Gestreepte jakhals Groep : op het land levende zoogdieren
De schuwe gestreepte jakhals leeft in Afrika en is vooral tijdens de nacht actief. Het dier is een loyale partner en toegewijde ouder, en staat ten onrechte bekend als hebberige rover of lakei van grotere roofdieren. Hoewel hij kadavers zeker niet laat liggen, besteedt hij de meeste energie aan het jagen op prooi of het zoeken naar eetbare planten. Wanneer twee gestreepte jakhalzen hebben gepaard, blijven ze hun hele leven lang bij elkaar. Zo'n twee maanden na de paring brengt het vrouwtje op een beschutte plek drie tot zes jongen ter wereld. Het eerste jaar is voor de nieuwe ouders het moeilijkste. Het vrouwtje voedt de jongen de eerste vijf weken met haar melk en daarna moet de ene ouder op zoek naar vlees, terwijl de andere bij de jongen de wacht houdt tegen pythons en arenden. De prooi wordt haastig opgeschrokt en later voor de jongen opgebraakt. Na een paar maanden vergezellen de jongen hun ouders tijdens het foerageren. Wanneer ze zes tot acht maanden oud zijn, kunnen ze alleen jagen. De meeste jongen verlaten hun ouders rond deze tijd, maar één of twee, meestal vrouwtjes, blijven achter om de volgende worp te helpen verzorgen, tot zij afgelost worden door de volgende generatie. Door het schuwe karakter van de gestreepte jakhals is het onmogelijk om zijn status vast te stellen. In sommige delen van Afrika wordt hij door de plaatselijke bevolking bejaagd. Men gebruikt zijn hart als middel tegen epilepsie, en de huid en nagels zouden kwade geesten afweren. In beschermde wildparken schijnt de soort het goed te doen. De gestreepte jakhals vangt zijn prooi met een korte, plotselinge aanval en zet zelden de achtervolging in. Hij heeft een grondige kennis van zijn territorium en weet precies waar hij voedsel kan vinden. Meestal staan er kleine hapjes op het menu. Hoewel ongewervelde dieren zeker niet worden overgeslagen en ook naar wormen wordt gegraven, zoekt hij tevens naar grotere prooien als knaagdieren en andere kleine zoogdieren, reptielen en vogels. Hij houdt ook van vruchten en groenten, en steelt vaak van akkers. Soms volgt de jakhals gieren naar een kadaver. Aan een groot karkas doen ook vaak andere jakhalsfamilies zich tegoed. De band tussen een paartje gestreepte jakhalzen is ongewoon sterk. Ze werken in totale harmonie samen en verdedigen een territorium dan twee en een halve vierkante kilometer groot kan zijn. De grenzen worden met urine gemarkeerd. Of ze nu rusten of aan het foerageren zijn, de twee zijn perfect op elkaar afgestemd. Binnen hun territorium bevinden zich dicht struikgewas om te schuilen en rustplaatsen als verlaten holen van aardvarkens, oude termietenhopen of plekjes waar ze een hol kunnen graven. In gebieden waar mensen wonen, komen jakhalzen alleen tijdens de nacht te voorschijn. Elders foerageren ze ook overdag. |