|
De tijger (Panthera tigris) is de grootste kat van het Aziatische vasteland.
Op dit ogenblik zijn nog vijf verschillende soorten in leven.
De Bengaalse tijger Deze tijger die ook wel bekend staat onder de namen Indische tijger en Koningstijger, komt voor in Bangladesh, Bhutan, India, Myanmar, en Nepal. Alhoewel vrijwel alle witte tijgers Bengaals zijn is de witte tijger geen raszuivere soort, aangezien hij vaak met andere soorten is gekruist. Sommige witte tijgers hebben daardoor meer de fysieke eigenschappen van de Siberische tijger bijvoorbeeld. De Bengaalse tijger kan net zo lang worden als de Siberische tijger, maar is niet zo massief.
De Indo Chinese tijger Deze tijgersoort leeft vooral in: Cambodja, Laos, Maleisië, Myanmar, Thailand, Vietnam. De Indo Chinese tijger lijkt op de Bengaalse, maar is kleiner en de vacht is donkerder van kleur. Verder is de vacht in de buurt van het hoofd meer gevlekt dan gestreept. Deze soort werd pas als aparte tijgerondersoort erkend in 1968.
De Siberische tijger Deze tijger wordt ook wel Amur, Koreaanse of Manchureinse tijger genoemd en is de grootste en de zwaarste tijgerondersoort ter wereld. De zwaarste Siberische tijger ooit waargenomen had een gewicht van een kleine 500 kilo! De vacht is vrij licht van kleur en de strepen zijn meer donderbruin. De snuit van deze tijger is veel breder dan die de andere tijgerondersoorten. Je vindt hem vooral in: Rusland, Noord-Korea en Noordoost China.
De Zuidchinese tijger Deze tijger staat op de rand van uitsterven: minder dan 30 exemplaren zijn nu nog in leven. Door de Chinese overheid zijn er al verscheidene programma's opgezet om uitsterven te voorkomen, maar het ergste wordt gevreesd. Zoals zijn naam al vertelt leeft deze tijger in China.
De Sumatraanse tijger Het kenmerkende van deze tijger is het streeppatroon op de vacht: vaak zijn twee parallelle rijen strepen te zien. Verder is de vacht van een donker oranje kleur. Deze tijger is kleiner dan de Bengaalse tijger. Hij leeft op het Indonesische eiland Sumatra.
Solitair bestaan
De tijger leeft alleen en elke tijger heeft een eigen territorium. Het territorium van een vrouwtjestijger is gemiddeld zo'n 15 vierkante kilometer groot, terwijl die van een mannetjestijger veel groter is en vaak dwars door de territoria van meerdere vrouwtjes heen loopt. Ze bakenen hun territorium af met geursporen.
Het territorium is voor het overleven van een tijger van groot belang, want doordat hij steeds in hetzelfde gebied beweegt, raakt hij vertrouwd met zijn omgeving en weet hij waar hij het beste kan jagen of waar hij uit moet kijken voor rivalen. Vooral voor een tijgerin met jongen is een bekende omgeving van levensbelang. Zij weet waar ze zich het beste kan nestelen en ze kan meer tijd met haar jong doorbrengen, omdat ze minder tijd nodig heeft om te jagen. De jongen hebben dan weer een veilige plek om te spelen en hun jachttechnieken te oefenen.
Jongen
Een tijgerin werpt 2 á 3 jongen per keer. De jongen worden geboren na een draagtijd van 4 maanden. De eerste 2 maanden blijven ze in het nest dat bestaat uit een grot, een holle boom of een beschutte plek in het struikgewas. Daarna gaan ze af en toe met de moeder mee op jacht om het vak te leren en krijgen ze zo nu en dan al wat vlees. Wel blijft moeder ze nog 6 maanden zogen. Pas na een paar jaar gaan de jongen van hun moeder weg om een eigen bestaan op te bouwen. |
|