Bericht uitgegeven door Vogelbescherming Nederland op zondag 26 oktober 2008
Oktober: het is de maand van de bijzondere vogels. Veel vogels zijn massaal op trek en daardoor belandt er weleens een vreemde eend in de bijt in ons land. Dus wie goed op let, weet soms letterlijk niet wat hij ziet vliegen!
Tijdens de internationale vogelteldag begin oktober viel het al op: er werden veel bijzondere vogels waargenomen. Zo noteerden de vogelaars verschillende beflijsters, barmsijzen, oeverpiepers, duinpiepers en wintertalingen. Maar ook eind oktober kan de liefhebber nog uitgebreid zijn hart op halen.
Een snelle blik op www.waarneming.nl geeft meer duidelijkheid. Hier vullen vogelaars (en andere natuurliefhebbers) in welk dier ze waar en wanneer gezien hebben. De afgelopen dagen zaten daar weer een paar opvallende waarnemingen bij: roze spreeuw, notenkraker, ruigpootbuizerd, cettis zanger en bladkoning. Allemaal soorten die je niet dagelijks voorbij ziet vliegen.
Oktober is dan ook dé maand waarin vogels op reis zijn. Van het koude noorden trekken ze naar het zonnige zuiden. Voor de een is dat het uiterste puntje in Zuidelijk Afrika, andere vogels uit het noorden blijven graag in ons land plakken. Zolang het hier maar niet vriest, tenminste.
Nederland speelt een cruciale rol in deze vogeltrek. Vogels volgen in principe een vaste route op weg naar het zuiden. Omdat ze niet graag over grote watervlakten vliegen, maar de kustlijn wel een prima routeplanner is, komen de meeste soorten uit IJsland, Groenland en Siberië over ons land heen. Daarnaast heeft Nederland twee fantastische wegrestaurants: de Waddenzee en de Zeeuwse Delta. In deze twee bijzondere natuurgebieden kunnen de vogels even bijkomen van de honderden kilometers die ze al in de vleugels hebben. Ze vinden er voedsel om aan te sterken voor de volgende etappe en rusten uit voor wat komen gaat. Geen wonder dus dat trekvogels graag ons land aan doen.
Tekst: Marieke Dijksman, Vogelbescherming Nederland Foto: Martin Hierck
|