Huisdieren die bij een gemotiveerde en gezellige familie wonen zijn gelukkige huisdieren: verzorging en aandacht, wat moet een dier meer hebben ? En toch bestaan er huisdieren met psychische problemen, dieren die ogenschijnlijk niets te kort komen en toch psychisch ongelukkig zijn.
Huisdierenpsychiatrie is een tak in de dierengeneeskunde die in volle ontwikkeling is: er worden volop studies gedaan over honden- en kattenpsychologie, gedragsleer, etc... Nu kan men ook psychotische gedragingen herkennen en diagnostiseren: de eerste stap naar de behandeling toe.
En nu even onze kat en hond op de psychiater-bank:
1) O.C.D. = obsessive compulsive disorders = stereotiep gedrag.
- Deze eerste psychiatrische aandoening, herkent men bij dieren als een abnormale uiting van overigens normale gedragingen van het dier.
- Een paar voorbeelden zullen duidelijk maken wat een O.C.D. is.
Bij de kat is de vachtverzorging een normaal gedrag. Een kat met een OCD zal aan overdreven vachtonderhoud doen, zodat er kaalheid ontstaat, eerst op de buik, dan op de flank, dan op de voorpoten en de voeten.
Een ander voorbeeld bij de katten: veel katten "kneden" met de voorpootjes wanneer ze zich gelukkig voelen, dit gaat gepaard met spinnen en vaak met zuig- en smakbewegingen van de mond. Dit is een normaal gedrag vanuit het kitten-stadium wanneer het kitten bij het moederdier melk gaat zuigen. Men zal spreken van O.C.D. wannneer de kat excessief op wol gaat zuigen of op andere materialen. Dit voorbeeld van OCD ziet men vaak optreden bij Siamezen en aanverwante rassen.
- Sommige katten zullen in plaats van de vacht te likken, gewoonweg in de lucht likken: ook dit is een O.C.D.
- Normale katten kennen zoiets als een "oversprong gedrag", dat wil zeggen: ze zijn met iets of niets bezig (vb: wanneer ze van de kattenbak komen) en plots rennen ze als een gek op en neer en/of staan plotseling stil als een standbeeld: dit is een normaal gedrag voor de kat wanneer ze zich in een innerlijke conflictsituatie bevindt. Wanneer dit gedrag frequent gaat optreden, zonder klaarblijkelijke oorzaak, spreekt men weerom van een O.C.D.
- Ook honden ontsnappen niet aan O.C.D.
- De meest gekende voorbeelden zijn de O.C.D.s in verband met overdreven vachtverzorging. Elke gezonde hond kent een minimum aan vachtverzorging, zij het minder dan bij de kat, maar de hond likt de vacht, knabbelt er licht op, likt de nagels en de poten, etc....Maar sommige honden gaan werkelijk nagels bijten (afknagen !) , bijten op de voorpoten zodat er (slecht helende ) wonden ontstaan (dit noemt men likgranulomen), gaan zuigen op de flankhuid (zeer gekend bij de Dobermann) al dan niet met letsels op de huid...dit zijn dan echte OCD-gevallen.
- Andere voorbeelden van OCD bij de hond zijn fervent bijten in de staart (vaak Duitse Herders), als een gek in een rondje draaien (gekend bij de Bull terriër), ingebeelde vliegen of schaduwen najagen (zeer gekend bij de miniatuur Schnauzer), om de haverklap 1 blaf uiten zonder aanwijsbare reden, plots langdurig staren etc...etc..
- Typisch voor een OCD is het feit dat het geregeld opduikt en geen nut heeft voor het dier (meestal integendeel gezien de verwondingen die er kunnen door ontstaan)
En wat zijn nu de oorzaken die tot OCD kunnen leiden:
- a) OCD kan ontstaan door een lichamelijk probleem
Bijv.: een dier dat slecht hoort, kan hierdoor angstig zijn en daardoor OCD ontwikkelen
Bijv.: een dier dat door een ongeluk (auto-ongeluk, van hoog gevallen...)letsels aan het centraal zenuwstelsel (hersenen) heeft overgehouden, kan ook OCD ontwikkelen
Bijv.: dieren die aan epilepsie lijden (vallende ziekte) kunnen ook ten prooi vallen van OCD ontwikkeling
- b) bepaalde rassen en bloedlijnen hebben meer neiging tot ontwikkeling van OCD - er is dus een duidelijke erfelijke aanleg (zie boven bij de voorbeelden)
- c) OCD kan een gevolg van medicatie zijn
Bijv.: amfetaminens (oppeppers) kunnen bij de kat een OCD veroorzaken van continu kijken van links naar rechts en omgekeerd. Bij de mens: continu de handen wassen. Een hond gaat voortdurend heen en weer lopen.
- d) maar de meeste OCD zijn het gevolg van bepaalde ervaringen in het verleden of in de huidige periode.
- slechte begeleiding van het dier tijdens de socialisatie periode (op een leeftijd van 4 tot 14 weken):
- Heeft het jonge dier een akelige ervaring meegemaakt tijdens deze periode ?
- Is het dier onvoldoende gestimuleerd geweest, heeft ie daar altijd in een hokje gezeten met moeder en nestgenoten, heeft ie voldoende mensen gezien, geen normale geluiden en activiteiten meegemaakt ? Heeft ie juist te veel meegemaakt, te veel lawaai, te veel ruwe spelletjes, te veel stress ?
- het dier bevindt zich momenteel in een innerlijke conflictsituatie. Deze conflicten kunnen ontstaan door:
- geen uitweg hebben voor normaal gedrag
bijv: een binnenhuislevende kat met goed gevulde etensbak die geen prooien kan vangen (waarom denkt u dat men in goede dierentuinen het eten bij de apen gaat verstoppen zodat de aap moeite moet doen om aan zn eten te geraken ?)
- het dier ervaart 2 niet verenigbare gevoelens op 1 moment
bijv: een bange hond voelt zich bedreigd en wil zich agressief opstellen maar is er te bang voor: dit gevoel lost zich op door een 3de gedrag (een OCD , dus) te uiten, namelijk plots in zijn staart bijten
bijv: poes fixeert u met de ogen en is vreselijk boos, aanvals-klaar, poes wordt bang, is tegelijkertijd boos, en deze 2 tegenstrijdige gevoelens lossen zich op : poes gaat zich plots overmatig proper likken (een OCD)
- het dier ervaart veranderingen in zn behuizing of/en levensritme
bijv: de baas die plots afwezig is (vakantie, ziekenhuisopname)
bijv: een verhuis of een verbouwing (dit kan iets heel kleins zijn, zoals een ander interieur!!)
- het dier leeft in een niet stabiele sociale rangorde, en dit is een zeer belangrijke oorzaak, en zeker bij de hond.
bijv: een baas die niet consequent is: de éne keer mag een bepaald gedrag wel, een andere keer niet. De hond heeft behoefte aan een sterke roedelleider: is de baas dat niet, kan dat erge verwarring scheppen voor het dier met allerhande gedragsafwijkingen tot gevolg
bijv: een baas die niet dominant overkomt bij het dier. Een hond volgt enkel zn leider. Is die leider niet sterk genoeg, dan zal de hond zijn plaats trachten in te nemen: dit gedrag wordt meestal zonder succes bestraft: dit brengt de hond volledig in de war en OCD en andere gedragsproblemen kunnen zich ontwikkelen.
En wanneer bovenstaande conflictsituaties te lang blijven bestaan, zal het dier een uitweg zoeken door het ontwikkelen van OCD (stereotiep gedrag) en andere gedragsproblemen.
Het vervelende van zoiets is : eens het zo ver is gekomen, zelfs al wordt het "conflict" (de oorzaak) geëlimineerd, blijft het gedrag vaak bestaan en steekt het zn kop op, wanneer er ook maar iets is wat het dier opwindt !
Vaak worden OCDs erger gemaakt door de eigenaar zelf, doordat de eigenaar er aandacht aan gaat besteden, door bijv: het dier te bestraffen (negatieve aandacht) of door bijv. het dier ongerust te onderzoeken om te zien wat er aan de hand is (positieve aandacht) of door bijv. het dier te gaan sussen en troosten (positieve aandacht).
En hoe kunnen OCDs nu behandeld worden ? a) bestraffen is zinloos : integendeel het zal de OCD nog doen toenemen. Immers u schenkt er aandacht aan. Ten tweede: het dier bevindt zich al in een stress-situatie waar ie zelf niet uit komt: u verergert de stress nog door de straf. En ten derde: u neemt de oorzaak niet weg !
b) enkel het
diergeneeskundig behandelen van de gevolgen van OCD is ook zinloos
bijv - staartamputatie bij de staartbijtende hond - likgranuloom of kale vacht behandelen
de oorzaak wordt immers niet weggenomen.
c) de eerste stap in de behandeling is
de oorzaak van de stress vinden en elimineren . Dit is vaak zeer moeilijk en zeer tijdrovend. Laat u steeds assisteren door uw dierenarts, eventueel in samenwerking met een gedragsdeskundige. Het is zeer belangrijk nauw samen te werken en correct op te volgen wat de specialisten zeggen. Verlies niet te gauw uw geduld en uw vertrouwen.
d) een tweede stap : de eigenaar moet
gehoorzaamheidstraining doen met zijn hond.
Voor de hond is het zeer belangrijk dat hij in zijn baas een sterke rechtvaardige leider kan zien, zodat ie daar steeds kan op terugvallen. De hiërarchie moet vast en onwrikbaar zijn: dan kan een hond goed functioneren.
e) een derde stap is het gebruik van
medicatie Deze medicatie varieert volgens het type OCD en in welke mate het dier eraan lijdt.
De medicatie moet steeds strikt onder de beleiding van de dierenarts gebeuren, omdat er- net zoals bij de psychiatrische mens - bijwerkingen en gewenning (verslaving) kunnen ontstaan. De dierenarts moet ten allen tijde de dosis kunnen aanpassen of van type medicatie kunnen veranderen. Helaas denken veel eigenaars dat met medicatie alleen (zeer makkelijk: even een pilletje geven) gauw alle problemen achter de rug zijn en ze terug een vrolijk en braaf huisdier hebben. Neen : medicatie is een
hulp middel in het ingewikkelde behandelingsschema.
2) agressie van het huisdier tov mens en/of dier. Dit is het grootste gedragsprobleem bij de hond en het 2de grootste bij de kat.
a) de hond: Agressiviteit een psychiatrisch probleem? Zeer zeker. Van nature is de huishond niet agressief, maar kan het wel worden, doordat bepaalde karaktertrekken bij de hond niet tijdig opgemerkt of herkend worden, zodat de (her)opvoeding van zon dier niet tijdig kan beginnen of doordat de eigenaar van het pupstadium af geen consquente opvoeder geweest is voor zijn hond.
Er zijn verschillende types van agressie, en vooraleer men nog maar kan denken aan het behandelen van deze gedragsafwijking, moet nauwkeurig de diagnose gesteld worden over welk type agressiviteit het gaat. Elke vorm van agressiviteit kan verklaard worden vanuit het oeroude roedelleven waarin onze moderne hond nog steeds leeft.
De wilde honden leven in een groep (roedel) waar strakke regels gelden om te kunnen overleven. Onze huishond leeft nog steeds in zijn roedel (het gezin) en zal diezelfde oeroude regels aanvaarden en nodig hebben om een gezond psychisch leven te kunnen leiden.
- dominantie-agressie:
- de hond en zn eigenaar strijden om de macht, zodat de hond zich agressief kan opstellen tov zijn eigenaar, wanneer deze iets doet met de hond wat het dier niet zint.
- Oorzaak: de eigenaar is niet overheersend genoeg om een gerespecteerde roedelleider te zijn.
- Verklaring voor het gedrag van de hond: een roedelleider wordt geregeld getest door andere karakterieel sterke leden van de roedel om te zien of ie inderdaad sterk genoeg is, immers hiervan hangt de veiligheid van de ganse roedel af.
- beschermingsagressie :
- de hond bewaakt de auto van zijn eigenaar tot gevaarlijk toe, of zijn huis, of gewoon de eigenaar zelf (bijv: komt er iemand op straat ongewild te dicht naar de eigenaar toe, dan zal de hond aanvallen)
- oorzaak: de eigenaar heeft de hond te ver laten gaan zonder bestraffen, zodat de hond niet weet wat een vijandelijk iets is of wat niet vijandelijk is.
- Verklaring voor het gedrag van de hond: de roedelleider en de roedelplaats zal verdedigd en beschermd worden door de andere roedelleden, omdat de roedel zonder leider in de natuur niet kan overleven.
- moederlijke agressie:
- de hond gaat zijn ligplaats waar hij zn botjes, speeltjes, etc....verzamelt, met hand en tand beschermen en zal niet tolereren dat iemand van het gezin iets wegneemt.
- Oorzaak: de eigenaar heeft niet snel genoeg opgetreden om dit agressief gedrag in de kiem te smoren.
- Verklaring van dit gedrag: een moederdier zal in de roedel haar pups goed moeten beschermen, niet alleen tov vijanden, maar ook tov roedelleden: pups worden vaak aangevallen door roedelleden omdat deze mogelijke concurrenten kunnen worden.
- agressie bij het naderen van de voederbak (voedsel-bescherming) :
- de hond gromt/bijt wanneer de gezinsleden zn etensbak naderen of willen oppakken; de hond die op een bot of speeltje zit te kauwen en zich agressief opstelt als iemand het wil nemen
- Oorzaak: deze vorm van agressie moet vanaf het pupstadium afgeleerd worden
- Verklaring voor dit gedrag: in de roedel zal elk dier zn voedsel moeten verdedigen tov de hogeren in rang.
- agressie naar andere honden toe:
- sommige honden vallen zonder pardon andere honden aan, soms met onderscheid van geslacht (bij een reu die enkel reuen aanvalt en geen teven), soms zonder onderscheid.
- Oorzaak: deze hond is te laat (of niet) gesocialiseerd door de fokker en de eigenaar;
- Verklaring voor dit gedrag: de roedelleden zullen buitenstaanders waarmee ze niet vertrouwd zijn aanvallen, omdat deze als een gevaar voor de roedel beschouwd worden.
- angst-agressie (de angstbijter) :
- deze hond zal agressief zijn, puur uit angst, bijv. wanneer een persoon het dier te dicht nadert, wil aaien, of onderzoeken, de leiband wil aandoen, etc....
- Oorzaak: deze honden worden wanneer ze angstig zijn gesust en op hun gemak gesteld: deze handelingen zijn echter beloningen in de hondenpsychologie, zodat die angstige reacties echt bestendigd worden en zo evolueert dit gedrag van kwaad naar erger. Eens de agressiviteit zn kop op steekt zal de eigenaar (meestal) streng straffen, zodat het toch al labiele dier ineens een compleet tegengestelde reactie te verwerken krijgt, wat het dier uiteindelijk doet doorslaan.
- Deze vorm van agressie is de moeilijkste vorm om te behandelen, daarom: laat het nooit zo ver komen. Angstige dieren herkent men al vanuit het nest. Er zijn een paar eenvoudige "puppie-testen" die u kan toepassen wanneer u naar een nest pupjes gaat kijken. U neemt de pups één voor één naar een andere plek (zodat ze mekaar niet kunnen zien of horen) om ze te observeren.
- Punt 1: een pup moet u zonder aarzelen volgen wanneer u verder wandelt met lokkende geluidjes, indien niet: dan is de pup gewoonweg te bang.
- Punt 2: gooi iets naast de pup: het pupje moet meteen geïnteresseerd gaan snuffelen. Een pupje dat eerst even verschrikt wegloopt