Hallo bezoeker,
welkom op het blog van de Mailgroep Huisdieren, een hechte groep Dierenvrienden-SeniorenNetters, die er zijn voor, door en met elkaar.
Op dit blog kunnen jullie kennismaken met onze dieren, tips vinden over de verzorging en de gezondheid van de dieren, dierengedichten en dierenartikels lezen, werkjes in verband met dieren bekijken, enz.
Veel kijk- en leesplezier!
06-06-2010
Honden, katten en het milieu: 4 nuttige ecologische initiatieven!
Honden, katten en het milieu: 4 nuttige ecologische initiatieven!
Tussen de talrijke kattenbakvullingen die in de winkels aangeboden worden, zijn er plantaardige vullingen, bestaande uit houtkorrels en oud papier, die minder schadelijk lijken voor het milieu dan kattenbakvullingen bestaande uit witte of grijze klonterende korreltjes. Denk eraan wanneer u de volgende keer naar de dierenwinkel gaat!
In plaats van in de winkel speelgoed voor katten en honden te kopen, kunt u ook oude kleren of versleten textiel gebruiken om er met een beetje verbeelding zelf speelgoed van te maken. Omdat ze een bekende geur verspreiden, zullen ze uw huisdier in heel wat gevallen meer interesseren dan gesofisticeerd speelgoed dat in de winkels te koop is.
Wanneer u op de buiten gaat wandelen, doet u er in sommige gevallen goed aan uw hond aan de leiband te houden zodat hij geen schade berokkent aan bepaalde kwetsbare planten.
Het is ten slotte ook verkieslijk een huisdier uit een dierenasiel te adopteren om de overbevolking van katten en honden tegen te gaan en om de daarmee gepaard gaande problemen te vermijden.
Ook gezelschapsdieren kunnen last hebben van insectenbeten ! Die insecten kunnen vliegende insecten zijn (bijen, wespen, muggen...), op de grond leven (mieren) of op planten of andere dieren ( teken , vlooien). Ze wachten gewoon tot uw hond langskomt en slaan dan toe!-
Uw hond en insectenbeten
Uw hond kan het jaar rond door insecten gestoken of gebeten worden, maar 's winters zijn er minder en uw huisvriend zit allicht ook meer buiten tussen het voorjaar en het najaar. In die periode moet u dan ook extra op uw hoede zijn.
De ernst van een insectenbeet hangt af van welk insect er gestoken heeft, van hoe sterk uw hond reageert op het speeksel van de boosdoener en van welke lichaamszone getroffen is.
Zo is een insectenbeet op de rug of op de buik vaak minder ernstig dan een beet op een poot - wat het stappen kan bemoeilijken - of, erger nog, een beet rond de muil of de keel, wat tot ademhalingsproblemen kan leiden!
Beten van vliegende insecten...
Wespen, bijen, horzels en muggen zijn in Europa overal te vinden en vormen vooral een probleem als uw hond ermee wil gaan spelen of ernaar hapt. Een insectenbeet op de huidkan pijnlijk zijn of felle jeuk veroorzaken en uw hond kan door het hevige likken nog een bijkomend letsel doen ontstaan. Algemene allergische reacties komen zelden voor, maar kijk er toch voor uit want ze zijn niet onschuldig. Als uw hond er na een insectenbeet bijvoorbeeld zwakjes bijloopt of moeizaam ademt, of als zijn huid over een groot oppervlak ontstoken is, moet u meteen naar een dierenarts. Die zal hem de gepaste medicatie geven.
En beten van insecten op de grond en op planten!
Bij wandelingen in de natuur of bij contact met andere dieren kan uw hond besmet raken met teken of vlooien. Onderzoek uw vriendje dus na elke wandeling in het bos of elders in de natuur en haal eventuele teken weg met een speciaal daarvoor bestemd pincet. Als u het insect volledig hebt verwijderd, verschijnt er soms een harde, rode bobbel van enkele millimeter doorsnee op de plaats waar de kop van het insect zat. Dat is een normale reactie. Meestal verdwijnt ze binnen een week nadat u de teek hebt verwijderd. Vlooien worden heel makkelijk overgedragen van het ene dier op het andere en de beten veroorzaken vaak jeuk over het hele lichaam van het slachtoffer. Het speeksel van vlooien kan ook een allergische reactieveroorzaken, wat nog meer jeuk zal geven.
Hou de insecten tegen!
Als uw huisdier een pijnlijke insectenbeet van een bij of een wesp heeft, kunt u enkele ijsblokjes in een dunne handdoek wikkelen en die op de wonde leggen. Dat verzacht de pjjn. In sommige gevallen kan een ontstekingwerende zalf op de wonde te hevig likken of krabben voorkomen. Als u de indruk hebt dat uw dier een algemene allergische reactie heeft, gaat u best zo snel mogelijk naar uw dierenarts.
Ze rennen enkele pasjes, houden hun kop een paar seconden vlak boven de grond scheef alsof ze goed luisteren en schieten dan plots met hun snavel de grond in om een worm te pakken. Fascinerend vindt Robert Montgomerie het om te zien hoe roodborstlijsters foerageren op zijn gazon. Zo fascinerend zelfs, dat de Canadese bioloog, die zich eigenlijk helemaal heeft toegelegd op onderzoek naar seksuele selectie en paargedrag, het niet kon laten om uit te vogelen hoe deze dieren nu precies wormen vinden.
In 1997 schreef hij samen met zijn collega Patrick Weatherhead het wetenschappelijke artikel 'How robins find worms' . Met robin bedoelen de onderzoekers de American robin , oftewel de roodborstlijster (en niet het roodborstje, dat in Engeland robin wordt genoemd). De roodborstlijster zie je veel in tuinen en parken in Noord Amerika; je kunt hem wat dat betreft wel een beetje vergelijken met de merel in Europa.
De twee Canadezen bouwden met hun werk voort op dat van de vogelonderzoeker F. Heppner. Heppner was in de jaren zestig als een soort myth buster tewerk gegaan om aan te tonen dat het een fabeltje is dat roodborstlijsters naar regenwormen luisteren. Hij liet de vogels wormen uit een grasveldje pikken terwijl uit een luidspreker harde ruis klonk dat het geluid van de door de grond ploeterende wormen moest maskeren. En jawel hoor, achtergrondgeluid of niet, de vogels pikten de wormen er zo uit. Volgens Heppner kantelen de vogels hun kop uitsluitend om beter te kijken.
Maar Montgomerie en Weatherhead waren niet overtuigd. Volgens hen nemen de vogels op verschillende manieren wormen waar; op het zicht, doordat ze trillingen in de grond voelen én op het gehoor. 'Welke methode ze het meest gebruiken, hangt waarschijnlijk af van de omstandigheden', aldus Montgomerie. 'Als het nat is buiten, komen regenwormen naar het oppervlak en kunnen de vogels ze vrij makkelijk zien. De vogels zullen dan minder op hun gehoor afgaan.' In andere gevallen zullen trillingen en geluiden waarschijnlijk belangrijkere signalen vormen, meent de onderzoeker. 'En waarschijnlijk geldt hetzelfde voor merels. Hun foerageergedrag lijkt namelijk veel op dat van roodborstlijsters.'
De twee vogelonderzoekers voerden een kleine serie simpele experimenten uit met vier roodborstlijsters. Ze gebruikten plateautjes met daarop aangestampte aarde, een stukje karton, weer een laag aarde en tot slot een grasmatje. In de onderste laag aarde hadden ze meelwormen verstopt, ook een geliefd maaltje van de vogels. Regenwormen zouden te snel door de proefopstelling bewegen en daardoor nauwkeurige metingen onmogelijk maken. Maar de conclusies die ze uit het meelwormenonderzoek trekken, gaan volgens Montgomerie en Weatherhead ook op voor regenwormen. Met enkele kleine steekproeven maakten ze dat aannemelijk.
Door het karton konden de vogels de wormen onmogelijk zien. Ook sloten de onderzoekers met hun opstelling uit dat de meelwormen zich verrieden door met hun gegraaf grassprietjes te doen bewegen. En trillingen werden door het karton gedempt. Meer dan de helft van de pikbewegingen, dwars door het karton heen, waren raak. Een vroeger experiment, met vers gedode en levende wormen, had al uitgesloten dat de vogels de wormen op geur traceerden.
Geluid lijkt dus belangrijk. Maar keihard bewijs dat de vogels ook op het gehoor jagen, leverde het experiment niet; misschien voelden de vogels toch nog wel wat trillingen door het karton en de aarde heen. Het ultieme experiment zou zijn om het geluid van de wormen na te bootsen en af te spelen vlak onder het gras. En dan kijken of de vogels de microfoontjes oppikken. Montgomerie en Weatherhead hebben dit geprobeerd, maar faalden, naar eigen zeggen omdat ze het geluid niet goed genoeg hadden nagebootst. Wormpjes playbacken is ook niet makkelijk.
ROTTERDAM - Vleermuizen moeten op een ingenieus radarsysteem vertrouwen om nergens tegenaan te vliegen. De dieren sturen een echosignaal uit en 'horen' waar zich ergens een voorwerp bevindt. Maar dat radarsysteem blijkt nu een stuk vernuftiger dan gedacht en wetenschappers kunnen er zelfs inspiratie uit halen.
Als vleermuizen in groep vliegen sturen ze massaal echosignalen uit. Dan bestaat het risico dat ze overlappen. Of als ze op een mot jagen en de signalen ketsen af op dikke bladeren. Dat zou tot verwarring kunnen leiden, maar wetenschappers ontdekten dat de dieren in staat zijn hun signalen qua frequentie aan te passen aan deze situaties.
Radar Ook radarsystemen raken wel eens ontregeld, bijvoorbeeld door de aanwezigheid van elektrische toestellen. Wetenschappers gingen daarom na hoe vleermuizen met dit probleem omgaan. Ze plaatsen kleine microfoons op de hoofden van de vleermuizen en in de ruimte waarin ze moesten rondvliegen.
Takken Er werd een situatie gecreëerd die voor vleermuizen tot verwarring zou kunnen leiden. Zo ontdekten ze dat de vleermuizen van iedere echo een blauwdruk bewaren zodat ze met kleine aanpassingen in frequentie signalen kunnen onderscheiden. Zonder dit ingenieuze systeem zouden de vleermuizen voortdurend tegen takken aanvliegen.
In vroegere tijden overwinterden vleermuizen vaak in boerenschuren en stallen. Met het verdwijnen van veel boerenbedrijven verdwenen ook geschikte verblijfplaatsen voor de winter. Om het afnemen van de populatie tegen te gaan worden er op diverse plaatsen vleermuizenkelders geplaatst. Bunkers bleken goede plaatsen voor het overwinteren van vleermuizen te zijn. Donker en vrij constant van temperatuur. De vleermuizenkelders die nu gebouwd worden, hebben de bunker als model.
Ze staan deels in de grond en ook op het verblijf wordt een laag aarde aangebracht. Hierdoor is de kelder vrij constant van temperatuur.
Er is geen deur in het verblijf die makkelijk open en dicht kan. Het is immers niet de bedoeling dat er voortdurend mensen in en uit lopen. De rust is voor een ongestoorde winterslaap van groot belang.
De ingang voor mensen is een luik waar boven een kier in zit. De vleermuizen gaan door de kier naar binnen. Ook aan de onderkant zit een kier die bedoeld is als ingang voor kleine waterdieren die hun winterslaap komen houden.
Het eenvoudige gebouw bestaat uit een aantal betonnen platen die tegen elkaar zijn geplaatst. De platen van het plafond zijn een stukje van elkaar geplaatst, zoals op de foto te zien is. De opening tussen de platen vormt precies een geschikte holte voor de vleermuis om te gaan hangen. Want vleermuizen hangen de winter door. Na de winter gaan ze naar buiten en keren niet steeds terug in het verblijf. Vooral de mannetjes kunnen ver van huis gaan en slapen wel in een boom. In de winter keren ze naar het verblijf terug.
Gemiddeld duurt het drie jaar voordat een nieuw winterverblijf wordt ontdekt door mogelijke bewoners. In de Tuinen in Demen staat sinds twee jaar een vleermuizenkelder en bij de wintertelling van 2010 werd de eerste bewoner aangetroffen: een bruine grootoor-vleermuis (Plecotus auritus) in diepe slaap.
De bruine grootoor is één van de ongeveer twintig soorten vleermuizen die in Nederland voorkomen. Zijn naam dankt hij aan zijn grote oren. In de winterslaap houdt hij daar zijn vleugels omheen geslagen zodat de oortjes lekker warm blijven. Er verblijven ook meerdere salamanders.
Eén zwaluw maakt nog geen zomer maar één vleermuis maakt wel een kelder tot een vleermuizenverblijf. Dat vindt althans de vleermuizenwerkgroep die de jaarlijkse telling doet en ons van harte feliciteerde. Eén vleermuis houdt ook een belofte in: de kans dat er volgend jaar meerdere vleermuizen in het verblijf zullen overwinteren is nu aanzienlijk groter. Ze zijn van harte welkom!
Op 18 juli zal de vleermuizenwerkgroep aanwezig zijn in de Tuinen in Demen om meer informatie te geven over vleermuizen.
Slakken behoren net als mossels, oesters, inktvissen, .. tot de weekdieren. Ze hebben geen enkele verwantschap met zoogdieren, insecten of mijten. Dat verklaart waarom slakken niet te bestrijden zijn met gekende insectendodende middelen. Hiervoor zijn speciaal ontwikkelde middelen nodig. Slakken hebben een technisch hoogstandje meegekregen van Moeder Natuur, dat grotendeels verklaart waarom zij zich zo massaal voortplanten. Slakken zijn namelijk tweeslachtig (man én vrouw tegelijkertijd). Toch moeten ze paren met een soortgenoot om zich te kunnen voortplanten. Bij het paren bevruchten ze elkaar. Zo ontstaan er twee afstammingslijnen per koppel slakken en zorgt dus elke slak voor nakomelingen.
Slakken leggen in april reeds een driehonderdtal eitjes onder aardkluiten, boomschors,... Uit de doorzichtige bolletjes komen na een drietal weken minuscule slakjes die zich onmiddellijk beginnen te voeden met de tuinplanten en na amper twee maand zijn ze volwassen en klaar om zich voort te planten. Het is dan ook belangrijk om reeds vroeg op het jaar te starten met de bestrijding van naaktslakken om een ware slakkenplaag te voorkomen en de slakkenpopulatie in de moes- en siertuin zo minimaal mogelijk te houden.
Slakken verplaatsen zich op de zoolvormige onderzijde van hun lichaam, en scheiden hierbij slijm af dat een spoor achterlaat en zo duidt op hun aanwezigheid.
Slakkenvraat aan hosta's.
Slakken kunnen ingedeeld worden in twee grote groepen: naaktslakken en huisjesslakken .
Het voedsel van huisjesslakken bestaat hoofdzakelijk uit algen en plantaardig afval; minder vaak plantenweefsels maar kan toch hier en daar eens voorkomen.
Het voedsel van naaktslakken daarentegen bestaat hoofdzakelijk uit zachte plantendelen waardoor ze grote schade aanrichten in onze tuinen. Ze zijn te vinden op vochtige plaatsen zoals onder stenen, bloempotten, dichte beplanting, rottende bladeren en composthopen. Bij het uitstrooien van compost dus opletten dat u zo geen plaag over de hele tuin verspreid. Alertheid is geboden! Naaktslakken kruipen bij zonnig en/of droog weer weg om niet uit te drogen. Ze graven zich hierbij vaak in de grond in. Zodra de lucht vochtiger is (bijvoorbeeld bij langere dauwperioden, na een bui of s nachts) gaan ze terug op pad. In droge zomers is het aantal vraatzuchtige slakken dan ook beduidend minder dan in vochtige en warme zomers.
Natuurlijke vijanden van slakken zijn egels, loopkevers, padden, kraaien, lijsters, spreeuwen,... Je kunt de tuin dan ook aantrekkelijk maken voor deze dieren door voor de vogels struiken aan te planten en voor egels en padden bestaan er zelfs speciale huisjes.
Ook schoffelen helpt in de strijd, omdat het de bovenste grondlaag uitdroogt. Heeft men toch nog te kampen met een slakkenplaag, dan zijn er de speciaal ontwikkelde slakkenkorrels ....................
(tuinadvies.be)
(nota van Ciska : let er altijd op dat die korrels niet giftig zijn voor je eigen huisdieren !!!!)
Slakkenoverlast kan uitermate vervelend zijn. Gelukkig zijn er verschillende manieren om slakken tegen te gaan.
Overlast van slakken is op verschillende manieren te voorkomen of te bestrijden. Een opgeruimde tuin heeft weinig schuilplaatsen voor slakken en ook door planten te kiezen die voor planten die geen last hebben van slakkenvraat maakt u uw tuin onaantrekkelijk voor slakken. Kies bij aanhoudende overlast bij voorkeur voor biologische bestrijding of milieuvriendelijke slakkenkorrels. Pas op met bestrijdingsmiddelen: veel dieren eten slakken en sommige middelen doden niet alleen de slakken, maar ook de dieren die slakken eten.
Tips tegen slakken
De composthoop trekt slakken aan. Zet er geen kwetsbare planten in de buurt.
Biologische bestrijding van slakken met aaltjes is milieuvriendelijk en effectief.
Maak uw tuin aantrekkelijk voor natuurlijke vijanden van slakken, zoals egels, vogels, padden en kikkers.
Slakken kunnen nuttig zijn
Slakken spelen een belangrijke rol als opruimer in de natuur en dragen bij aan de kringloop van voedingsstoffen. Ze eten vooral rottende plantresten, maar een aantal slakken eet ook levende planten.
Natuurlijke vijanden
Slakken zijn vooral s nachts actief. Vanwege hun nachtelijke levenswijze en het beschermende slijm hebben slakken weinig natuurlijke vijanden. Toch zijn er dieren die graag slakken eten: vogels, egels, spitsmuizen en loopkevers.
U kunt uw tuin eenvoudig aantrekkelijk maken voor slakkeneters. Vogels hebben beschutting nodig om te schuilen en te broeden. Een dichte haag of struikgewas is ideaal. Egels en spitsmuizen gebruiken stapels takken en dicht kreupelhout als woon- en schuilplaats. 's Winters overwinteren ze in een hoop dorre bladeren. Kijk voor tips op Leven in de tuin .
Voorkom slakken
Met een grote lenteschoonmaak vernietigt u overwinterende slakken en hun eieren. De losse grond droogt snel waardoor de slakkeneieren uitdrogen. Door de grond te bewerken brengt u de slakkenpopulatie flink terug.
U voorkomt veel ergernis door te kiezen voor tuinplanten die geen last hebben van slakkenvraat. Goed bestand tegen slakken zijn akelei, goudsbloem, anjer, geranium, klimop, daglelie, viooltjes en varens. Slakken hebben ook een hekel aan oostindische kers. In de moestuin zijn slakken dol op sla, alleen rucola heeft geen last van slakkenvraat. Ook kruiden als salie, tijm en knoflook houden slakken op een afstand. Plant of zaai ze op plekken waar u veel last van slakken heeft.
Slakken houden van vochtige plekken, zoals onder tuinafval. Daarom is het verstandig de tuin op te ruimen en zo min mogelijk afval te laten liggen. Als het nodig is om de tuin water te geven, doe dat dan vroeg in de ochtend. s Avonds water geven, zorgt gedurende de gehele nacht voor een vochtige atmosfeer en is in feite de slakken uitnodigen.
Bescherm kwetsbare planten
Zet kwetsbare planten niet op plekken waar slakken zitten. Houd de grond rond deze planten kaal zodat ze snel uitdroogt en zo onaantrekkelijk is voor slakken. Gevoelige planten beschermt u door een barrière van koffiedik, cacaodoppen, kalk, fijngemaakte eierschalen en houtas rond de plant aan te brengen.
Bescherm jonge planten door er een beschermende huls omheen te plaatsen. Deze maakt u van plastic drankflessen, waar de bodem en de bovenkant van afgesneden zijn.
Slakken houden niet van metaaloppervlakken. Sommige metalen, zoals koper, zijn zelfs giftig voor slakken. Met een koperstrip rond een pot of plant houdt u de slakken weg.
Vang slakken
Met slakkenvallen vangt u eenvoudig grote hoeveelheden slakken. Potjes gevuld met bier of druivensap voldoen goed als val. Graaf de vallen niet in, anders vangt u ook andere dieren zoals salamanders.
Naaktslakken kruipen overdag weg in een vochtige schuilplaats. Met dakpannen, stenen, vochtige planken en rabarber- of koolbladeren maakt u schuilplaatsen waar u de slakken overdag kunt wegvangen. Laat de gevangen slakken los op ruime afstand van de tuin of aan de overkant van een drukke weg. U kunt ze ook doden in zeepwater of in verdunde ammonia.
Milieuvriendelijke bestrijdingsmiddelen
Knoflook
Knoflook is giftig voor slakken, ze mijden plaatsen en planten die met een knoflook-extract zijn bespoten. Bespoten eitjes komen niet meer uit. Over de beste wijze van doseren en toedienen is niets bekend. Als u knoflook kiest als antislakkenmiddel, moet u dus zelf een en ander uitproberen.
Aaltjes
Aaltjes zijn parasieten en een biologische manier om slakken te bestrijden. De aaltjes koopt u in een flesje waarmee u veertig vierkante meter tuin slakvrij kunt maken. Giet de aaltjes uit op plekken met veel slakken; ze zoeken zelf de slakken op. Daarna blijft de tuin minstens zes weken slakvrij. In tuincentra en via het internet kunt u een bestelkaart kopen, waarna u een flesje met aaltjes per post krijgt toegestuurd.
Ferrifosfaat
Slakken korrels op basis van ferrifosfaat zijn giftig voor slakken maar nauwelijks giftig voor andere dieren en daarom veilig te gebruiken. Ferrifosfaat verstoort de vochthuishouding en slijmvorming van slakken. De slakken stoppen met eten en gaan dood. IJzer en fosfaat, de componenten van ferrifosfaat, zijn voedingselementen voor planten die van nature in de bodem voorkomen. Ferrifosfaat is goed bij tuincentra verkrijgbaar.
Een grondige studie van het onderwaterleven in Nieuw-Zeeland heeft aangetoond dat er op z'n minst 17.000 soorten van leven onder water zijn, in de Nieuw-Zeelandse wateren alleen. En er is nog maar 30 procent van het water daar onderzocht. Toch zijn er al enkele opmerkelijke exemplaren bij.
De resultaten van de studie, die twintig jaar in beslag genomen heeft, zijn nu bekendgemaakt omdat 2010 het Jaar van de Biodiversiteit van de Verenigde Naties is.
De Europese wateren zijn ongeveer 5,5 keer groter dan de Nieuw-Zeelandse, maar er zouden maar dubbel zo veel soorten leven.
Te veel op je bord? Geen nood. Hond- of katlief smult de restjes wel op. Want ze verdienen toch af en toe een extraatje? Kijk toch maar uit met wat je onder de tafel dropt. Sommige voedingsmiddelen verteren hond en kat niet, andere zijn zelfs ronduit giftig voor hen. 8 killers volgens WebMD. 1) Perziken en pruimen bevatten pitten en zaden die een ontsteking in de kleine darm of constipatie veroorzaken. De pitten bevatten ook cyanide, wat giftig is voor mensen én dieren.
2) Heb je een hond? Geef hem dan niet te veel zout. Hij krijgt er dorst van en moet meer plassen. Het kan zelfs leiden tot vergiftiging, met symptomen als overgeven, diarree, depressie, rillingen, verhoogde temperatuur en aanvallen. Bij een zeer ernstige vorm kan je hond er ook aan sterven.
3) Heb je katten rondlopen thuis? Laat dan geen teentjes look en bieslook rondslingeren. Ze kunnen je kat zware darmproblemen geven.
4) Kijk ook uit met uien. Ze kunnen je hond vergiftigen, waardoor hij kan overgeven, diarree krijgt, geen eetlust meer heeft, moeilijk ademt of er verdwaasd bijloopt. Bij katten worden de rode bloedcellen afgebroken, wat kan leiden tot bloedarmoede en problemen met de darmen.
5) Volwassen katten en honden verteren geen zuivelproducten. Geef ze dus geen melk, yoghurt, kaas en ijs. Want het kan diarree en voedselallergie veroorzaken.
6) Chocolade is giftig voor katten en honden. Katten kunnen er van sterven, maar gelukkig zijn de meeste katten niet dol op chocolade. Spelbreker is de stof theobromine. Katten en honden die toch chocolade eten, kunnen overgeven, diarree krijgen of extreem veel dorst hebben. Het kan ook hartritmestoornissen, beroertes en trillingen veroorzaken. Soms met de dood tot gevolg.
7) Let op voor rauw vlees en rauwe vis. Bepaalde vissen bevatten soms een parasiet die bij honden een visvergiftiging kan veroorzaken. Als die onbehandeld blijft, bestaat de kans dat je hond binnen de twee weken sterft. De eerste symptomen zijn overgeven, koorts en gezwollen klieren. Kook alles goed voor je het aan je hond geeft. Katten moeten dan weer wegblijven van rauwe vis.
8) Tot slot een klassieker. Hoeveel baasjes geven met veel plezier de restjes vlees aan hun trouwe viervoeter? Geen goed plan nochtans. Vetrandjes en botten zijn zeer gevaarlijk, of ze nu gekookt of gebakken zijn of niet. Het lijkt de gewoonste zaak van de wereld, maar een bot kan je hond of kat doen stikken. De splinters kunnen de organen beschadigen en de darmen verstoppen.
We kunnen het ons zelf gelukkig niet voorstellen, maar een hond hoeft eigenlijk helemaal niet zo vaak in bad. Heeft hij toch een geurtje of is zijn vacht niet meer schoon? Dan is het alle hens aan dek: met borstel, shampoo en een grote stapel handdoeken in de aanslag! 1) Je hond wassen is alleen nodig als hij echt vuil is of een slechte geur verspreidt. Voor de meeste honden volstaat het om een tot drie keer per jaar een bad te nemen. Als je hem te veel wast, schaadt het de huid en kunnen er irritaties optreden.
2) Neem een wasplekje waar er voldoende ruimte is. Kan het niet in bad? Doe het dan wel in de buurt van warm water, want dat zal je nodig hebben.
3) Leg al het wasgerief op voorhand klaar, zodat je op het moment zelf je hond niet alleen moet laten. Het basispakket? Een kam of borstel, een stapel handdoeken en watten. Zit je met een gladde vloer? Dan is een antislipmat geen overbodige luxe.
4) Gewoon met water wassen is voldoende. Kies je toch voor een shampoo, koop dan geen te straffe. Het is in elk geval geen slecht idee om hierover raad te vragen aan je dierenarts.
5) Voor je de hond wast, moeten alle knopen uit zijn vacht zijn. Om zijn oren te beschermen tegen het water kan je wat watjes gebruiken.
6) Maak je hond volledig nat met lauw water en vermijd hierbij de ogen, oren en neus. Leg je hand eventueel op het hoofd zodat hij niet te wild in het rond springt.
7) Als je shampoo gebruikt, neem dan kleine hoeveelheden. Masseer de zeep in de vacht en laat ze een kwartiertje inwerken.
8) Spoel de huid daarna grondig en laat je hond zich eventjes uitschudden. Kam de vacht nog eens goed en wrijf hem droog met een handdoek.
Reisje gepland met de auto? En je wil je huisdier ook mee laten genieten van nieuwe oorden? Je kat of hond kan zonder problemen mee op reis, maar je moet wel de nodige voorzorgsmaatregelen nemen.
1) Dieren houden van hun vrijheid en kunnen angstig reageren als ze plots in de auto een hele rit moeten uitzitten. Schaf daarom het juiste materiaal aan. Als je kat mee reist, voorzie dan een draagkooi. Voor een hond kan je een transportmand gebruiken of hem achter een speciaal rooster of net zetten.
2) Om wilde taferelen te vermijden laat je je huisdier best op voorhand wennen aan het autorijden. Neem ze regelmatig mee voor een kort ritje voor je aan een langere reis begint.
3) Geef je huisdier een paar uur voor het vertrek geen eten meer. Hoeveel uur voor het vertrek verschilt van dier tot dier.
4) Stop onderweg minstens om de twee uur. Vooral voor een hond is het belangrijk dat hij een beetje kan bewegen, even plassen en iets drinken. Gebruik zijn eigen drinkbak en geef hem zijn vertrouwde hondenbrokken. Hou je huisdieren onderweg aan de leiband, je weet nooit hoe ze plots kunnen opschrikken door een vreemd geluid.
5) Was het al tijdens de korte ritjes al duidelijk dat je huisdier niet in de wieg gelegd is voor cruisen op de snelweg? Vraag dan aan de dierenarts iets tegen reisziekte.
6) Als je de grens oversteekt, informeer je dan voldoende over de gewoonten in andere landen. Niet alle landen hebben dezelfde regels voor het vervoeren van huisdieren in de wagen.
Hondeneigenaars doen er meestal alles aan om het hun huisdier zo aangenaam mogelijk te maken. Toch kan je niet altijd vermijden dat je favoriet ziek wordt. Kennelhoest bijvoorbeeld, een infectieziekte van de luchtwegen, is geen zeldzame aandoening bij honden. De naam zegt het al: een van de symptomen van kennelhoest is een droge hoest die soms gepaard gaat met braakneigingen of kokhalzen. In uitzonderlijke gevallen kan een longontsteking ontstaan en loopt de hond gevaar er aan te sterven.
Kan je kennelhoest volledig uitsluiten? Spijtig genoeg niet. De bacterie Bordetella bronchiseptica is in dit verhaal een van de voornaamste boosdoeners, maar die kan bij vaststelling bestreden worden met medicatie onder voorschrift waarin amoxicilline en clavulaanzuur zit. Er bestaan wel inentingen tegen Bordeletta en aansluitend het Canine para-influenza type 2-virus, al bestaat er geen inenting tegen alle gekende bacteriën.
Wanneer de hond te maken krijgt met virussen die kennelhoest veroorzaken, maakt hij afweerstoffen aan zodat zijn lichaam voor verschillende jaren bestand is tegen het virus. Een inenting helpt dus, maar de natuur doet ook haar duit in het zakje.
Wanneer je meerdere honden hebt en één hond met kennelhoest, zonder je het zieke exemplaar best af van de rest om verdere verspreiding te voorkomen. Daarnaast moet hij veel rust krijgen en hem een kleine maand lang geen grote inspanningen zoals lange wandelingen laten leveren. Pas daarnaast de voeding ook aan van de gebruikelijke maaltijden naar iets lichter verteerbaar voedsel.
Let er op dat een hond met kennelhoest niet in contact komt met (sigaretten)rook. Alle extra irritatie op de luchtwegen moet zo veel mogelijk vermeden worden. Koude is ook uit den boze, een voldoende warme ruimte is aan te raden.
Extra hulp: je kunt je zieke hond ook altijd een beetje (kinder)hoestsiroop toedienen die vrij te verkrijgen is in de apotheek.
Als je hond na een week behandeling nog steeds niet genezen is, moet je hem naar de dierenarts brengen. Vooral jonge en oude honden lopen extra gevaar, net zoals rassen die over het algemeen vaker last hebben met hun snuit.
Ze kakelen en durven al eens over de haag te vliegen, maar kippen houden heeft eigenlijk niks dan voordelen. Gratis eieren als mooi begin. 1) Kippen zijn goede afvalverwerkers. Zo is je GFT-bak minder snel vol en dat bespaart meteen een flinke duit.
2) Door kippen kom je je huis uit en heb je contact met de natuur. Wat goed is voor je welzijn.
3) De mest van kippen bevat stikstof en andere voedende bestanddelen. Samen met tuinafval en verwerkt tot compost, is het uitstekend geschikt voor je tuinplanten.
4) Niet iedere tuin is geschikt voor kippen. Heb je voldoende ruimte? Want te veel kippen op een te beperkte oppervlakte leidt tot geuroverlast. Voorzie naast een ren ook een hok waarin ze beschutting kunnen zoeken.
5) Kippen zijn zowel in aankoop als in verzorging goedkope dieren. Ze hebben ook geen speciaal duur voedsel nodig, want het zijn simpelweg alleseters. Naast granen eten ze ook de tafelresten en het onkruid op.
6) Omdat kippen sociale dieren zijn, hou je er best minstens twee. Drie kippen per gezin is ideaal.
7) Kippen houden je tuin levendig. Ook voor de kids is dat fijn. Laat je kinderen de dieren verzorgen, zo leren ze verantwoordelijkheid te nemen en respect voor de natuur te hebben.
8) En last but nog least: een groot deel van het jaar heb je verse eieren. Een stevige boerenomelet of zacht gekookt: gerechten met eieren zijn nooit saai.
De (eigenlijke) kraanvogels (Gruidae) zijn een familie van de orde der kraanvogelachtigen ( Gruiformes ). De familie telt 15 soorten.[1]
Inhoud
Beschrijving
Alle kraanvogels zijn grote vogels met een lange poten en lange nek. Anders dan de blauwe reiger , die er ongeveer hetzelfde uitziet maar geen familie is, vliegt een Kraanvogel met de nek uitgestrekt, niet ingetrokken. De meeste soorten kraanvogels houden er een ingewikkeld en luidruchtig paringsritueel of -dans op na. Kraanvogels blijven hun hele leven bij elkaar. Sommige soorten trekken over grote afstanden, terwijl kraanvogels die in een warm klimaat leven helemaal niet trekken. Kraanvogels zoeken elkaars gezelschap en kunnen grote troepen vormen.
Het voedselpatroon van de kraanvogel varieert met het seizoen. Ze eten kleine prooidieren zoals knaagdieren, vis en amfibieën, maar aan het einde van de zomer en in de herfst ook granen en bessen. De "cranberry" (Amerikaanse veenbes, zie: Blauwe bes ) wordt zo genoemd vanwege het feit dat ze zoveel gegeten wordt door een bepaalde kraanvogelsoort die veel voorkomt in de noordelijke gebieden van de VS.
Voorkomen en bedreiging
Representanten van deze familie der kraanvogels komen voor in alle gebieden met uitzondering van Antarctica en Zuid-Amerika . Niet alle kraanvogels in Australië zijn ook werkelijk kraanvogels: de witte kraanvogel is in feite de grote zilverreiger (Egretta alba ), terwijl de blauwe kraanvogel de witwangreiger (Egretta novaehollandiae ) is.
Overal op de wereld lopen de kraanvogelpopulaties achteruit. De positie van de trompetkraanvogel (Grus americana ) in Noord-Amerika heeft tot wetgeving in de VS geleid die gericht is op het beschermen van bedreigde soorten.
Symboliek
De kraanvogel is al sinds de oudheid een symbolische vogel.en wordt in sommige landen als een heilig dier beschouwt.
Aegeïsch
De mythe van de kraanvogel is wijd verspreid en algemeen bekend in het Aegeïsch gebied, Zuid- Arabië , Japan en onder de indianen van Noord-Amerika. In Noord- Hokkaido voerden de vrouwen van de Ainu , wier cultuur meer Siberisch is dan Japans, een kraanvogeldans uit die in 1908 door de fotograaf Arnold Genthe werd vastgelegd. In Korea wordt al sinds de Silladynastie ( 646 v.Chr. ) een kraanvogeldans uitgevoerd op het binnenplein van de Tongdosa-tempel.
Griekse Oudheid
Geranion is Grieks voor kraanvogel. Daaruit afgeleid is de naam van het plantengeslacht Geranium. De kraanvogel was een soort voorteken. In het verhaal van Ibycus en de Kraanvogels werd Ibycus (een dichter uit de zesde eeuw voor Christus) door een dief aangevallen en voor dood achtergelaten. Ibycus riep een vlucht passerende kraanvogels te hulp, die de moordenaar volgden tot aan een open plek waar ze net zo lang boven hem bleven hangen totdat hij verslagen door schuld de misdaad bekende.
Egyptische Oudheid en Azteken
Het Egyptischehiëroglief -symbool voor de letter B is de kraanvogel. Het oude volk van de Azteken in Zuid-Amerika dankt zijn naam aan de kraanvogels: de Azteken zijn oorspronkelijk afkomstig uit de landstreek Aztlan, hetgeen betekent: dichtbij de kraanvogels (azta = kraanvogels, tlan = dichtbij).
Islam
In Mekka , in het voor-islamitische Zuid-Arabië, belichaamden de drie dochters van de maangod Hubal , de drie godinnen die voorspraak zouden doen bij God , de "Drie Verheven Kraanvogels" (Gharaniq). Zij worden genoemd in de Koran , ayat 19 en 20 van Soera De Ster . Er zijn overleveringen dat deze ayat gevolgd werden door de zogenoemde duivelsverzen waarin een goddelijke status aan deze dochters zou zijn toegekend.
Het woord "pedigree" (stamboom) is een verbastering van het oud-Franse "pie de grue", wat "kraanvogelpoot" betekent, omdat een stamboom er net zo uitziet als de tenen aan de voet van een kraanvogel.
Japan
In Japan wordt de kraanvogel als gelukbrengend beschouwd, als symbool van een lang leven en afgebeeld met andere symbolen van een lang leven als pijnboom, bamboe en schildpad. In het feodale Japan werd de kraanvogel beschermd door de heersende macht en gevoerd door de boeren. Toen het feodale systeem werd afgezworen in het Meiji-tijdperk in de 19e eeuw werd de bescherming van de kraanvogels stopgezet, wat hen bijna aan de grens van de uitroeiing bracht. Japan noemde een van haar eilanden Tsuru (Kraanvogel). Als iemand, volgens de traditie, 1000 origami -kraanvogels vouwt zal zijn wens tot gezondheid in vervulling gaan. Sinds de dood van Sadako Sasaki, slachtoffer van de atoombom op Hiroshima geldt dit ook voor een wens tot vrede.
China
Volgens de traditie waren de Chinese Hemelse kraanvogels (tian-he) of Gezegende kraanvogels (xian-he) boodschappers van wijsheid, de legendarische Taoistische wijsheden die werden vervoerd op de rug van een kraanvogel.
Een populair gezegde over honden leert ons dat elke hondenjaar gelijk is aan zeven menselijke levensjaren. De realiteit is echter iets gecompliceerder gezien een hond in zijn eerste twee levensjaren een stuk sneller ouder wordt. Nadien is de ratio 5 op 1 voor de kleine en middelgrote hondenrassen en 6 op 1 voor de grote hondenrassen. Voor de reuzerassen gaan we wel naar een ratio van 7 op 1. Zo is een Deense dog op de leeftijd van 10 al gauw 80 mensenjaren oud terwijl een mopshond er dan pas 64 is. Hoe juist berekenen? Indien je een hond hebt waarvan je de leeftijd niet kent, kan je op een aantal eenvoudige manieren toch een indicatie krijgen over zijn leeftijd. De tanden: Honden hebben meestal een volledig gebid op de leeftijd van 7 maanden. Als je dus een hond hebt met een volledig gebid met hagelwitte tanden kan je er vanop aan dat die ongeveer die leeftijd heeft. Lichte vergeling van de achterste kiezen zal eerder wijzen op een hondenleeftijd van ongeveer 1 à 2 jaar. Als je echter al heel wat aanslag merkt zal dit eerder een hond zijn tussen de 3 en 5 jaar. Ontbrekende tanden of serieuze slijtage kan duiden op een oudere hond en vergt normaal toch wat speciale aandacht voor het gebid. Spiertonus: Jongere honden hebben meestal een meer uitgesproken spierstructuur gezien hun hoger activiteitsniveau. Oudere honden zijn daarentegen knokiger en/of vetter door de daling van hun activiteiten. De Vacht: Jongere honden hebben meestal een zachte, dunnere vacht, waar oudere dieren eerder een dikkere en meer olierijke vacht vertonen. De senioren onder onze viervoeters vertonen dan weer sneller grijze of witte verkleuringen, voornamelijk rond de snoet. Ogen: Jongere honden hebben meestal brilliante en zuivere oogjes zonder vochtverlies. Indien de ogen echter een lichte schijn of verkleuring vertonen kan dit wijzen op een ouder dier. Ouderdom bij honden Wanneer je een hond als "oud" kan beschouwen hangt sterk af van het ras. Meestal worden grotere honden sneller ouder. Zo is een Deense dog al een "senior" op de leeftijd van 5 daar waar een veel kleinere toypoedel dit maar is op de leeftijd van 10. Dit wil echter niet zeggen dat seniorhonden automatisch een aantal ziekteverschijnselen zullen vertonen. Ook bij honden zijn er onderling grote verschillen tussen honden van hetzelfde ras. In vele gevallen kunnen ouder honden vele gezonde, actieve en pijnvrije jaren beleven. Om het hondenleven te verlengen kan je best de energie-inname afstemmen op zijn noden. Oudere honden bewegen minder en hebben dus minder calorieën ( voedsel) nodig. Ook het feit dat ze hun voedsel minder goed kunnen verteren ( absorberen) en dus hoogwaardige voeding nodig hebben is een belangrijk aspect. Overmatig aanbod van proteïnen, fosfor,en sodium kunnen een aantal nier en hartkwalen veroorzaken. Bekijk de bijgaande foto om de juiste leeftijd van jouw hond te bepalen.
Mensen met een allergie zijn niet allergisch aan hun hond, kat, hamster of konijn, maar aan de huidschilfers die deze dieren afscheiden. Deze huidschilfers zijn vergelijkbaar met de roosschilfers die mensen afscheiden en zelfs dieren zonder beharing verspreiden deze schilfers in hun omgeving.
Hypoallergene Honden Meeste allergiespecialisten zullen je aanraden om geen huisdieren te houden als je allergisch bent. Het is een goed bedoeld advies dat honden niet goed zijn voor allergielijders. Dat klopt wellicht fysisch maar mentaal stuit dit toch op wat weerstand. Maar ook mensen met een allergie hebben nood aan wat vriendschap en aandacht. Mensen met een milde vorm van allergie kunnen emotionele voordelen van een huisdier afwegen tegenover het niezen en alle andere reacties zoals een lopende neus of tranende ogen. Mensen met zware allergie doen er dus inderdaad goed aan geen huisdieren te houden.
Ben je dan toch van plan om een viervoeter in huis te halen dan zijn er een aantal honden die weinig allergische reacties ontlokken. In het algemeen kan je stellen dat deze hondenrassen in het bezit zijn van een bepaald type haardos: heel erg gekrulde haren! Zo heb je Poedels in alle maten, Portugese Waterhonden, Bedlington Terriers, Bichon Frises), naakthonden (vb. American Crested, Chinese Crested Hairless), krulharige honden ( Puli, Komondor,), en draadharige honden (Fox Terrier, Broken Coat Parson/Jack Russell Terrier, draadharige Dachshund, en ruwharige Brussels Griffon, etc.).Deze honden hebben over het alegemeen de neiging minder te verharen, maar -nog belangrijker- ze scheiden veel minder huidschilfers af! De krulharige en draadharige rassen hebben daarentegen wel het nadeel dat ze meestal een stuk meer onderhoud vragen ( trimmen). Vele van deze rassen zijn tevens ook zeer energiek en vormen dus ook op dit vlak een echte uitdaging en kunnen dus enkel goed gedijen als ze voldoende mentale en fysieke stimulatie krijgen. Ze hebben dus meestal een ervaren hondenbaasje nodig dat weet van aanpakken. Als je toch zou overwegen om een hond binnenshuis te halen kan je best ook samen met je allergiespecialist bekijken welke filters en stofzuigers je kan aanbrengen in je huis om de allergiesymptomen te reduceren. Bespreek met hem ook de frequentie en manieren om het huis zo allergie-vrij mogelijk te houden en hou je hond in alle geval buiten je slaapkamer ! Was je hond ook eens om de vier weken met een anti-allergische shampoo. Vele allergiespecialisten zullen je aanraden om je hond buitenshuis te houden maar bijna elke hondengedragsspecialist zal het tegendeel beweren. Honden zijn sociale wezens die gezelschap erg op prijs stellen. Je hond zal dus veel beter gedijen binnenshuis want het houden van een hond in een hondenren kan op termijn leiden naar ongewenst gedrag. Je hoeft er dan ook niet van te schrikken dat deze honden gaan blaffen, graven, vernietigingsdrang vertonen en zich daarbij verwonden. In een later stadium kan dit een stuk verder evolueren naar aanvallen van andere honden, andere dieren of zelfs mensen. Als je dus een hond aankoopt maakt deze deel uit van je familie en dien je hem ook in huis toe te laten. Labradoodles De designergekte bij hondenfokkers heeft toegeslagen. Door het kruisen van poedels met andere hondenrassen hebben een aantal hondenfokkers de weg gevonden naar de harten en portefeuilles van menig allergielijder. Door deze zoektocht naar hypoallergene honden zijn al heel wat mensen misleid tot de aanschaf van een lieve puppie. Ga er dus niet vanuit dat elke kruising met een poedel automatisch een hypoallergene hond produceert. Fokkers van gekruiste hondenrassen zouden dezelfde hoge standaard,moeten opgelegd worden zoals dit bij echte rashonden gebeurt. Ook voor hen zouden gezondheidsonderzoeken voor beide ouderdieren, het te zien krijgen van beide ouderdieren, het bekijken van de fokruimtes, kennisname van de gebruikte socialisatiemethodes, etc.. de normaalste zaak van de wereld moeten zijn. Waarom ook voor deze honden geen standaard afspreken? De toekomst van hypoallergene honden Ook de wetenschap heeft in dit segment van het huisdierenbezit zijn intrede gedaan. Het bedrijf creëerde wat ze noemen "lifestyle pets". Het bedrijf slaagde erin om de eerste wetenschappelijk bewezen hypoallergene hond en kat te produceren.Voor een prijskaartje tussen de 5000 dollar ( introductieprijs) en 16000 dollar kan je zo'n huisdier in huis halen. Voor de aanschaf van deze dieren zijn wachttijden die oplopen tot 9-12 maanden. Alhoewel het prijskaartje buiten bereik is van velen onder ons, geeft deze ontwikkeling en onderzoek wel perspectieven voor de toekomst. Wellicht zullen er dus in de nabije toekomst ook huisdieren beschikbaar zijn voor zwaar allergische hondenliefhebbers. Tot dan zullen we ons moeten beperken tot de hierboven opgesomde rassen. Zorgvuldig onderzoek zal je wellicht een beetje duidelijker maken welk hondenras geschikt is voor jouw familie. Eens je een hond in huis hebt gehaald is het noodzaak dat je de huidschilfers regelmatig verwijderd en de juiste medicatie aangegeven door je allergiespecialist zorgvuldig gebruikt. Het grondig onderhouden van de vacht van je hond is een absolute noodzaak om allerieverschijnselen zoals niezen en tranende ogen te verminderen. Op zoek naar een hondje ? Kijk eens op onze site en doe de puppytest om te zie welk type van hond bij jouw leefomgeving past :
Het is weer die tijd van het jaar: bolletjes dons vertederen kinderharten en voor je het weet, hebben ze je overtuigd en zit je met een kuikentje in huis. 'Geen goed idee', zegt Freddy Michiels van de Verenigde Kleinveefokkers. 'Tenzij je de diertjes op een verantwoorde manier kunt huisvesten en verzorgen.'
Eenentwintig dagen na de bevruchting komt een kippenei uit. Kuikentjes kunnen meteen lopen, eten en piepen, al zullen ze de eerste dagen zoveel mogelijk onder de veilige vleugels van moeder kip blijven. Na enkele dagen gaan ze zelf op stap. 'En dan worden ze op de markt te koop aangeboden', zegt Freddy Michiels.
Eentje is geentje
'Als je beslist om een kuikentje te kopen, neem er dan minstens twee. De diertjes treuren in hun eentje. Stop ze in een voldoende ruime doos vlakbij de verwarming. Lukt dat niet, dan moet je de eerste dagen een lamp van vijfentwintig watt plaatsen om de kuikentjes warm te houden. Al na enkele weken wordt de doos of het hokje te klein en moeten de dieren kunnen uitlopen.'
In het begin kan je nauwelijks zien of het een haantje dan wel een hen is. 'Met industriële kippen wordt op zo'n manier gekweekt dat je aan de pluimen van de kuikens het geslacht kunt zien. Haantjes worden vrijwel meteen gedood en tot meststof verwerkt. Of ze belanden op de markt. Als je van die mooie gele donsjes ziet, wees dan maar zeker dat het een haantje is.'
Er zijn manieren om te zien of het een hen of een haan is, maar pas na twee tot drie weken. 'De kippen krijgen het eerst een staartje', zegt Freddy. 'Hanen lopen een beetje achter.' Haantjes zullen al vrij snel na het uitlopen schijngevechten houden. Je kunt de kuikentjes ook laten schrikken door bijvoorbeeld met een doek over hen te zwaaien. Haantjes zullen zich instinctief opheffen en een sjirpend geluid maken, de dames drukken zich tegen de grond en houden zich stil.
Sommigen beweren dat je het ook kunt zien aan de manier waarop ze zich ontlasten: hanen laten het vallen, kippen gaan lichtjes door de knietjes. Maar niet iedereen onderschrijft die hypothese.
Lekkernij voor honden
Kuikens mag je niet meteen bij grote kippen zetten. 'Zeker niet. De grote kippen zullen de kleintjes doodpikken', zegt Freddy. 'Zelfs bij volwassen kippen is het nodig dat je ze eerst aan elkaar laat wennen zonder dat ze aan elkaar kunnen raken.'
Voor andere huisdieren is een kuikentje een niet te versmaden lekkernij. Honden en kippen, het gaat niet zo heel goed samen. 'Tenzij je de dieren aan elkaar leert wennen. Hoe jonger de hond, hoe gemakkelijker de training.'
Bij de training moet je de hond leren om de kippen te negeren, hij mag ze niet als iets spannends of als een lekkernij zien. Om elk risico te vermijden, is het beter om de kippen veilig afgesloten te houden van de hond.
Nog eens een livecam op het nest van ooievaars, als je eens tijd over hebt, klik gewoon op de link hieronder, voor iedereen nog een hele fijne paasmaandag gewenst.
Een oude wandelt loopt over de straat met naast hem een klein hondje zijn maat ze wandelen naast de groene weide traag ze willen bij mekaar blijven en heel graag
ze willen bij mekaar blijven maar kan niet de man moet naar een tehuis met verdriet Maxi moet weg en dat kan hij niet goed vinden ze zijn al zolang te samen een stel vrienden
wie wil nu die twee van mekaar scheiden hij wil alles doen om dit te vermijden samen zitten ze daar stilletjes te dromen over wat gaat gebeuren en wat gaat komen
ze gaan op hun gemakjes weer naar huis ze zijn verdrietig ze vinden dit niet pluis de dag daarop was het met hen gedaan ze zijn te samen naar de hemel gegaan.
De Vlaamse kust is niet voor niets dé toeristische topbestemming in ons land. Wie is er nog nooit afgekomen op haar succesrecept zon, zee en strand? Maar wist je dat er aan de Vlaamse kust nog zo'n 30 natuurgebieden liggen ? En dan hebben we het niet alleen over duingebieden maar ook over het hinterland waar het heerlijk fietsen is in de groene polder. Nog een tip? Volg de sternen en bezoek Zeebrugge. Omdat het sterneneiland niet toegankelijk is voor bezoekers, vind je hier alle informatie over het schiereiland en haar bewoners.
De natuurgebieden aan de Vlaamse kust, van noord naar zuid.
Sternen en sterneneiland Elk jaar rond april vormt het sterneneiland voor de kust van Zeebrugge het decor voor een immense broedkolonie van sternen in West-Europa. Deze luchtacrobaten vliegen sierlijk heen en weer over de golven en duiken plots de zee in om boven te komen met een visje. Omdat in luwte van de strekdammen vele visjes voorkomen, is het niet verwonderlijk dat de sternen zo dol zijn op sterneneiland. Lees meer over sternen en sterneneiland.
Het Zwin Het Zwin ligt op de grens van Nederland en België en bestaat uit een vogelpark en een slikken- en schorrengebied. Via een bres in de duinreep kan het zeewater bij vloed het natuurgebied binnendringen. Het Zwin is een belangrijk gebied voor de kolgans, kleine rietgans, kluut, zwartkopmeeuw, bruine kiekendief, en visdief. Lees meer.
De Zwinduinen Het Vlaams Natuurreservaat De Zwinduinen en -polders (222 ha) telt vier deelgebieden. Het hele jaar door vind je er prachtige natuurpareltjes! Lees meer.
Park 58 Het duingebied Park 58 in Knokke-Heist dankt zijn naam aan de wereldexpo van 1958, waarbij een deel van dit natuurgebied als park werd ingericht . Gelukkig bleef een groot deel onaangeroerd, waardoor we nu in het duingebied 'Park 58' kunnen genieten van een opmerkelijke rijkdom aan zeldzame duinplanten, waardoor Park 58 nu het Mekka voor de plantenkenners is. Lees meer.
Sint Donaaspolder De Sint-Donaaspolder is een weidevogelgebied dat ook zeer in trek is als laatste pleisterplaats van kolganzen, voor ze hun terugtocht naar het noorden aanvatten. Deze polder die aanleunt tegen een vroegere kleiontginning is een broedgebied van o.a. grutto's, bruine kiekendief en bergeend. Ook de roerdomp werd er al gesignaleerd. Lees meer.
Baai van Heist De Baai van Heist is gelegen aan de kustlijn van Heist. Het is een gebied van ongeveer 50 ha strand, duin, slik en schor. Het is een zeer dynamisch en veranderlijk landschap dat voortdurend herkneed wordt door zee en wind. Het is één van de weinige plaatsen langs de kust waar het vloedmerk niet opgeruimd wordt. Lees meer.
Zeebrugge Zeebrugge heeft een eindeloos breed strand, een dijk op mensenmaat en een trein die pal naast dat strand stopt. Het is officieel het grootste strand van de kust en de enige badplaats waar je overal gratis kan parkeren. Je komt hier dan ook om te genieten van een strand dat er nog steeds uitziet zoals elk strand hoort te zijn, puur en zuiver. Een zee van ruimte waar elk zijn eigen plek vindt. Lees meer.
Fonteintjes Tussen Blankenberge en Zeebrugge is een smalle duinengordel aanwezig die het unieke natuurgebied De Fonteintjes herbergt. Tussen de kustbaan en het strand geprangd, bevinden zich een reeks duinplassen, afgewisseld met duinstruweel en duinrietlanden. Lees meer.
Ter Doest Tussen Blankenberge en Zeebrugge is een smalle duinengordel aanwezig die het unieke natuurgebied De Fonteintjes herbergt. Tussen de kustbaan en het strand geprangd, bevinden zich een reeks duinplassen, afgewisseld met duinstruweel en duinrietlanden. Lees meer.
Schobbejakshoogte De Schobbejakshoogte is een overblijfsel van een heide- en stuifzandgebied. Het is eigendom van het Ministerie van Landsverdediging. Een beheerscontract laat Natuurpunt toe het gebied te herstellen tot het oorspronkelijk milieu van de heivlinder. Deze zeldzame vlinder leeft alleen in droge graslanden, heidegronden en duinen. Stuifzandgebieden zijn in Oost- en West-Vlaanderen vrij zeldzaam geworden. Lees meer.
Zevenkerke Dit gebied maakte minstens vanaf 1252 deel uit van een uitgestrekt heidegebied, het Sint-Andriesveld. Vanaf ongeveer 1800 werden de beste gronden omgezet tot akkers en weilanden, de armste bebost met naaldhout. Heide laat zich echter niet zomaar verdringen. Lees meer.
Rode Dopheidereservaat Wie s zomers langs de snelweg richting binnenland rijdt, heeft er misschien al eens gelet op de kleurige heidevegetatie die zich over een paar honderd meter uitstrekt. De belangrijkste plant van het gebied is, zoals de naam al duidelijk aangeeft, rode dopheide. Deze heidesoort bereikt in Vlaanderen de noordgrens van haar verspreidingsgebied. Lees meer.
Uitkerkse Polder Op een boogscheut van Blankenberge strekt zich een weids open gebied uit: de Uitkerkse Polder. Op het eerste zicht een typische polder, maar wie de moeite neemt om dichterbij te komen, zal kennismaken met een (Europese) natuurparel. De Uitkerkse Polder heeft immers voor elk wat wils. Het gebied is vooral gekend als 'the place to be' voor vogels. Lees meer.
Kijkuit De Kijkuit is het oudste duingebied in beheer van Natuurpunt. Reeds in de jaren zeventig werd het gebied tegen overbetreding beschermd en kreeg de natuur er de kans om zich ongestoord te ontwikkelen. Ondanks de kleine oppervlakte biedt het gebied een verrassende rijkdom. We vinden er verschillende stadia van duinvorming. Lees meer.
Zandpanne Op een kleine 10 ha vinden we een heel afwisselend landschap van duinbos, open reliëfrijke duinen en enkele vochtige duinvalleien. De plantengroei is dan ook zeer divers. Lees meer.
Paelsteenpanne De Paelsteenpanne is de grootste duinpanne van de oostkust. Ze strekt zich uit aan de voet van de al even imposante Spanjaardduin, een van de hoogste duinen aan onze kust. Je vindt hier vele typische duinplanten, insecten en vlinders. Lees meer.
Zwaanhoek De Zwaanhoek is een oud poldergebied met een zeer grillige slootstructuur en dito perceelsranden. Door ondiepe ontveningen en kleiontginning in het verleden is er een gevarieerd gebied ontstaan met weilanden, sloten en moerassen. Lees meer.
Keignaert Het gebied is vernoemd naar en wordt doorsneden door de Keignaertkreek en haar zijkreekjes. Door de waterrijkdom is het een belangrijk overwinteringsgebied voor watervogels. Het gebied onthaalt wintergasten als grote zaagbek, dodaars, krakeend, tafeleend en sinds de natuurontwikkelingswerken stijgende aantallen smienten en kleine rietganzen. Lees meer.
Warandeduinen Een amfibieënpoel, blauwe zeedistel en een aspergesoort die liggend groeit! Jong en kalkrijk, zo zijn de Warandeduinen. Met spectaculaire verrassingen. Wilde asperge groeit normaal rechtop. Alleen hier groeit een liggende variant. De belangrijkste zoogdieren in de Warandeduinen zijn konijnen, want zij houden de vegetatie open. Lees meer.
Puidebroeken Na de eerste wereldoorlog werd dit gebied afgegraven om klei te winnen voor de productie van baksteen. De niet gebruikte bovenlaag werd op hopen gelegd. Deze hopen zijn nu nog steeds herkenbaar in het landschap. Lees meer.
Schuddebeurze De Schuddebeurze is een duingebied tussen Lombardsijde en de Vaart Plassendale-Nieuwpoort. Het is één van de weinige gebieden met oude kalkarme duinen waardoor we hier heel wat bijzondere planten zoals gaspeldoorn, wegdistel en onderaardse klaver aantreffen. Lees meer.
Ter Yde en Hannecartbos Het Ter Yde-complex (enkele honderden ha, waarvan ca. 100 ha natuurgebied) omvat de duingebieden en duin-polderovergangszones tussen Oostduinkerke en de Ijzermonding in Nieuwpoort. Het is een duingebied met een complexe ontstaansgeschiedenis en een grote landschappelijke verscheidenheid op een voormalige strandvlakte. Lees meer.
IJzermonding Nergens anders langs de Vlaamse kust is er een riviermonding waarbij een getijdengebied aansluit met strand, zeereepduinen, achterliggende duingraslanden en mosduinen tot en met de polder. Tel daarbij nog de overgang van slikke en schorre naar kopjesduinen, en het ecosysteem is compleet. Lees meer.
Groenendijk Groenendijk is een gebied met oude vochtige binnenduingraslanden. Lees meer.
Oostvoorduinen De Oostvoorduinen zijn rijk aan kalk, waardoor ze op vlak van flora tot de interessantste van de Belgische kust horen. Door de rijke flora komen ook vele vlinder- en insectensoorten in het gebied voor waaronder kleine parelmoervlinder en heivlinder. Lees meer.
Doornpanne Het centrale deel van de Doornpanne is eigendom van de Intercommunale Waterleidingsmaatschappij Veurne-Ambacht (IWVA) en fungeert sinds 1947 als waterwingebied. Het natuurgebied omvat uiteenlopende duintypes, van stuifduinen en duingraslanden tot dichtbegroeide pannen en gefixeerde binnenduinen. Lees meer.
Houtsaegerduinen en Kerkepannebosje De Houtsaegerduinen en het aansluitende Kerkepannebosje (samen ca. 86 ha) vormen een sterk verstruweeld en verbost, geïsoleerd duingebied. Lokaal zijn nog relicten van duingraslanden, mosduinen en vochtige duinvalleien aanwezig. Lees meer.
Westhoekreservaat Het Westhoekreservaat (344 ha), in het uiterst westelijke puntje van Vlaanderen, werd als staatsnatuurreservaat opgericht in 1957. Het omvat dan ook het meest gaaf gebleven duinlandschap van de Vlaamse kust. Het dynamische proces van duinvorming kan er nog in alle natuurlijke ontwikkelingsstadia worden waargenomen. Lees meer.