Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
05-02-2009
Sponsdieren
Sponsdieren
Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie
Sponsdieren
Een kokerspons (Aplysina archeri) uit de Caribische Zee
Het kiezelskelet van waarschijnlijk het Venusmandje (glasspons)
Sponsdieren of Porifera (een samentrekking van de woorden porus (porie) en ferre (dragen) in het Latijn ) vormen een stam (phylum) van het dierenrijk . Het zijn sedentaire, primitieve meercellige dieren die zich vastzetten op de bodem van (meestal) zeeën en oceanen, tot op 8,5 kilometer diepte. Ze vangen hun voedsel door water te filtreren. Er is wel sprake van enige differentiatie in de cellen, maar niet van aparte organen, spieren of zenuwen.
Er zijn meer dan 5000 soorten bekend, en regelmatig worden nieuwe soorten beschreven. Sponsdieren zijn één van de oudst bekende dieren. Fossielen dateren uit het Precambrium .
Bouw
Sponsdieren hebben een eenvoudige bouw. Ze bestaan uit een buis, waarvan het ene einde is vastgezet op de bodem. Het bovenste einde van de buis is open en wordt osculum genoemd. Binnenin bevindt zich een holte, de spongocoel . De buis heeft een skelet, meestal opgebouwd uit zogenaamde skeletnaalden (spicula). Door de wand van de buis heen wordt water naar binnen gezogen, dat via de bovenkant (het osculum ) de buis weer verlaat.
Sponsdieren hebben slechts enkele soorten cellen:
kraagcellen (choanocyten ), die zich aan de binnenkant van de buis (grenzend aan de spongocoel ) bevinden en die het voedsel verteren. Ze zijn voorzien van een zweephaar en veroorzaken daarmee een binnenwaartse stroming. Deze cellen lijken veel op choanoflagellaten , eencellige organismen die evolutionair verwant worden geacht met dieren.
Sluitcellen (porocyten ), buisvormige cellen die door de wand van de spons heen buizen vormen. Hierdoor kan water naar binnen stromen.
Contractiele cellen, liggen om de poriecellen heen en kunnen de poriën enigszins dichtdrukken, zodat de stroming vermindert.
Dekcellen (pinacocyten ) aan de buitenkant van de buis, deze vormen gezamenlijk de "huid".
Amoebocyten, cellen die in de wand leven en zorgen voor transport van voedingsstoffen tussen binnen en buitenkant, de opbouw van de skeletnaalden en de productie van voortplantingscellen.
Archeocyten, ongedifferentieerde cellen die onder andere kunnen uitgroeien tot eicellen.
Bij sponsdieren bestaan er drie lichaamsvormen die bekersponzen (asconoid ), geweisponzen (syconoid ) en korstsponzen (leuconoid ) worden genoemd. In zeker opzicht kan een sponsdier ook beschouwd worden als een kolonie van cellen en niet als een individu. Als de cellen van een spons bijvoorbeeld door een mixer worden gehaald, zullen de cellen elkaar daarna weer opzoeken en een spons vormen. Als meerdere soorten op deze wijze worden gemengd, zal elke soort weer een eigen spons vormen.
Voortplanting
Ongeslachtelijk
Sponzen hebben een groot regeneratievermogen. Elke cel heeft de mogelijkheid om uit te groeien tot een nieuwe spons. Sponzen hebben daarnaast twee manieren voor ongeslachtelijke voortplanting:
Knopvorming. Aan de buitenkant van de spons vormen zich knoppen, die loslaten of afbreken en vervolgens uitgroeien tot een nieuwe spons.
Gemmulae. Een gemmula ontwikkelt zich aan de binnenkant van de spons, bevat veel kraagcellen (choanocyten) en is omgeven door skeletnaalden. Gemmulae kunnen uitdroging en bevriezing overleven. Vooral zoetwatersponzen produceren gemmulae om uitdroging of de winter te overleven.
Geslachtelijk
Sponsdieren zijn meestal hermafrodiet (tweeslachtig), of zijn wisselend mannelijk en vrouwelijk. Bij sommige soorten is er sprake van permanent mannelijke en vrouwelijke individuen.
Voortplantingcellen kunnen ontstaan uit alle soorten cellen, maar spermacellen ontstaan meestal uit kraagcellen en eicellen meestal uit archeocyten. De spermacellen komen de vrouwelijke spons binnen met de waterstroom door de buis van de spons. Bevruchte eicellen ontwikkelen zich tot vrijzwemmende larven. In sommige gevallen blijft de larve enige tijd in de moederspons. Uiteindelijk vestigen de larven zich op de bodem en groeien uit tot een nieuwe spons.
Sponzen in Nederland
Sponzen worden in Nederland voornamelijk aangetroffen in de Oosterschelde , onder andere de Boorspons (Cliona celata ), de Gewone broodspons (Halichondria panicea ), de Geweispons (Haliclona oculata ) en de Paarse buisjesspons (Haliclona xena ). Deze laatste is niet inheems in Nederland, maar waarschijnlijk geïmporteerd met oesters .
In het zoete water komt de zoetwaterspons (Spongilla lacustris ) algemeen in het zoete water voor, meestal grijzig van kleur, maar soms groen door algen die in de spons leven.
Indeling
Oorspronkelijk werd de aanwezigheid van skeletnaalden als een voorwaarde gesteld voor de indeling van een organisme bij de sponsdieren. Een aantal fossiele groepen werden daarom bij de koraaldieren ingedeeld. De ontdekking van 15 levende soorten sponzen met een kalkskelet veranderde echter de inzichten en de koraalsponzen en enkele voorheen moeilijke groepen werden onder de sponzen gezet.
Demospongiae ( Hoornsponzen ). Het skelet bestaat uit spicula van spongine (een eiwit), kiezel of uit beide. Tot deze groep hoort circa 95 % van de soorten. Sponginevezels kunnen veel water opnemen, en de skeletten van deze sponsdieren werden (en worden) gebruikt als spons.
Hexactinellida ( Glassponzen ). Het skelet bestaat uit 4 of 6 puntige spicula van kiezel (SiO2). Zij leven diep in de zee. Een bekende vertegenwoordiger van deze klasse is het Venusmandje (Euplectella aspergillum ).
Sclerospongiae ( Koraalsponzen ). Deze kleine groep werd als zodanig in 1970 onderscheiden. Ze hebben een gevouwen lichaam en kunnen extreem oud worden, 500 tot 1000 jaar.
Uitgestorven:
Archaeocyatha . Uitgestorven in het Cambrium , deze groep wordt door sommigen als apart phylumgenoemd. Deze groep heeft ook kenmerken van koraaldieren, maar er is inmiddels een redelijke consensus bereikt over plaatsing van deze groep bij de sponsdieren.
Een véél geziene slang in onze tuin is deze boomslang. De kleur is meestal groen met soms bruine tinten en een lichtere buik. De soort is makkelijk van andere slangen te onderscheiden door de rode staartpunt, die bij oudere dieren echter meestal grijs tot zwart wordt.
De boomslang is een van de weinige soorten die erg is aangepast op bomen. Niet alleen de kleur is groen, de vorm van het lichaam en kop zijn duidelijk anders; een massief, glad, lenig en sterk zijdelings afgeplat lichaam en een zeer spitse kop met aan de zijkanten gladde groene en vergrote schubben, die de soort aan de gevaarlijke groene mamba doet denken. Deze slang wordt maximaal 2,5 meter maar meestal kleiner en is niet giftig. In tegenstelling tot de meeste andere gladde slangen leeft deze soort voornamelijk in bomen rond open plekken in het bos of bosranden. De slang klimt meters hoog en jaagt op vogels en kleine zoogdieren. Deze slang is erg agressief en bijt meteen als hij verstoord wordt.
Toen ik onlangs op bezoek bij "schoonvader" enkele foto's liet zien waaronder deze boomslang, nam hij me me naar achter in hun verwilderde tuin om me de plant op foto te laten zien met de melding dat wanneer ik ooit gebeten moest worden door zo een boomslang ik van deze plant moest eten. Wat de plant juist is, weet ik hoegenaamd niet, maar het lijkt op een soort verwilderde cactus.
De Goby vis (Oxyleotris mamorata) of " ปลาบู่ " of " bplaa bòo " is een grote, langzaam bewegende roofvis die rust op de bodem van beekjes, kanalen en meren. Volwassen exemplaren halen een lengte van 50cm. De exemplaren die we aangeboden kregen door een visser uit het naburig dorp, haalden met een lengte van 30cm reeds 2,3 kilogram op de weegschaal. Bijna puur vlees... weinig graten... kortom lekkere vissen.
De douane van de luchthaven van Melbourne heeft al vele manieren van smokkelen gezien, maar deze keer waren ook zij verbaasd. Ze troffen twee levende duiven aan in de leggingbroek van een 23-jarige man.
Na een vlucht van Dubai naar Melbourne van tien uur lang, onderzocht de douane de zakken van de jongeman. Die gedroeg zich nogal verdacht. De douaniers troffen twee vogeleieren aan in een buisje vitaminepillen en zaden van planten, maar het waren vooral de twee duiven die hij in de broekspijpen van zijn legging had gepropt die voor opschudding zorgden. De diertjes waren in gevoerde enveloppen met nylonkousen aan de kuiten van de man bevestigd.
'Het smokkelen van wilde dieren is niet alleen wreed voor de dieren, maar er is ook een aanzienlijk risico voor het ecosysteem van Australië', zei woordvoerder van de douane, Richard Janeczko.
Als hij veroordeeld wordt, kan de smokkelaar een gevangenisstraf van maximum tien jaar krijgen en een boete van 110.000 Australische dollar (54.000 euro). Waar de duiven precies voor gingen dienen, is niet bekend.
molshopen in het gazon kunnen ook nuttig zijn (Colombine)
molshopen in het gazon kunnen ook nuttig zijn
La Taupinière,
Tuinarchitecten en hoveniers gruwen ervan. Ik vind ze best vermakelijk. Leuk ook om te zien, hoewel ik ze nooit in het echt zag, maar wel in teken- of natuurfilms. Trouwens wat ik ook mooi vind om te zien is hun teken van aanwezigheid op het mooie gazon, of liever gezegd, daaronder. Op golfterreinen zie je ze niet, maar degene die daarvan het gazon moet onderhouden zal er ongetwijfeld van wakker liggen en de deugnietjes die de hoopjes veroorzaken naar het leven staan.
Omdat zij ondergronds werken en me helpen zonder dat te weten, zijn zij mijn beste maatjes. In de vroege ochtend trek ik erop uit. Grote groene laarzen aan en gewapend met een emmer en schepje, loop ik van molshoop naar molshoop om de door hun losgewoelde klei in de emmer te scheppen. Vier molshopen zijn goed voor een emmer tuinaarde. De aldus gevulde emmer gooi ik leeg in een grote betonnen trog, waar straks de geraniums in moeten en al dat andere moois dat rond half mei naar buiten mag.
Die ochtend is het warm. De kerria is zowat uitgebloeid en mijn zelfgezaaide vlinderstruik maakt zich op om komende zomer nog meer bloemen te produceren. De zon prikt in mijn rug, wanneer ik met mijn emmer voor de vijfde keer die ochtend het veld inloop om vier molshopen te rapen. Ik stoor de diertjes toch niet hoop ik. Neen, vast niet. Ze slapen al lang weer, na een lange nacht van graven. Ik ben ze er dankbaar voor. In deze zware klei werken valt niet altijd mee. Mijn laarzen hebben in no-time plateau zolen, wanneer de grond nat is. Met een schroevendraaier kan ik nog slechts met moeite de dikke kleilaag van mijn zolen verwijderen. Wanneer de grond te droog ik, kom ik er met geen enkele mogelijkheid meer doorheen. Zij wel. Mijn molshoopgetrainde ogen zien iedere oneffenheid in het nog redelijk korte gras. Natuurlijk laat ik enkele molshopen ongemoeid. Het staat niet alleen leuk, het geeft tekenen van leven aan onder onze voeten, waar je je niet van bewust bent. Bovendien zijn het schattige diertjes om te zien. Op de tekenfilms en soms in natuurfilms zie je dat ze een hoog knuffelgehalte hebben.
Omdat ik toch steeds met een Frans-Nederlands woordenboek rondloop kijk ik even naar de vertaling. Dacht ik het niet? La Taupe. Een prachtig woord, dat ik echter in verband breng met een mooie kleur en niet met mijn behulpzame vriendje. De naam voor mijn stukje grond is nu snel gevonden. Een prachtig woord als benaming voor mijn tuin. Een mooie naam vanwege dat leuke diertje dat mij altijd weer komt helpen: La Taupinière.
Jeanine Leytens La Taupinière in Thiviers is ook te bezoeken via www.leytens.nl
Het vinden van een eikelmuis is een grote zeldzaamheid.
Bericht uitgegeven door de Zoogdiervereniging op 2 februari 2009
Het vinden van een eikelmuis is een grote zeldzaamheid. Bij toeval werd er in Belgie eentje in winterslaap gevonden.
Het vinden van een eikelmuis (Eliomys quercinus) is een zeldzaamheid. Twee keer achter elkaar nog zeldzamer.
In januari 2009 is tijdens een jaarlijkse vleermuizen-monitoring in een mergelgrot te Zussen-Zichen-Bolder tussen Kanne en Riemst (B) bij toeval een eikelmuis in winterslaap ontdekt.
Dat is zowat een herhaling van zon vondst van het vorig jaar onder dezelfde omstandigheden: zelfde tijdstip, zelfde grot, zelfde wand, waar de eikelmuis in een nis slaapt. Waarschijnlijk gaat het om dezelfde slaapmuis.
Al een paar eeuwen is bekend dat deze soort voorkomt in de Belgisch Limburgse streek Haspengouwen direct ten westen van de Maas. Echter de populatie liep daar snel terug. Dat kwam door de doorsnijding van het Albert-kanaal (aanleg tussen 1930 en 1939) langs Kanne en Riemst, waardoor een groep eikelmuizen in het Nederlandse Cannerbos geïsoleerd raakte. Er zijn daar nog steeds sporen in de vorm van mosnesten en keutels van die diertjes te vinden.
De Belgische eikelmuizen zijn door grootschalige ruilverkavelingen, aanleg van verkeerswegen, steeds verbredende wegen, groter wordende open kalksteengroeven en urbanisatie ook teruggedrongen naar versnipperde rotsachtige bospercelen. Van boomgaarden en hun bijbehorende opslag is daar nu niets meer over. En juist aan deze biotoop hebben eikelmuizen hun bijnaam Fruitdiefje te danken.
Voor zover we van de waarnemingen van de afgelopen tien jaar in Haspengouwen weten, zijn de leefgebieden nu alleen rondom fort Eben Email aan de Maas - Albert-kanaal en schaarse bebossing boven grottenstelsels in en rondom Zussen-Zichen-Bolder, allemaal direkt aan weerszijden van Vlaams-Waalse grens.
De herontdekking van deze slaapmuis-soort bevestigt dat deze zich tientallen jaren daar heeft weten te handhaven.
Echter door de doorgaande verstening, vergraving en grootschalige intensieve landbouw wordt voor uitsterven van de Gemaskerde muis met sierlijke pluimstaart in Haspengouwen gevreesd.
De Franse Hangoor ook wel de Buldog onder de konijnen genoemd. Een Fransehangoor is niet te vergelijken met een klein konijn, bij de Franse Hangoor is alles veel groter en forser.
Het is als ras een verschrikkelijk fijn huisdier, zeker voor mensen die geen hond of kat willen hebben. De Franse Hangoor is een lief en aanhankelijk dier, over de bol aaien is een liefhebberij van de Franse Hangoor. Land van herkomst is natuurlijk Frankrijk.
In Nederland werd dit ras erkend in 1907 en is sinds die tijd niet meer weg te denken. De Franse Hangoor is een van de oudste hangoor rassen in Nederland. De Franse Hangoor geniet al jaren grote belangstelling het ras heeft iets dat erg aanslaat bij groot en klein. In het bijzonder zijn er natuurlijk de karakter eigenschappen zoals hun makheid en aanhankelijkheid ze zijn erg aaibaar. En dan is er natuurlijk hun uitstraling van hun machtige kop en forse postuur.
Dit ras is de laatste jaren op een hoog peil gekomen, zeker als we vergelijken met andere Europese landen. Dat hebben we te danken aan een goed stel fokkers maar ook zeker aan de keurmeesters van de speciaalclub. Wat te denken aan de wam vorming en de verandering aan type en bouw. De fokkers hebben de laatste 50 jaar hard gewerkt om de Franse Hangoor te verbeteren en met een maximum gewicht van 6,5 kg heeft de speciaalclub een stap in de goede richting gezet om de Franse Hangoor op een hoog peil te brengen.
Verkorte omschrijving ras standaard
Type en bouw: Het lichaam is stevig, gedrongen en massief. De benen zijn grof, dik, kort en gespierd.
Gewicht: Het gewicht bedraagt 5 tot 6,5 kg.
Pels: De beharing is dicht, zacht en glanzend, heeft veel onder wol en de pels is iets langer als dan bij andere grote rassen.
Kop: De kop is sterk ontwikkeld, breed tussen de ogen, sterk ontwikkelde wangen brede snuit. Het neusbeen is sterk gebogen.
Oren: De oren zijn dik, breed en stevig en aan het eind lepel- vormig afgerond. De oren hangen met de schaalopening naar de kop gekeerd loodrecht naar beneden.
Kleuren: Konijngrijs, IJzergrauw, Blauwgrijs, Blauwgrauw, Zwart, Blauw, Madagascar, Isabella, Chinchilla en Wit. De kleur wit met rode of blauwe ogen. Verder zijn al de hier boven genoemde kleuren ook in bont erkend.
Franse hangoren worden niet zo oud als een ander konijn, een Franse hangoor wordt gemiddeld 4 à 5 jaar oud, uitzonderingen daar gelaten.
De eitjes worden van de 8° koelkamer verplaatst naar een andere kamer, waar de temperatuur langzaam opgevoerd wordt naar 25°. Hier zullen na één week de eitjes uitkomen. Het gaat er allemaal zéér hygiënisch aan toe, de opbrengst is dan ook bijna goud waard.
Ondertussen wordt het gebouw waar de pas uitgekomen rupsen zich zullen voeden in gereedheid gebracht.
Oppassers in een zoo hebben een zeeleeuw leren schrijven. Na drie maanden van intensieve training kan Peter de zeeleeuw Chinees schrijven, schrijft de People's Daily.
Het dier uit de zoo van Ningbo kan al enkele karakters schrijven. Zijn werk kan hij ook ondertekenen met het woord 'zeeleeuw'. Het dier zal zijn kunstjes volgende lente tonen aan de bezoekers van de zoo tijdens het grote 'Lentefestival'. (vsv)
In Nieuw-Zeeland is een tuatara, een zeldzaam reptiel, vader geworden van 11 nakomelingen.
De verzorgers van Henry, zoals het dier heet, zijn verbaasd; in de 40 jaar tijd die het 111-jaar oude dier in gevangenschap leefde, toonde het tot dusver geen interesse in wijfjes.
Nu heeft Hendry echter gepaard met Mildred, ook al 80 jaar. Alle eieren die Mildred legde, zijn nu uitgekomen.
Acne. Ook katten kunnen acne hebben. Het is een opeenhoping van vet (talg) en vuil in een gebied waar veel talgklieren aanwezig zijn. Bacteriën kunnen voor een diepe ontsteking zorgen. Deze is zichtbaar als met etter gevulde puistjes. Door opeenhoping van talg zijn zwartbruine "mee-eters" zichtbaar. Dit is niet besmettelijk. De behandeling bestaat uit 2 delen:
1 maal per dag het talg en vuil verwijderen met 70% alcohol op een watje.
Minimaal 4 weken de infectie van binnenuit bestrijden met behulp van antibiotica (bijv. Synulox). Dit middel is op recept verkrijgbaar bij de dierenarts. Dit betekent dus dat de arts je kat wel eerst wil zien.
Laat voor de zekerheid ook een afkrabsel maken door de dierenarts. Dit kan dan worden onderzocht. Blijf de behandeling met alcohol regelmatig herhalen, omdat de aandoening weer terug kan komen. (uit: weetjesoverkatten)
Door de steeds betere isolatie van woningen wordt het voor vleermuizen steeds moeilijker om geschikte woonruimte te vinden. Deze vleermuiskast biedt voor verschillende soorten kleine vleermuizen een ideale woonruimte.
Kwaliteit: Gemaakt van duurzaam hout uit goed beheerde bossen Gewicht: 1100 g. Afmetingen: 275x215x85 mm (hxbxd).
Tips bij het ophangen van de vleermuizenkast * Hang de kast op aan een stevige boom. Het liefst op een plaats waar meerdere bomen aanwezig zijn. * Een goede plaats om de kast op te hangen is aan de gevel. * Hang de kast met de voorzijde naar het zuiden, zuidwesten of zuidoosten. Vleermuizen zijn echte warmteliefhebbers. * Hang de kast op een rustige plek, met weinig verstoring. * Hang de kast in de luwte. * Zorg voor een vrije aanvliegroute. Geen takken of bladeren voor de invliegopening of direct onder de kast. * Hang de kast op een minimale hoogte van 3 meter. * Een vleermuiskast kunt u het hele jaar door ophangen * Hang meerdere kasten in uw tuin. U vergroot zo het aanbod aan zomerverblijfplaatsen
Acupunctuur is een Oosterse manier van behandelen die al meer dan 3000 jaar op mens en dier wordt toegepast.
Het is een techniek om pijn te verlichten en het functioneren van verschillende organen te verbeteren door welbepaalde punten op het lichaam te stimuleren. Deze stimulatie kan op verschillende manieren gebeuren: door middel van massage (acupressuur) van de punten, het prikken van naalden al dan niet gestimuleerd door hitte (moxibusti) of electrische stroom , laserstralen, injecties of inplanteren van bepaalde stoffen.
HOE WERKT ACUPUNCTUUR ?
Volgens de traditionele Chinese geneeskunde (TCM ) stroomt er energie doorheen het lichaam van mens en dier. Deze energie stroomt door energiebanen (meridianen) op welbepaalde plaatsen gelegen in het lichaam.
Ziekte en pijn ontstaan doordat deze energie niet harmonieus kan doorstromen in de meridianen.
Via de welbepaalde acupunctuurpunten kan men toegang krijgen tot de meridianen. En door de stimulatie van de correcte punten kunnen die energieblokkades opgeheven worden en kan de energie weer doorstromen , wat genezing tot gevolg heeft.
De Westerse geneeskunde is wetenschappelijk gaan onderzoeken wat er nou precies gebeurt wanneer een acupunctuurpunt geprikkeld wordt.
Er zijn vooreerst plaatselijke reacties: er is een sterkere doorbloeding , bepaalde zenuwbanen worden geprikkeld zodat reflexreacties tot stand komen, etc.
Maar er zijn ook reacties die effect hebben op het gehele lichaam : het autonoom zenuwstelsel (sympaticus en parasympaticus) wordt geprikkeld die een cascade van reacties kan teweeg brengen thv organen, gladde spieren, etc. Verschillende lichaamseigen hormonen worden vrijgezet, bijv.cortisol uit de bijnierschors, endorfines (pijnstillende hormonen) in het centraal zenuwstelsel, serotonines, groeihormoon, insuline,humorale stoffen (immunoglobulines, interferon, antistoffen ...).
Wanneer dus de juiste punten worden geprikkeld zullen bovenvernoemde reacties in het lichaam tot stand komen die zullen bijdragen tot de genezing .
De Westerse benadering ziet dan wel geen meridianen en hun sleutelgaten (acupunctuurpunten), maar kan wel de acupunctuurpunten precies lokaliseren omdat deze punten op de huid een andere electrische weerstand vertonen in vergelijking met de rest van de huid.
WANNEER KAN ACUPUNCTUUR HULP BIEDEN ?
Vooreerst moet gesteld worden dat acupunctuur een behandeling op zich kan zijn, of perfect kan gecombineerd worden met de Westerse geneeskunde om aldus bepaalde medicijnen te kunnen vermijden of lager in dosis te houden.
Acupunctuur kan op vele gebieden hulp bieden, maar moet niet beschouwd worden als het ultieme wondermiddel: het is een vorm van geneeskunde, doch wanneer iets onherroepelijk beschadigd is, of het lichaam echt op is, dan helpen daar noch medicijnen, noch acupunctuurnaalden voor.
Acupunctuur wordt met succes toegepast bij:
* orthopedische problemen: elke huisdiereigenaar kent de problemen van arthrose, H.D. (heupdysplasie), discus hernia (beter bekend onder de naam van teckelverlamming), spierproblemen, gescheurde kruisbanden , ...
* luchtwegaandoeningen: asthma bij de kat, COPD bij het paard, ...
* huidproblemen: allergische huidaandoeningen, likgranulomen bij honden...
* maag-darm-problemen: obstipatie bij de (zware) kat, braken, diarree, krampen...
* vruchtbaarheidsproblemen: bij het mannelijke en vrouwelijke dier
* centraal zenuwstelsel-problemen: epilepsie,...
* problemen met specifieke organen zoals lever, nier,...
DE ACUPUNCTUURBEHANDELING OP ZICH
1) PIJNLIJK ?
Door het gebruik van flinterdunne flexibele naalden zullen alleen zeer gevoelige individuen reageren op het doorprikken van de huid. Als de naald op de juiste plaats terecht komt kan men ook een kleine reactie opmerken.
Vaak ziet men tijdens de behandeling reacties van het lichaam, zoals hijgen, relaxatie (gaan liggen of zitten), dwangbewegingen (zoals continu likken op dezelfde plaats), de haren die recht komen staan, etc.Dit zijn echter geen uitingen van pijn en na de sessie verdwijnen deze reacties.
Bij het gebruik van laserstralen voelt de patiënt absoluut niets.
2) VEILIG ?
Bij gebruik van steriele wegwerpnaalden is er geen gevaar voor infecties.
Wat de bijwerkingen betreft: het enige wat af en toe wordt opgemerkt is een korststondige verergering van de symptomen een dag of paar dagen na de sessie.
Bijwerkingen op lange duur zijn er niet.
3) HOE LANG DUURT DE SESSIE EN HOE VAAK WORDT ZE HERHAALD ?
De duur van de sessie hangt af van de aandoening. Bij acute gevallen duurt de behandeling een paar minuten, chronische gevallen moeten rekenen op ½ uur.
Ook de frequentie hangt af van geval tot geval. Een acuut probleem moet om de 2 à 3 dagen behandeld worden, een chronische patiënt zowat om de week. En voor hoe lang ? Gemiddeld moet men rekenen op een 3 à 6 weken. Enige reactie moet men ten laatste na een 4 tal sessies opmerken, ook weer afhankelijk van welk probleem.
4) WIE VOERT DE BEHANDELING UIT, WAAR VINDT ZON SESSIE PLAATS ?
Belangrijk is dat er eerst een correcte diagnose wordt gesteld door een dierenarts zodat een behandeling kan ingesteld worden: Westers, acupuncturistisch of een combinatie van beiden. De dierenarts in kwestie moet geschoold zijn in beide disciplines om het dier correct te kunnen begeleiden.
BEVAS (zie verder) kan u een lijst doorgeven van dierenartsen geschoold in beide disciplines.
Kleine huisdieren worden steeds in de praktijkruimte van de dierenarts behandeld. De hond of kat is in een vreemde omgeving veel timider, zodat de soms lange duur van een sessie veel geduldiger wordt verdragen.
Paarden en runderen kunnen het best in hun rustgevende stal behandeld worden.
BEVAS: BELGIAN VETERINARY ACUPUNCTURE SOCIETY, BELGISCHE VERENIGING VOOR VETERINAIRE ACUPUNCTUUR.
* doel van de vereniging: BEVAS wil veterinaire acupunctuur op hoog niveau aanbieden door het organiseren van cursussen, congressen en lezingen voor praktizerende dierenartsen . Hierdoor kan er een kwalitatieve alternatieve vorm van behandeling naar voren gebracht worden die kan geïntegreerd worden in de klassieke Westerse diergeneeskunde.
* BEVAS is opgericht in 1970 en is als lid van IVAS (International Veterinary Acupuncture Society) internationaal georiënteerd , wat het uitwisselen van wetenschappelijke informatie ten goede komt.
* nut van BEVAS voor de eigenaar van huisdieren, paarden en nutsdieren:
BEVAS kan lijsten doorgeven van acupuncturist-dierenartsen zodat de eigenaar in zijn buurt een acupuncturistische behandeling kan verkrijgen voor zn dier, gestoeld op medische kennis en gedegen kennis van de acupunctuur.
BEVAS kan info geven over acupunctuur als behandelingsvorm.
Ik dacht dat er een einde gekomen was aan het verhaal over de zijderupsen, niets blijkt echter minder waar. Mijn natuurlijke nieuwsgierigheid bracht ons in contact met het "Queen Sirikit Sericulter Center" te Khon Kaen, waar we "uitzonderlijk" de toelating krijgen om het ganse proces te kunnen aanschouwen én fotograferen..... uitzonderlijke beelden voor deze mailgroep dus. Echter geen dagelijkse berichtgeving, daar we slechts één keer per week de ontwikkelingen kunnen gaan opvolgen.
Het ganse proces zal doorgaan in een twintigtal gebouwtjes, waarbij het eerste gebouw dat we betreden de koelkast is.
Hier liggen de eitjes voor een volgende generatie te rusten bij een temperatuur van 8°. Eveneens is elk legsel afzonderlijk genummerd om de afkomst te kunnen nagaan. Er is een onderscheid tussen twee soorten, waarvan ik veronderstel dat het om de Thaise (gelige) en Chinese (zwarte) soort gaat.... zal me later wel duidelijk worden.
Volgende week terug afspraak om het vervolg te bekijken.
Zo hier ben ik weer,telkens er iets speciaals gebeurd laat ik het jullie weten, voor de niet lezers druk op de Delete knop, voor de lezers,hier komt het,zeg jullie lezen het toch hé want ik moet veel moeite doen om mijn verhaaltje op dit klavier te tikken, ni gemakkelijk as ge van die grote voeten hebt. Weten jullie nog die zondag toen ik los liep en een heel mooi loops teefje tegen kwam, wel da bazinneke was toen ni gelukkig en heeft 't baasje zen kabas toen es goe vol geladen wel en sindsdien zen ik ne gelukkige woef, want ik mag nu altijd los lopen, as ze men kabas wille volladen zegt 't baasje dan hebben ze nu een rede.Ge snapt al dat ik daar van profiteer hé, ik snuffel en markeer tegen 200 per uur, ik blijf lang snuffelen,'t baasje kan me nu ni meer voort sleuren,soms loop ik een eind voor hem, en 't baasje awel die laat me moar doen, ben der eigelijk ni helemaal gerust in zanne, em zal toch niks mankeren zeker, ge wet da noet hé, em word al een dagje jonger . Awel we waren bijna helemaal rond het fort,just veur den bocht was een heel interresant plekske, 't baasje ging onverdroten verder en toen,wel toen gebeurde het, luide kreten weerklonken, het waren mijn vrienden de ganzen, ze verkeerden in nood, welke snoodaart bedreigde hen?da zal ni pakken ik zal ze es gaan helpen se.Als ne pijl in ne boog schoot ik uit mijn startblokken, 't stof vloog rond mijn oren, ik paseerde rakelings naast 't baasje zijn benen, roepen, smeken tieren en vl...., het hielp niet ik hoorde niks van da stof in mijn oren,snaptte.Ik schoot door de bocht waar mijn vrienden de ganzen waren en toen,toen mannekes wast goe dat ik ABS op mijn freins(remmen) stoan had, wie was die valsaard?,wel de baas van mijn grote liefde,ons prutske, ze waren de ganzen aan het voeren,da mag ni want das sluikstorten maar 't schijnt dat ik dat alleen weet.Wel de ganzen kregen sandwichen,droog en keihard en der zat zelfs geen schelleke hesp tussen, ik ben ervan gaan proeven, awel me rci, das gene vette zanne.'K em mijn vriendinneke wa afgesmost en toen zijn we verder gegaan, mannekes toen em ik nogal ne preek gehad zanne, as 't baasje aan zijn sermoen begint dan loop ik naast hem met mijne kop naar boven gericht,ge kent dat toch hé, zoals die schepers en andere woeffen lopen op de gehoorzaamheidstraining, ge krijgt daar wel ne zere nek van, liever zun dan ikke zanne, maar ik dwaal af, ik doe da speciaal voor 't baasje, em es dan zo fier as ne gieter, em smelt as de sneeuw voor de zon, en zijn sermoen das direckt voorbij, ge moet em maar kennen hé.
A ja kende 't baasje van prutske, wel dat is Big Ietie, nen echte dichter hij schrijft mooie gedichten alleen niet over ons en dat is jammer want wij zijn toch een bron van inspiratie, ja toch?,en moeilijk is dat toch niet, zal zelf es proberen.
Ik ben de youry, ne knappe reu, loopse teefjes vind ik heel sneu.
Met mijn neus onder hun staartje, 'k ga ne gang,'k ga een vaartje.
Is 't bazinneke niet blij, das dan pech voor mij.
'K laat dat nooit aan mijn hartje komen, 'k blijf van hen verder dromen.
Voor de konijntjes in 't bos, pas op want ik loop los.
Steek u niet weg in uw hol, want ik kan graven als een mol.
Wat 't baasje roept of doet, soms hoor ik echt, niet goed.
En tot slot,het refrein, de youryboy, die mag er zijn.
dtào yêe-bpòon " เต่าญี่ปุ่น " is letterlijk vertaald "schildpad uit Japan". Wordt in Thailand aangeboden zowel als voedsel, of om vrij te laten in de wijde natuur, teneinde een goede daad te stellen wat dan weer goed geluk moet brengen. Met enige twijfel naar juistheid, geef ik hierbij de latijnse benaming "Trachemys scripta troosti"
Greets from Thailand
Farang Geplaatst met toestemming van de webmaster.
Fretten en kinderen Een fret is niet voor iedereen geschikt. Zeker niet voor kinderen onder de 10 jaar, de verzorging van een fret is zeer veeleisend en kinderen stoppen (zoals bekend) vaak met het verzorgen als het dier gaat vervelen. Kinderen kunnen doorgaans prima met fretten overweg (mits ze de nodige zin voor verantwoordelijkheid hebben). Wel is het heel belangrijk dat de ouders ten alle tijden de verantwoordelijkheid houden, laat de kinderen af en toe mee helpen met de verzorging maar blijf er op toezien dat alles goed gebeurd en de fretten hiervan niet de dupe zijn.
Fretten in een huishouden met kinderen zou een gezamenlijke beslissing moeten zijn en ook zou de verzorging gezamenlijk moeten gebeuren. Een kind kan doorgaans zo'n grote verantwoording niet alleen aan.
Een fret in een klein hokje zonder enige verzorging is niet iets waar de fret goed tegen kan, een fret is een dier dat dagelijkse aandacht bestaande uit knuffelen, spelen en een schoon hok hard nodig heeft. Krijgt hij dit niet dan kan het dier erg neurotisch worden, een goed verzorgd dier is echter zijn hele leven lang een prettige huisgenoot waar je veel plezier aan kan beleven.
Aandacht is cruciaal Tijd, aandacht, verzorging en goede voeding zijn wel de grootse vereisten wil je goed voor een fret kunnen zorgen,het blijft een actief diertje dat dagelijks aandacht zal vragen, kan je dit niet geven dan is een fret geen geschikt huisdier om voor te kiezen.
Mocht het door omstandigheden eens een keer niet lukken om het diertje er even uit te laten dan is dit geen excuus om het dier niet even te knuffelen. Fretten zijn contact dieren die het heerlijk vinden om even aangehaald te worden maar uitgebreid op schoot zitten zal er bij de meeste fretten niet in zitten.
Je bent niet geschikt als je:
Graag een dier wilt om te knuffelen en op schoot te nemen.
Een fret neemt om indruk te maken op de buurman.
Niet zo veel tijd en zin hebt het dier dagelijks 2 uren te laten lopen en er mee te spelen.
Niet tegen rommel kan.
Je een hekel hebt aan dieren die niet luisteren.
Er niet tegen kan dat dieren constant aan je hangen en voor je voeten lopen.
Mogelijk allergisch bent voor katten, honden en misschien fretten (laat het testen als je een vermoeden hebt).
Een dier wilt dat makkelijk alleen gelaten kan worden als je op vakantie wilt.
Geen dier wilt dat ca. 8 jaar bij je blijft.
Je bent geschikt als je:
Van actieve dieren houd die zich zelf ook erg kunnen vermaken.
De hele avond, middag of morgen tijd hebt om met de fretten bezig te zijn, en dit kan volhouden.
Het niet erg vindt dat er af en toe wat sneuveld door een baldadige fret.
Het heerlijk vindt als een dier weer eens lekker eigenwijs doet wat hij zelf wil en er achteraf om kan lachen.
Zeker weet dat je niet allergisch bent of dit voor lief wilt nemen.
Het heerlijk vindt om in de belangstelling te staan van de fretten.
Niet op vakantie gaan geen ramp vindt of wel moeite wilt doen voor een goede tijdelijke vakantie plek.
Graag een dier witl dat voor lange tijd bij je blijft.
Een trouw dier begraven hoort voor veel mensen bij het rouwproces. Voor sommigen leeft het dier voornamelijk voort in herinneringen. Anderen hebben een fysieke plaats zoals een graf nodig om de nabijheid van het beestje te voelen. Steeds meer baasjes kiezen voor een waardige begrafenis.
Verwijdering door de dierenarts De dierenarts kan de crematie van je hond of kat regelen als je dat wilt en de as laten retourneren aan jou. Of hij laat het lichaam door een destructiebedrijf meenemen.
Begrafenis thuis Om publieke gezondheidsredenen mogen honden of andere dieren niet overal in de tuin worden begraven. Je dierenarts weet wat de regels zijn in het gebied waar je woont. Wil je dat er een uitzondering wordt gemaakt, dan kun je de gemeente vragen om toestemming.
Begrafenis op een dierenbegraafplaats Niet elke diereneigenaar heeft een tuin, maar veel mensen hebben een sterke behoefte het lichaam van hun dier te begraven. Hier zijn dierenbegraafplaatsen voor. De kosten van een begrafenis variëren net als bij die van mensen per begraafplaats en zijn afhankelijk van diverse factoren, zoals het type graf (gedeeld of individueel), de kist (of urn), de grootte van de plaats, de uitvoering van de steen en of je het graf wilt onderhouden en hoe lang.
Crematie Cremeren is een gebruikelijke manier om de stoffelijke resten van je huisdier te verwerken. Je kunt kiezen uit een gecombineerde of een individuele crematie. Als je de as van je dier in een urn of strooidoos wilt krijgen, moet je voor het laatste kiezen. Dan kun je later besluiten wat je met de as doet. Sommige mensen zetten de as in een mooie urn in huis. Andere mensen strooien de as uit in de tuin of op een dierenbegraafplaats. Het is niet overal toegestaan om de as uit te strooien, dus vraag dit eerst na bij je dierenarts of gemeente. Bij een dierenbegraafplaats kun je meestal een nis kopen om de urn in te zetten of de as in een gezamenlijk graf plaatsen.
Tip Veel organisaties verzorgen de begrafenis van je dier tot de laatste details. Van het ophalen van het lichaam tot de begrafenis zelf. Het is verstandig om de kosten te vergelijken, maar ook naar de extra kosten te vragen. Is onderhoud van het graf bijvoorbeeld inbegrepen?
Meer weten? Lees Als mijn hond ouder wordt van Heike Schmidt-Roger en Susanne Blank.
Bij het uitkiezen van een kitten dien je te letten op het soort tehuis waar het vandaan komt en de gezondheidstoestand van de moeder. Zo mogelijk moet je het diertje even laten spelen, zodat je kunt controleren of het niet mank of lam is. In het ideale geval moet een kitten niet van de moeder worden gescheiden voor het een week of tien, twaalf is.
Waar moet je op letten: Een gezond kitten heeft een stevig, gespierd lichaam en als je het oppakt, voelt het veel zwaarder aan dan het lijkt.
· De oren dienen schoon te zijn zonder uitscheiding. Voortdurend krabben kan duiden op oormijt.
· De ogen moeten helder, glanzend en schoon zijn. Het derde ooglid nag niet te zien zijn.
· De neus moet koel en vochtig zijn, zonder uitvloeiing of korstjes rond de neusgaten.
· Bek en tandvlees moeten rozeachtig van kleur zijn en de adem mag niet ruiken.
· De buik moet enigszins bol zijn, maar niet opgeblazen, hetgeen anders op wormen kan duiden.
· De vacht is een goede graadmeter voor de gezondheid van het kitten. Ze moet glanzen en vlooienvrij zijn.
· Het achterste moet schoon zijn, zonder tekenen die op diarree wijzen en zonder uitvloeiing uit de genitaliën.
Uit: Uw kat in topconditie van Andrew Edney (dierz.nl)