Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
07-12-2007
Dingen die een hond moet onthouden (Tante Lotte)
Dingen die een Hond moet onthouden
De vuilnismannen stelen geen spullen van ons.
Niet plotseling opstaan als je onder de koffietafel ligt.
Je nat te vacht uitschudden, voordat je het huis binnengaat.
Geen lik geven over een beker waar gloeiend hete thee inzit.
Niet het eten van de katten opeten. Niet voordat ze de kans hebben gehad het op te eten, niet nadat ze de kans hebben gehad om het op te eten en zeker niet als ze het uitgekotst hebben.
Niet op tandenborstels kauwen.
Niet overgeven in de auto.
Niet in dooie beesten rollen, alleen maar omdat het luchtje zo lekker is.
Die knapperige dingen in de kattenbak zijn geen eten.
Geen zakdoekjes of luiers eten.
De vuilnisbak is geen koekjesblik.
Niet het laatste stukje schone vloerbedekking opzoeken, wanneer je moet overgeven.
Niet op pennen kauwen. Zeker niet op de rode, anders denken ze dat je bloedt.
In de auto moet het raam dicht als het regent.
Als je een deurbel hoort: niet blaffen. Het is op de TV.
Geen ondergoed jatten en er mee door de achtertuin rennen.
De bank is geen washandje. De broek van de baas en het vrouwtje ook niet.
Je hoofd hoort niet in de ijskast.
Niet in de hand van een agent bijten, als hij het rijbewijs en kenteken aanpakt.
Geen touwtrek spelletje doen met het ondergoed van de baas, als hij op de WC zit.
Geen tandfloss opeten, je wilt niet weten hoe moeilijk dat er weer uitgaat.
Niet in de bagger rollen als je net gewassen bent.
Je neus in iemand zijn kruis duwen is geen acceptabele welkomstgroet.
De kat is geen pieppoppetje. Als je met hem speelt en hij piept, is dat geen goed teken.
Niet midden in de huiskamer aan je kruis likken als er visite is.
*een lieve groet doet elk van ons goed Toshi & tante Lotte*
Een gezonde, vijf jaar oude hond stierf aan nierfalen nadat zij thuis een doos rozijnen had opgegeten. In de Verenigde Staten is bekend dat rozijnen giftig kunnen zijn en de dierenartsen aldaar weten ook hoe opgetreden moet worden als een hond er ziek van wordt. Uit een onderzoek van dierenartsen van de Amerikaanse ASPCA en hun 'vergiften centrum' (APCC - Animal Poison Control Center) komt het volgende naar voren: Van 10 honden wordt gemeld dat ze nierfalen ontwikkelden na het eten van een grote hoeveelheid druiven (5 honden - verse druiven, of gedeeltelijk gegiste druiven, 3 honden aten pitloze blauwe druiven) of rozijnen (5 honden).
Twee honden overleden en drie honden moesten inslapen. De overige vijf honden kregen drie weken lang een zware behandeling. Van 4 honden was bekend hoeveel ze ongeveer gegeten hadden en dit varieert tussen 9oz (275 gram) en 2lbs (1 kilo). Volgens deze dierenartsen moet iedere hond, die meer dan een paar druiven of rozijnen eet, behandeld worden.
De oorzaak van de vergiftiging is nog niet bekend. Gedacht wordt aan: schimmels, overdosis Vitamine D3, o.i.d., milieuverontreiniging -pesticiden, zware metalen- of giftige stoffen in het fruit zelf.
Ziekteverschijnselen, voordat de nieraandoening zich aankondigt, zijn: braken, diarree, sloomheid, geen eetlust en buikpijn. Deze verschijnselen kunnen wekenlang aanhouden. Bij bloedonderzoek blijkt vaak sprake te zijn van hypercalcemia (een verhoogd kalkgehalte in het bloed). Naarmate de nierbeschadiging zich ontwikkelt, gaan de honden minder plassen. Wanneer ze helemaal niet meer plassen, treedt de dood in. In sommige gevallen moesten honden, die tijdig medische hulp hadden gekregen, toch worden afgemaakt.
Hoewel de exacte oorzaak van de nieraandoening onbekend is, kunnen honden die druiven en rozijnen eten er succesvol voor behandeld worden. De eerste stap is ontgifting. Het opwekken van braken en het toedienen van geactiveerde houtskool helpt de opname van mogelijke gifstoffen te voorkomen. Honden moeten minimaal 48 uur aan het infuus gelegd worden. De arts moet tenminste drie dagen dagelijks het bloed controleren. Als de bloedwaarden na drie dagen normaal zijn, is het onwaarschijnlijk dat de nieren zijn aangetast.
Sommige honden hebben buikvliesdialyse nodig, een proces waarbij het buikvlies (het vlies dat om de organen in de onderbuik heen zit) gebruikt wordt om afvalstoffen te zuiveren, wat gewoonlijk door de nieren wordt gedaan.
Behalve door haar afmeting valt de hoornaar op door haar roodachtige borststuk en haar felle geluid. Zij komt niet veel voor in België en Nederland, maar is ook geen zeldzaamheid. Hoewel de hoornaar meer dan twee keer zo groot is als de gewone wesp, is zij beduidend minder agressief ten opzichte van de mens. Als zij steekt is dit wel pijnlijker dan bij een gewone wesp of bij , maar ze steekt minder snel - al kan de hoornaar wel erg weerbaar zijn als het erop aankomt een nest te verdedigen. Werksters zijn 18-25 mm, koninginnen 25-35 mm en mannetjes tot 28 mm lang.
In de volksmond doen fabels de ronde dat een paar steken al voldoende zouden zijn een mens of paard te doden. Voorzover die persoon niet toevallig één van de twee tot drie procent mensen betreft met een allergie tegen de steken is dit echter volstrekte onzin. Het gif is vergelijkbaar met dat van bijen en andere wespen, maar niet exact hetzelfde - het bevat een relatief grote hoeveelheid van de neurotransmitteracetylcholine , waardoor het sterker een branderig gevoel opwekt. Net als bij gewone wespen zijn voor een niet-allergische mens circa 500-1000 steken nodig om dodelijk te zijn en aangezien nesten zelden zo groot zijn en slechts één op de tien dieren uit het nest zullen steken is de kans verwaarloosbaar klein. Dat de dieren desondanks killer wasp (moordenaarswesp) genoemd worden zal eerder samenhangen met de manier waarop zij andere insecten jagen en verorberen - voor die dieren is de hoornaar inderdaad een geduchte moordenaar.
Een hoornaar bewerkt een prooi, hangend aan een bloem.
In tegenstelling tot kleinere wespen is de hoornaar niet sterk geïnteresseerd in zoetigheid . Hoornaars vangen vooral andere insecten , waaronder bijen maar ook grote insecten als libellen , en likken vaak het uittredende sap van beschadigde bomen, waarbij ze ook de bastranden openknagen met hun grote kaken. Hoornaars zijn in de herfst op afgevallen fruit te vinden, maar komen niet af op zoetigheden. De hoornaar is een goede insectenbestrijder doordat ze grotere prooien aankan dan de andere wespen. Hoornaars vliegen ook 's nachts en komen dan op kunstlicht af.
In 2001 publiceerden enkele onderzoekers een verslag van de aanvallen van hoornaars op libellen op locaties in Wit-Rusland en Italië. Op de locatie in Wit-Rusland waren de Steenrode heidelibel en de Bloedrode heidelibel het slachtoffer, in Italië een soort beekjuffer : Calopteryx haemorrhoidalis. Uit de waarnemingen concludeerden de onderzoekers dat hoornaars regelmatig op libellen jagen.
Iets bijzonders is dat de larven worden gevoed met dierlijk materiaal en de larven voor de werksters een zoetige vloeistof produceren, die ze uitbraken en die door de werksters weer wordt opgezogen. De werksters worden dus gezoogd door de larven.
Hoornaarkolonies (kolonies zijn zelden groter dan 1000 exemplaren) leven net als andere wespensoorten slechts één seizoen; soms is een nestplaats verscheidene jaren bewoond maar dat is dan steeds een nieuwe kolonisatie. Het nest wordt meestal in een boomholte gebouwd, maar soms ook ondergronds, in een nestkastje, onder daken, in huizen of vrijhangend in een boom of struik. De hoornaar is alleen agressief binnen een straal van 5 m van het nest. De hoornaar komt in Nederland voornamelijk voor op de zandgronden in het zuiden en oosten, maar is de laatste jaren ook vaker in het westen van Nederland gezien.
De Teddy Widder is een dwerghangoorkonijn met een 5-10 cm lange en pluizige vacht. Het zijn rustige, zachtaardige en vooral nieuwsgierige konijnen die op mensen gericht zijn. Ze volgen je als een hondje en zitten graag op schoot. De vacht moet twee keer per week goed worden uitgeborsteld. Ze zijn geschikt voor kinderen door hun goedaardige en rustige karakter.
De Oorsprong De Teddy Widder is ontstaan uit de Lionhead Lop. De eerste Lion werd rond 1900 gezien. Of een Lionhead Lop uit kruisingen van de Belgische Dwerg en de Swiss Fox is ontstaan of uit Dwerg Angora's is niet helemaal duidelijk. In ieder geval had de Lionhead Lop een kale rugzijde en kreeg vanwege de prachtige lange manen zijn naam. Het hoofd heeft een cap, het neusbeen is kort van haar en vanaf daar begint de lange beharing die van het hoofd via de kraag tot aan de schouders loopt. Aan de achterhand hebben ze een rokje van haar. Er zijn 3 variëteiten: de maanloze Lion, de enkelmanige Lion en de dubbelmanige Lion. (bron www.teddyvriendjes.nl )
Uit dubbelmanige Lions ontstonden weer dieren met een té volle beharing. Hun cap verdween, in plaats daarvan was het hoofd vol haar, hun oren waren wollig tot lang behaard. Het ruggedeelte had een zeer lange beharing die niet verdween na de eerste verharing. Door deze genen vast te leggen, ontstond een nieuw ras de Teddy Widder. Teddy Widders zijn qua karakter opvallend rustig en zitten zeer graag op schoot.
Kind en konijn Als jonge Teddy Widders goed gesocialiseerd worden, zijn het zeer geschikte konijnen voor kinderen. Inmiddels zijn er al heel wat kinderen gelukkig met hun Teddy Widder vriendje. Op www.teddywidder.mysites.nl lees je meer over de aanschaf van een Teddy Widder, de vachtverzorging maar vooral ook over hoe een konijn het beste kan worden opgepakt. Naast ervaringsverhalen lees je er ook meer over een onderzoek naar de relatie tussen kinderen en dieren.
Vachtverzorging Een Teddy Widder heeft een 5-10 cm lange en pluizige vacht die hem zo bijzonder maakt. De vacht moet wel minstens 2 maal per week geborsteld/gekamd worden. Dat lijkt misschien overdreven maar is echt nodig! Hiermee voorkom je het ontstaan van klitten en daarmee gepaard gaande huidirritatie.
Naast de Teddy Widder bestaan er nog meer relatief nieuwe soorten dwerghangoorkonijnen en dwergkonijnen met een bijzondere haarstructuur:
De viskat (of vissende kat) dankt zijn naam aan het feit dat hij vaak zijn eten uit het water vist. Hij komt voor in de wetlands van Zuidoost-Azië, Pakistan, India, Nepal, Zuid-China tot Sri-Lanka, Sumatra en Java en tot op grote hoogte in de Himalaya. Zijn naaste verwant is de Platkopkat (Prionailurus planiceps).
De viskat valt onder de groep kleine katten. Door hun uiterlijk worden ze ook wel eens met civetkatten (Viverrinus) vergeleken. Door de zwemvliezen tussen zijn tenen en zijn gedeeltelijk uitstekende klauwen kan hij prima vis vangen. Het is een stevige kat met een lang lichaam en een korte staart. De korte vacht is lichtbruin tot groenig grijs met donkerbruine en zwarte vlekken. De flanken en zijn buik zijn lichter gekleurd en de staart is zwartgeringd. Net als de platkopkat heeft de viskat ook een iets platter voorhoofd dan de andere katachtigen.
De viskat is in het wild een solitair dier maar in gevangenschap kan hij goed samenleven met soortgenoten, zoals de meeste katachtigen, die elkaar dan regelmatig opzoeken en lekker tegen elkaar aan gaan liggen.
Hij gaat 's avonds en 's nachts op jacht en overdag rust hij in dicht struikgewas of in een holle boomstam. De viskat is afhankelijk van water en komt voornamelijk voor in waterrijke gebieden bij moerassen, meren, rivieren, traagstromende beken en andere watergebieden grenzend aan dichtbegroeide bossen en rietvelden. Net als de meeste katachtigen is het een uitstekende zwemmer. Hij vangt kikkers en vissen in ondiep water en op het land vangen ze vogels en zoogdieren zoals muizen, civetkatten, kalveren van axisherten en varkens. Hun leefgebied overlapt dat van de tijger en ze eten soms ook de door tijgers achtergelaten kadavers.
In de paartijd komt de viskat samen met een soortgenoot. Na de paring verdwijnen de mannetjes weer net zo snel als ze gekomen zijn en het vrouwtje brengt, na een draagtijd van 63 tot 70 dagen, 1 tot 4 jongen op een beschutte plek op de wereld. Na ongeveer tien dagen gaan de oogjes open en na vier tot vijf weken beginnen de jongen vast voedsel te eten. Eerst aangedragen door hun moeder en al gauw daarna volgen ze hun moeder tijdens de jacht en zo wordt hun de jachttechnieken bijgebracht. Na tien maanden zijn de jongen zelfstandig.
De situatie van de viskat in het wild is kwetsbaar! De wildlife bioloog Shekhar Kolipaka is één van de weinigen die de kleine katten van India bestudeert. Op dit moment begint hij met een studie viskatten in het wild. Zodra daar meer informatie uitkomt zal dat ook op onderstaande website te lezen zijn.
Chimpansees hebben in een recent Japans onderzoek studenten verslagen in een test van het korte termijn geheugen. Dat is in strijd met de heersende opvatting in de wetenschap dat mensen op alle cognitieve vlakken beter presteren dan chimpansees.
Apen sneller Drie 5-jarige chimpansees die geleerd was de cijfers van 1 tot 9 in het Arabisch te lezen, namen het in de geheugentest op tegen een twaalftal menselijke vrijwilligers. Daarbij zagen de deelnemers kortstondig in willekeurige volgorde negen cijfers op een scherm, die vervolgens vervangen werden door witte vlakjes. In de test was het zaak deze vlakjes aan te raken in de volgorde van de oorspronkelijke getallen. Hoewel apen en mensen even goed scoorden, hadden de apen hier minder tijd voor nodig.
Absolute winnaar Chimpansee Ayumu was de absolute winnaar en nam als enige deel aan een volgende oefening. Ditmaal waren er slechts vijf getallen, die in een flits werden getoond. Als de getallen gedurende 0,7 seconde te zien waren, scoorden zowel Ayumu als de studenten in 80 procent van de gevallen foutloos. Maar werd het interval nog verder teruggebracht, naar 0,4 of zelfs 0,2 seconde, kwam de chimpansee als absolute winnaar uit de bus. Waar de score van de menselijke proefpersonen bij het interval van 0,2 seconde daalde naar 40 procent, wist Ayumu nog steeds in 80 procent van de gevallen de juiste volgorde te reproduceren. (novum/gb)(HLN)
De Chihuahua is één van de oudste hondenrassen. Historici hebben eindeloos gespeculeerd over het ontstaan van dit hondje - het kleinste hondenras ter wereld.
Hoewel de exacte historie van dit bijzondere hondenras een goed bewaard geheim lijkt, zijn er voldoende bewijzen gevonden om aan te nemen dat de Chihuahua zijn oorsprong vindt in Mexico. Het hondje dankt zijn naam dan ook aan de grootste staat van Mexico waarnaar hij is vernoemd: de staat Chihuahua (oppervlakte: 244.938 km2).
Het is zo goed als zeker dat de kleine hondjes een belangrijke rol speelden in het leven van diverse Indianenvolkeren, vooral in dat van de Tolteken en de Azteken. De Tolteken was een Indianenvolk dat leefde in Mexico van de tiende tot de twaalfde eeuw. Vermoed wordt dat zij de kleine hondjes die in het wild leefden, hebben gevangen en getemd tot huisdier. Hun afstammelingen, de Azteken, offerden mensen - soms wel tweehonderd per dag - in de overtuiging dat anders de zon niet meer zou opkomen. Vermoedelijk gebruikten de Azteken de kleine hondjes als zoenoffer bij begrafenissen. Ze geloofden dat de ziel van het gele hondje in staat was om de ziel van zijn overleden baasje veilig naar het hiernamaals te begeleiden. Tot ongetwijfeld groot genoegen van de hondjes waren de Azteken ervan overtuigd dat het hondje hiertoe alleen bereid zou zijn als hij tijdens zijn leven goed was verzorgd door zijn meester. En zo ontbrak het hem dus aan niets. Uit de tijd van de Tolteken en de Azteken zijn ook diverse gravures, tekeningen en beeldjes teruggevonden van kleine, haarloze hondjes waaruit blijkt dat de hond door de Indianenvolkeren als heilig dier werd beschouwd.
Aanhangers van de 'delicatesse-legende' houden het erop dat de Chihuahua - of in ieder geval zijn voorouders - als delicatesse diende voor de Tolteken en later voor de Azteken. De theorie over een kruising tussen een knaagdier en een hond lijkt het meest onwaarschijnlijk.
Omstreeks 1880 kwamen de hondjes ook op kleine schaal voor in Amerika. De van de Indianen gekochte kleine viervoetertjes werden door Amerikaanse toeristen als souvenir mee naar huis genomen. Al snel werd het hondje in de Verenigde Staten erg populair. De eerste registraties van Chihuahua's in Amerika dateren uit 1904. Het hondje veroverde snel terrein: in 1958 stonden er bijna vijftigduizend ingeschreven. In Nederland werd de eerste Chihuahua - geïmporteerd vanuit de Verenigde Staten - in 1957 ingeschreven onder de naam Goedbloed's Bambi.
Van oorsprong kortharig
De Chihuahua is van oorsprong kortharig. De langhaar-variëteit is vermoedelijk pas in de jaren dertig in de Verenigde Staten ontstaan door de korthaar te kruisen met een aantal langharige dwergrassen. In 1952 werd de langharige Chihuahua door de Fédération Cynologique Internationale (FCI) officieel erkend als ras.
Kortharige Chihuahua Korte, glanzende en zachte vacht over het hele lichaam. Als er sprake is van een ondervacht, hoort het haar iets langer te zijn. Op de keel en buik mag het haar iets dunner zijn. Op de nek en de staart is het haar wat langer.
Langharige Chihuahua Fijne, zijdeachtige vacht, glad of lichtgolvend. Bij voorkeur geen dikke ondervacht. Prluimen rond de nek, oren en aan de achterkant van de voor- en achterpoten en op de staart. Een zogenaamde kraag van langere haren rond de nek is zeer gewenst.
Karakter
De Chihuahua is een temperamentvolle, levenslustige hond die bijzonder aanhankelijk is. Hij is nieuwsgierig van aard en is - ondanks zijn kleine formaat - een dapper hondje dat zelfs de grootste hondenrassen zal uitdagen. De kortharige Chihuahua wordt over het algemeen als ¨iets feller¨ ervaren als de langharige Chihuahua.
De Rasstandaard
Elk hondenras heeft zijn eigen schoonheidsideaal. Dit ideaalbeeld wordt bepaald en vastgelegd in een zogenaamde rasstandaard door de officiële rasvereniging in het land van oorsprong van het desbetreffende hondenras; in het geval van de Chihuahua dus in Mexico.
Een rasstandaard geeft fokkers een soort leidraad om ¨de perfecte hond¨ van dat ras te kunnen fokken. Ook dient de rasstandaard als houvast voor de keurmeesters op tentoonstellingen om tot een zo objectief mogelijke beoordeling van de honden te komen.
De foto's zijn gemaakt door www.KoosKnoop.nl De afgebeelde Chihuahua's zijn eigendom van de familie Jonker ( www.QuintaHidalgo.nl ).
De vacht en de huid van de normale, gezonde hond hoeft niet geregeld te worden gewassen (1 tot 3 maal per jaar).
Het is zo dat als de vacht vuil is (lastig bij licht gekleurde honden) of ruikt, de behoefte bestaat om het dier eens te wassen...
Wassen impliceert het gebruik van een shampoo: het nut daarvan is oa het verwijderen van huidschilfers, het reinigen van de huidporien, glans geven aan de vacht, etc.
Toch hebben honden met een normale huid geen behoefte aan shampoo. In veel shampoos zitten sterk uitdrogende en reinigende bestanddelen die overmatig veel huidhoorn verwijderen of de beschermende vetlaag van de huid aantasten. Vet en huidhoorn zijn nodig om de huid intact te houden.
Daarom kan u bij een gezonde hondenhuid best gebruik maken van zuiver water om het dier te wassen of een milde honden shampoo.
Indien de hond echter een afwijkende huid heeft, vb vet of droog, schilferig, met infecties, etc, moet er gewassen worden met speciale shampoos, aangepast aan het huidprobleem.
2) LEIDT GEREGELD WASSEN TOT IRRITATIE VAN DE HONDENHUID ?
Een normale hondenhuid zal zeker geïrriteerd worden door te veel wassen. Producten die sterke detergentia of andere potentieel irriterende stoffen bevatten (zoals de meeste parfums !!!) moeten vermeden worden.Verder is het erg belangrijk dat de resten van de shampoo na het wassen zorgvuldig worden weggespoeld. Indien de huid erg droog is, is een nabehandeling met vochtinbrengende spray of spoeling aan te raden. Dieren met een afwijkende huid daarentegen, zullen wel baat vinden bij herhaald wassen met AANGEPASTE shampoo.
3) WELKE SHAMPOO IS DE BESTE VOOR MIJN HOND ?
Dit hangt af van de aanleiding tot het wassen. Gaat het om een hond met een normale huid die gewassen wordt omdat ie vies is, zal een milde hondenshampoo voldoen. Let er wel op: er is een groot verschil tussen een mensenhuid en een hondenhuid. Alhoewel de huid van de hond talrijke zweetklieren bevat, dienen deze NIET (zoals bij de mens)voor de temperatuurregulatie (zweten) maar WEL dragen ze bij aan de beschermende oppervlaktelaag van de huid. Daarnaast is een hondenhuid minder zuur dan die van de mens. Daarom is een shampoo gemaakt voor gebruik bij de mens ABSOLUUT NIET geschikt voor een hondenhuid. Ook niet de zogenaamde babyshampoos. Voor honden met een huidprobleem is het noodzakelijk zorgvuldig een goede hondeshamoo uit te zoeken die het huidprobleem zal verlichten. De dierenarts zal u daarin begeleiden en adviseren. Alleen de juiste shampoo zal bijdragen aan de oplossing van het probleem, terwijl een onjuiste shampoo juist problemen kan veroorzaken.
4) ZIJN SHAMPOOS WERKZAAM TEGEN VLOOIEN EN TEKEN ?
Het effect van shampoos die werkzame bestanddelen bevatten tegen vlooien en teken, werken slechts kortdurend tegen de uitwendige parasieten. De vlooien aanwezig op het moment van de wasbeurt zijn wel dood, maar de huid kan meteen opnieuw besmet worden met parasieten uit de omgeving. De antiparasitaire bestanddelen van de shampoos zijn vaak zeer irriterend voor de huid en drogen de huid fel uit. In vlooienbestrijding gebruikt men dus liever andere producten.
5) IS ELKE VIEZE GEUR VAN MIJN HOND EEN INDICATIE OM TE GAAN WASSEN ?
Elke hond heeft een lichte "hondengeur" die sterker waarneembaar is als de hond nat is of als ie het erg warm heeft.
Een onaangename geur kan verspreid worden door de vacht, als er iets mis is met de vacht: vb een huidontsteking (het zogenaamde exzeem), een seborroehuid (de geur van ranzige boter), hormonale problemen met effect op de huid, etc.
Niet elke onaangename geur kent zijn oorzaak in de vacht. Zo bijvoorbeeld kunnen oorontstekingen ook een vreemde geur teweegbrengen. Evenals anaalklierproblemen. Dit zijn 2 kliertjes aan weerszijden van de aars, die een sterk ruikende substantie afscheiden. Wanneer deze kliertjes ontstoken zijn of overvuld, kan een zeer onaangename geur verspreid worden. Ook tandproblemen, zoals tandplak, tandvleesonsteking ed kunnen vieze geurtjes creëren.
Dus niet elke vieze geur komt van de huid, en niet elke geur heeft een wasbeurt "nodig". Laat de dierenarts uitmaken waar de geur vandaan komt, zodat een correcte behandeling kan ingezet worden.
6) IS SCHEREN EN TRIMMEN NODIG ? Daar een hond z'n zweetklieren niet gebruikt voor de thermoregulatie (lichaamstemperatuur op peil houden), is scheren niet zinvol om de hond verkoeling te brengen tijdens warme perioden.
Het scheren is wel zinvol om de hond netter te houden of meer gemak te bieden bij het borstelen. Sommige rasstandaarden vereisen trouwens een bepaalde "coupe" die enkel te verkrijgen is door scheren (vb poedel, bedlington terrier, etc).
Trimmen daarentegen is zeer nuttig voor "draadharige" honden, zoals terriers, ierse wolfshonden, schnauzers, bouviers , cairn terriers etc. Bij het trimmen worden immers de dode haren uitgetrokken, de gezonde haren een stukje korter gemaakt. Het verwijderen van de dode haren is zeer nuttig voor de huid, omdat anders de dode haren de huid zouden verstikken en ev. huidinfecties zouden veroorzaken.
7) HOE MOET IK MIJN HOND WASSEN ?
U moet van tevoren de hond borstelen en ontklitten. Eventueel in de gehoorgangen een prop watten steken, opdat er geen water of zeep naar binnen zou vloeien. En doe best geen al te goede kleren aan.
Maak de hond goed nat met lauw water. Vermijd nat maken van de ogen, oren en neus. Breng de shampoo aan op de nek en rug. Masseer de shampoo goed in de vacht en voeg, indien nodig, extra water toe. Laat de shampoo even inweken en daarna grondig spoelen. Eventueel het dier een 2de maal wassen. De vacht uitspoelen tot er geen enkel zeeprest meer is, is zeer belangrijk om geen huidirritatie te veroorzaken.
Nadien laat u de hond zich even goed uitschudden. De vacht moet goed uitgekamd worden. Daarna met een handdoek de vacht goed droog wrijven. Het spreekt vanzelf dat u het dier niet mag laten opdrogen op tochtige plaatsen, of in koude etc, teneinde een verkoudheid te vermijden. Men kan eventueel het dier met de haardroger drogen.
Vergeet nadien niet de prop watten uit de oren te verwijderen !!!
MORAAL VAN HET VERHAAL :
Gebruik bij een gezonde huid een MILDE HONDENshampoo. Voor probleemhuiden bestaan AANGEPASTE shampoos, maar gebruik de JUISTE shampoo voor het specifiek probleem. Laat u wat dat betreft adviseren door uw dierenarts.
Straatkatten hebben perfecte manieren. (Tante Lotte)
Straatkatten hebben perfecte manieren. Bij het 'afhalen' van eten uit containers en vuilniszakken op straat laat de kater vrouwtjespoezen en kittens voorgaan.
Wetenschappers zijn zeer verwonderd over deze eigenschap. In de dierenwereld is het juist gebruikelijk dat sterke mannetjes het eerst aan een prooi beginnen en dan ook het lekkerste stuk mogen opeten. De 'grotere broer' van de kat, de leeuw, doet dat ook.
Maar wilde katten, vaak nakomelingen van gevluchte of gedumpte huispoezen, hebben hoffelijke manieren. Onderzoekers volgden straatkatten in Rome, schrijft de Daily Mail. In de Italiaanse stad leven er naar schatting 350.000. Roberto Bonanni van de Parma universiteit kwam erachter dat er een duidelijke pikorde is, die wordt bepaald door blaasgedrag, kromming van de rug en kattengejank.
Die pikorde geldt bij straatkatten niet meer als het om eten gaat. In de buurt van voedsel worden de vrouwtjes dominanter. Katers sluiten vervolgens achter in de rij aan. Volgens Bonanni is dit evolutionar bepaald. Vrouwtjeskatten op straat zijn vaak zwanger of moeten hun kittens te eten geven. Dus hebben ze meer voedsel nodig. Katers respecteren de poezen hierom en laten kittens eerst eten zodat ze kunnen overleven.
Vergeten de katers even dat de poezen voorrang hebben, dan krijgen ze er meteen van langs. Volgens Bonanni slaan ze dan heel gericht met hun poot op de kop van de kater, om vervolgens het eten over te nemen.
bron: telegraaf.nl
*een lieve groet doet elk van ons goed Toshi & tante Lotte*
Uw huisdieren tijdig voorbereiden op het eindejaarsvuurwerk
Uw huisdieren tijdig voorbereiden op eindejaarsvuurwerk
Veel honden zijn bang voor vuurwerk, onweer of vergelijkbare geluiden. Veel hondeneigenaren zien daarom enorm op tegen de laatste weken van het jaar wanneer het vuurwerk weer losbarst. Toch is er in veel gevallen wat aan te doen, door de hond tijdig te wennen aan het geluid van vuurwerk. In de rest van dit artikel gaan we in op de therapie voor angst voor vuurwerk. Wanneer uw hond bang is voor andere geluiden, is de therapie echter vergelijkbaar!
Honden die bang zijn voor vuurwerk, hebben geleerd dat dit geluid betekent dat er iets vreselijk engs gaat gebeuren. Vaak is de oorzaak hiervan een slechte inprenting en socialisatie van de hond. Angst voor vuurwerk kan echter ook op latere leeftijd zijn ontstaan doordat de hond een keer heftig is geschrokken van vuurwerk en zo een traumatische angst heeft ontwikkeld.
Om uw hond over zijn angst voor vuurwerk heen te krijgen, zult u moeten bewerkstelligen dat de hond bij het geluid van vuurwerk niet direct denkt dat er iets heel engs of gevaarlijks gebeurt, maar dat het geluid van vuurwerk de aankondiging wordt van iets leuks! Dat gaat natuurlijk niet vanzelf, maar daarvoor zult u veel moeten oefenen! Belangrijk is om eerst er voor te zorgen dat u het geluid van vuurwerk op CD heeft. Gebruik hiervoor bijvoorbeeld de CD "Help, ik ben bang voor onbekende geluiden", verkrijgbaar in de Internetwinkel van dogweb.nl of elke andere speciale CD die je in de betere dierenwinkel kan vinden. Zo'n CD is een prima hulpmiddel om de hond van zijn angst af te helpen.
Wanneer u de CD in huis heeft, moet u vervolgens zorgen dat u een spelletje weet dat de hond geweldig vindt. Gebruik bij voorkeur zijn favoriete speeltje maar ook iets lekkers! Zet de CD met vuurwerkgeluid op en zet daarbij het volume zo zacht dat u aan de hond ziet dat hij wel erop reageert, maar dat hij niet helemaal van slag is. Probeer vervolgens de hond zo ver te krijgen dat hij met u gaat spelen. Een hond gaat alleen spelen wanneer hij zich ontspannen voelt, dus door de hond zo ver te krijgen dat hij gaat spelen, ontspant hij vanzelf. Wanneer de hond de aandacht op u of het speeltje richt en dus niet op het geluid van vuurwerk, beloont u de hond direct met iets lekkers. Lukt u het niet om de aandacht van de hond te krijgen, zet dan het volume zachter. Houd de oefening kort: een paar minuten is lang genoeg! Wanneer u de oefening stopt, bergt u het speeltje weer op. Door dit regelmatig bij hetzelfde geluidsvolume te herhalen, zult u merken dat de hond na aan aantal malen niet meer stresserig reageert op het geluid van het vuurwerk, maar dat het geluid juist de aankondiging wordt van een fantastisch spelletje met de baas! Herhaal de oefening niet direct achter elkaar, maar oefen met de hond meerdere keren op de dag, een paar minuten
Pas wanneer de hond zover is dat hij geen angst meer vertoont bij een bepaald geluidsvolume, kunt u de oefening doen met een iets hoger volume. Ook nu weer geldt: net zo vaak oefenen bij dit volume totdat de hond geen angst meer vertoont, maar ontspannen met u gaat spelen.
Wanneer u de oefening op deze manier zeer geleidelijk opbouwt, zult u geleidelijk de negatieve associatie die de hond heeft bij het geluid van vuurwerk, kunnen ombuigen naar een positieve associatie: het geluid van vuurwerk wordt de aankondiging van een geweldig spelletje met zijn favoriete speeltje en met de baas.
Begin wel tijdig met deze oefening, liefst ruim voordat er weer vuurwerk wordt afgestoken. Zeker wanneer een hond erg angstig reageert op vuurwerk en u de oefening dus zeer geleidelijk moet opbouwen, kost deze oefening zeker enkele weken!
Wanneer de hond al erg getraumatiseerd is en dus zeer bang voor vuurwerk en/of andere geluiden is, is het verstandig om de therapie te ondersteunen metBach Rescue-remedie. In veel gevallen wordt een hond hierdoor minder paniekerig en dus toegankelijker voor de oefening. Bij een hond met dergelijk gedrag kan het ook erg verstandig zijn om de hond Bach Rescue-remedie te geven rond de jaarwisseling wanneer er erg veel vuurwerk wordt afgestoken.
Nog een laatste tip: Soms horen wij van bazen van een hond die angstig reageert als er vuurwerk wordt afgestoken, dat de baas met de hond dan naar buiten gaat zodat de hond kan zien wat er gebeurt en hij dus zou zien dat er niets aan de hand is. Dit lijkt ons erg onverstandig. Het zien dat er vuurwerk wordt afgestoken maakt een hond echt niet minder angstig en wanneer er vuurwerk richting uw hond wordt gegooid, is de kans dat zijn angst alleen maar groter wordt, erg reëel! Wij raden daarom iedereen aan om juist op de momenten dat er veel vuurwerk wordt afgestoken, zo min mogelijk met de hond naar buiten te gaan!
Ten slotte een oproep voor iedereen die vuurwerk afsteekt:
Gooi NOOIT, NOOIT vuurwerk naar honden (of andere dieren) en wanneer u vuurwerk afsteekt en u ziet een hond naderen, wacht dan tot de hond voorbij is!
Hoe draag je een grote hond naar boven? (Martina1)
Hoe draag je een grote hond naar boven?
Er zijn veel honden (hondenrassen) die last hebben/ krijgen van hun heupen. Zeker met veel trappen lopen. Want daar zijn honden natuurlijk niet op gebouwd en zeker niet hele grote, zware honden. Woon je toch op 3 hoog en moet je je beessie iedere dag naar boven sjouwen dan is dit een goeie oplossing. Het is een soort harnas wat je aan kan trekken, met handvaten eraan . Op die manier loopt de hond (met zijn voorpoten) wel zelf naar boven maar zal niet het hele gewicht op zijn achterpoten (heupen) komen te staan omdat je zijn achterlijf een stukje tilt. Je verlicht dus zijn gewicht. Ik vind het supergoed bedacht. Ik vraag me af of het echt handig is en of er mensen met ervaringen zijn!? Let wel op he, dat je niet samen de trap af valt!
In de herfst maken ze zich er voor klaar: door veel te eten bouwen ze een vetreserve op, zodat ze gezond en dik aan hun winterslaap kunnen beginnen.
Ze doen dat in een holletje, dat ze bekleden met een dikke laag bladeren. Ze zoeken er een beschutte plek voor onder struiken of in blader- of afvalhopen. De meeste volwassen egels kruipen eind november in hun holletje en de jongen wachten daar meestal mee tot eind december.
Tijdens de winterslaap daalt de lichaamstemperatuur van de egels sterk (van 35,5 C naar 5,0 C) en ook de hartslag en de ademhaling lopen flink terug (hartslag: van 180 naar 9 slagen per minuut, ademhaling: van 45 naar 3 keer per minuut). Egels leven dan van de vetreserves. Tijdens de winterslaap verliezen egels bijna 25% van hun lichaamsgewicht.
WELKE EGELS HEBBEN HULP NODIG ?
Een egel die veel vlooien en/of teken heeft, of erger nog: vliegeneitjes en/of maden.
Een egel die stil ligt (hij hoeft niet dood te zijn al voelt hij slap aan).
Een egel die wankelt of in kringetjes loopt.
Een egel die suf is en zich niet oprolt als hij wordt aangeraakt.
Een snotterende of hoestende egel.
Een egel die uit het water is gehaald.
Een egel die in een put of fruitnet gevangen zit.
Een egel waarvan het winternest is verstoord.
Een nest baby-egeltjes waarvan de moeder is omgekomen of waarvan de moeder ze overduidelijk heeft verlaten.
Een egel die buiten rondloopt als het vriest.
Soms kan het wel eens zijn dat een overijverige aanstaande moeder bezig is haar nest in te richten, dan is er natuurlijk niets aan de hand.
Een gezonde egel kijkt helder uit zijn oogjes, heeft hij een natte neus, maakt een levendige indruk en rolt zich op bij aanraking.
Egels die 's nachts en in de avond- en ochtendschemering rustig aan het rond scharrelen moeten natuurlijk met rust gelaten worden.
WAT TE DOEN MET EEN ZIEKE OF GEWONDE EGEL ?
Het is nodig zieke egels en babyegeltjes warm te houden. Dit kan in een stevige doos met een kruik of een fles handwarm water. De egel legt U in een oude doek tegen de kruik aan.
Afkoeling kan fataal zijn voor deze egeltjes.
Moet de egel, die niet erg ziek is, een nachtje blijven logeren voor hij naar de opvang kan, zet de egel dan in een stevige doos met veel krantensnippers (zodat hij een holletje kan maken). Met een bakje water (geen melk) en wat kattenvoer of brood met pindakaas komt de egel de nacht dan wel door.
Denk er wel aan, dat een egel goed kan klimmen en makkelijk uit een doos kan ontsnappen.
Het is niet raadzaam om te proberen zelf een egel te behandelen. Het is beslist geen huisdier. De egel is bovendien een beschermd dier en mag niet thuis worden gehouden.
Er bestaan egelasielen waar je terecht kan met een zieke of gewonde egel, o.a. www.egelopvangdenhaag.nl
Ik liep vanmorgen door het bos met men Bo toen me dit te binnen schoot!!!!
ODE AAN MEN BO !!!
Mijn hondje is een engelse cockerspaniel, ik hou van haar met hart en ziel. Ze rent en zoekt en gaat op jacht, ik sta soms een kwartier op wacht. Bo is haar naam die ze heeft gekregen, ik was een andere naam aan't overwegen. Ze is zo zacht, een kapoen en O zo lief, ze blijft voor eeuwig men hartedief!
hier mijn gedichtje, geschreven op die trein op 12 oktober 1974
Oost West, Thuis is the best...
Vandaag mag ik naar huis, jaja, ik help dan mijn ma bij de grote kuis. Achter de zetel...hij is rood ligt nog een stukje gedroogd oud brood...
Eindelijk eindelijk mag ik gaan weldra ben ik hier ver ver vandaan In de trein...het duurt wel lang zij is moe en hij is bang.
Mijn hondje krost al door de tuin hij is vuil, zijn witte vacht is nu bruin eindelijk val ik mijn ouders om de nek... en youky...mijn lieve lieve youky heeft een hijgende bek
MIJN POEZEN!!!!!! Er waren eens 2 poezen die lagen daar te soezen. Hé t'is Snoepie en ons Nouch de laatste is zo zot als moesj. Het zijn 2 vuilnisbak katten toch houden ze niet van ratten. Nu verblijven ze bij mij thuis sindsdien zag ik geen enkele muis. De 1 is een Duitse de ander een echte sinjoor als ze samen mauwen dan is het in koor. Ik heb 2 lieve poezen die liggen hier te soezen.
Van Okidoki ------------------------------------------------