven niet vergallen Ze laat zich merken dat we elkaar toebehoren Geen dag voorbij of ze moet zich laten horen
Soms snauw ik haar af, ze verroert nog niet Niemand kan met haar hebben een beetje verdriet Ze staat altijd voor mij klaar Daarvoor ben ik haar eeuwig dankbaar
Als we samen zijn is het elke dag feest Ook bij opa en oma zijn we geweest Nooit zal ik mijn hondje kunnen vergeten We houden toch zo van elkaar, zeker weten
De Witte Herder is een krachtige, goedgespierde, middelgrote (lang) stokharige herdershond met staande oren, rechthoekig formaat, van middelzware bouw en met elegante, harmonisch vloeiende belijning.
Gedrag en karakter:
Temperamentvol zonder zenuwachtigheid, opmerkzaam en waakzaam; naar vertrouwde mensen toe vriendelijk, vertrouwelijk en aanhankelijk; makkelijk te leiden en evenwichtig; tegenover vreemden gereserveerd, echter NIET angstig of agressief; benadert onbek ende invloeden eerst terughoudend/voorzichtig, daarna nieuwsgierig.
Gebruiksdoel:
Familie- en gebruikhond met uitgesproken "kinderliefde", oplettende waker, opgewekte en gemakkelijk lerende hond.
Grootte:
Schofthoogte reuen 60cm - 65 cm en teven 55 cm - 60 cm. Rastypische honden mogen wegens een lichte onder- of bovenmaat niet gediskwalificeerd worden.
Krachtig, droog en adellijk gevormd, in natuurlijke verhouding tot het lichaam staand. Van boven en van opzij gezien wigvormig tot de neus toe smaller wordend.
Bovenschedel:
Slechts weinig gewelfd, duidelijke doch zacht verlopende stop, schedel en neusrug in evenwijdige lijn staand, aangeduide middengroef.
Snuit: Krachtig en middellang, niet langer dan de schedel.
Neus: Normaal gevormd, middelgroot, zwart gewenst, wisselneus word getolereerd.
Lippen: Strak, droog, goed gesloten en zwart.
Gebit: Sterk, volledig schaargebit waarbij de tanden loodrecht in de kaak moeten staan. De gebitshelften schuiven over elkaar als de delen van een schaar.
Ogen: Middelgroot, amandelvormig, licht schuinliggend, zwart omrand en zo donker mogelijk (donkerbruin tot zwart). De uitdrukking is waakzaam en intelligent tevens helder en levendig.
Oren: Middel)groot, hoog aangezet, goed rechtop gedragen, evenwijdig aan elkaar naar voren gericht, staand in de vorm van een langwerpige, van boven licht afgeronde driehoek.
Hals: Middellang en goed gespierd, breed aan het lichaam aangezet, geen keelhuidvorming; de elegant gewelfde neklijn loopt onafgebroken vanaf de matig hoog gedragen kop tot de schoft, de keellijn vloeiend tot het borstbeen.
Lichaam:
Romp: Krachtig, gespierd, middellang.
Borst: Niet te breed, diep ca. de helft van de schofthoogte, tot de ellebogen reikend; ovale, ver naar achteren reikende borstkas, duidelijke voorborst.
Schoft: Vloeiend in hals en rug overgaand.
Rug: Recht en horizontaal, sterk gespierd.
Croupe: Lang en van middelmatige breedte, aanzet bij benadering horizontaal, vervolgens naar achteren langzaam afhellend.
Buik/flanken: Slanke, strakke flanken; de buiklijn loopt licht naar boven.
Staart: Rondom vol behaarde sabelstaart, naar de punt toe smaller wordend; liefst diep aangezet, tenminste tot het spronggewricht reikend, in rust sabelvormig hangend, in de beweging hoger, maar nooit boven de ruglijn.
Ledematen: Krachtig, gespierd, middelzwaar.
Voorhand: Van voren gezien recht; matig brede stand; van opzij gezien goed gehoekt, goed aansluitende ellebogen.
Onderarm: Lang, recht, pezig.
Middenvoorvoet: Stevig, licht schuingezet.
Achterhand: Van achteren gezien recht en evenwijdig, niet te breed staand, van opzij gezien voldoende gehoekt.
Bovendijbeen: Middellang met sterke bespiering.
Onderdijbeen: Middellang, schuinstaand met stevige botten en goede bespiering.
Spronggewricht: Krachtig, goed gehoekt.
Middenachtervoet: Middellang, recht, pezig, eventuele wolfsklauwtjes moeten verwijderd zijn.
Poten: Ovaal, achter iets langer dan voor; tenen dicht sluitend en goed gewelfd; stevige, zwarte voetballen; donkere nagels gewenst.
Gangwerk: Elastische, ritmische beweging, gelijkmatig, vlot en volhardend; wijde verstrekkende passen met een krachtige afzet; in draf bijzonder goede, vloeiende vooruitgang.
Vacht, huid en kleur:
Beharing:
Stok- of langstokhaar, dicht tegen het lichaam aanliggend; rijke wollige ondervacht overdekt met stugge haren; bek, snuit, oren en poten zijn korter, de nek en achterzijde poten iets langer behaard; licht golvend, hard haar is toegestaan.
Huid: Glad op de spieren liggend, donker gepigmenteerd, geen rimpelvorming.
Kleur: Wit.
Geslachtskenmerken: Reuen hebben twee normaal ontwikkelde testikels welke zich beide in het scrotum bevinden.
Fouten:
Iedere afwijking van voornoemde punten is als fout aan te merken, de waardering staat in verhouding tot de graad van de afwijking, waarbij ermee rekening wordt gehouden in hoeverre wezenlijk afbreuk aan het rasbeeld wordt gedaan.
Lichte fouten:
Lichte wildkleur (zwakke gele of bruinrode nuances) aan oortoppen, rug en bovenkant staarOntbreken van één P msthemelis
Zware fouten:
Plompe verschijning, te kort of te lang gebouwd (vierkant).
Het is duidelijk dat de Witte Herder familie is van de Duitse Herder. Men weet dat het een directe afstammeling is, maar de preciese herkomst van de Witte herder is eigenlijk onbekend.
Als je in de geschiedenis van dit ras duikt dan kom je de verhalen tegen zoals die van de adelijke familie von Habsburg die pure lijnen witte Herders honden fokte. Dit deden ze vooral omdat ze zo goed pasten bij de witte Lipizzaner paarden die de koninklijke koets voorttrokken. Maar er zijn mensen die dit verhaal eerder als een leuke anekdote zien, dan op waarheid gegrond. Ze verwijzen liever naar honden zoals Grieff die zowel gekleurde als Witte Herdershonden voortbracht.
Von Stephanitz kocht een kleinzoon (Horand) van deze bijzondere herder en besloot een rasstandaard op te zetten voor de Duitse Herder. In 1899 werd zijn hond Horand de eerste geregistreerde Duitse Herder. In Europa kwam er op een gegeven ogenblik een verbod op het fokken van Witte Herders. Witte Herders werden daarom doorverkocht naar het buitenland.
De Amerikaanse Ann Tracy besloot met deze witte pups een eigen bloedlijn op te zetten. In de tachtiger jaren werd de pup weer populair in Europa en zo kwam de hond terug bij verschillende Europese fokkers.
Het is te begrijpen dat de fokkers deze hond inschreven als Amerikaans-Canadese Witte herder, maar later kreeg deze herder Zwitserse Witte Herder als officiële naam omdat aangenomen werd dat deze Herder daar oorspronkelijk vandaan kwam.
Even kort wat meer informatie over de Witte Herder
De Witte Herder is een oplettende hond die heel wakker is, lief voor zijn gezin, vooral voor de kinderen, opgewekt en heel leergierig. Hij is krachtig gespierd heeft staande, rechthoekige oren, een middelzwaar beendergestel met een vloeiende belijning.
Reutjes worden tussen de 60 en 66 cm groot en wegen 30-40kg. Teefjes zijn 44-61 cm en wegen 25-35kg.
Lezers van het Hondentips Magazine over de Witte Herder.
Wij hebben thuis een witte herder, en ik vind het super dat hier wat extra info over dit ras staat.
'Ons Fien' is een superzachte hond. Ze is onderdanig naar ons toe (luistert meestal op het 1ste woord). Ze heeft een zachte aanpak nodig en is heel slim. Op de hondenschool was ze onmiddellijk weg met de meeste oefeningen. Ze is nu 1,5 jaar en wel nog enorm speels (apporteren doet ze het liefst van al en ze wordt dit nooit moe! .
Fien heeft veel beweging nodig, maar wanneer ze binnen komt weet ze wel dat ze moet rustig zijn. Ze is enorm lief tegenover ons en de mensen die ze kent, maar met vreemde mensen gaat het minder goed. Ze heeft veel tijd nodig en wanneer het voor haar te snel gaat, waarschuwt ze met luid geblaf.
Met andere honden lukt het al helemaal niet! Ik zelf steek dit op het feit dat ze als pup een paar keer 'aangevallen' is door onze jack russel.
Ook tijdens het wandelen is ze twee keer aangevallen door loslopende honden!
Met onze jack is het ondertussen goed gekomen, ze zijn goede vriendjes (en ook onze poes ziet ze doodgraag, maar wel enkel onze poes
Van andere honden is ze bang.
Dit vertaalt zich echter in 'agressief' gedrag (haar recht, blaffen, grollen) naar andere honden tijdens wandelingen.
Dit is het enige minpuntje, maar heeft elke hond dit niet?! Het is echt een superlieve hond, met een klein hartje. Ze doet zich soms stoerder voor dan ze is. (Hondentips-magazine)
ik kijk naar zijn trouwe gezicht, zijn vacht die blinkt in het zonlicht. plotseling geeft hij mij een lik, hij houd van me dat besef ik.
er moeten meer mensen komen, die liefde en respect voor de hond kunnen tonen. die hun hond niet aan een boom hebben vast gebonden, wand dat is een grote zonde.
***
t`hondje is een blondje, aan zijn kontje hangt een strondje, en zijn staart zwiept in een rondje. (hondengedichten.comà
In het winkelcentrum in Amsterdam kwam er een meisje bij de Sint op schoot zitten en Sinterklaas vroeg aan het meisje hoe ze heette. Het meisje keek de Sint heel kwaad aan en riep tenslotte verontwaardigd: 'Dat heb ik je verdorie vanmorgen in Utrecht al verteld en nu ben je het al vergeten!'
RAADSEL...
.
Vraag:
Wat is Sinterklaas met een lampje in zijn hand? Antwoord:
Boren Een vader begint tegen zijn zoon over Sinterklaas. Waarop zijn zoon antwoordt: "Ach, schei toch uit met je Sinterklaas. Ik heb alles gevonden in de kelder, het kostuum, de baard en die staf. Ik geloof allang niet meer in Sinterklaas. En," zegt hij, "nou we toch kerels onder elkaar zijn, met die ooievaar kan je ook wel inpakken." Antwoordt zijn vader: "O ja, weet je dan hoe het wel gaat?" "Ja," zegt hij, "kinderen worden geboren en ik zal net zo lang zoeken tot ik die boor ook gevonden heb." (sinterklaas.moppentap.nl)