De galloway is net als onze huiskoe een herkauwer, gespecialiseerd in gras. De galloway komt oorspronkelijk uit Schotland. Hij is uitstekend in staat op eigen houtje te overleven in de natuur. In de zomer legt hij een vetvoorraad aan voor de winter en hij ontwikkelt een dikke vacht tegen de kou. Een galloway kan ook verdord gras verteren en brengt jongen ter wereld zonder de hulp van een dokter. Waarlijk een zelfredzaam type.
Na 1,5 jaar is een galloway geslachtsrijp. Een galloway-koe krijgt vaak pas kalfjes als ze 2,5 jaar is. Na een dracht van 9 maanden werpt ze 1 kalf. De moederkoe heeft lang niet zo veel melk als onze huiskoe maar haar melk is erg voedzaam. Het kalf drinkt ongeveer een half jaar bij de moeder. Na 1 jaar eet het alleen nog maar gras en is het niet meer geinteresseerd in de speen. Kuddes
In de uitgestrekte natuur leefden grote grazers vroeger in natuurlijk kuddeverband. De omgeving, de seizoenen en de sociale omgang tussen de dieren bepaalden de samenstelling van de kuddes die door het land zwierven. Runderen leven in gezinsgroepen met een volwassen koe en haar dochters, hun kalveren en een of meerdere jonge stieren. Stieren verlaten de groep als ze volwassen worden, waarna ze zich aansluiten bij andere stieren en een stierengroep vormen. Iedere groep heeft zijn eigen territorium en tijdens het rondtrekken komen koeiengroepen de stierengroepen tegen. Hele oude stieren trekken zich terug in de randen van het terrein waar ze een klein territorium verdedigen. Waarom herintroductie
Als je natuurlijke processen de kans geeft het landschap te vormen,heb je ook natuurlijke beheerders van die gebieden nodig. Anders ontstaat er in de kortste tijd een ondoordringbaar bos. Heel vroeger klaarden o.a. wilde runderen en paarden dat klusje. Als vervanger van die uitgestorven soorten wordt nu o.a. de galloway uitgezet, een rund met veel primitieve kenmerken.
Runderen eten grassen, maar ook bramen, takken en twijgen. Hun selectieve vraat bevoordeelt de groei van kruiden die tussen het gras groeien, waardoor een bloemrijke weide ontstaat. Veel insecten en vlinders, en daardoor weer vogels en kleine zoogdieren, profiteren daarvan. De runderen zorgen voor een fijne structuur van weitjes en paden, die door bezoekers gevolgd kunnen worden.
In de natuurontwikkelingsgebieden van het Wereld Natuur Fonds vinden ze voedsel genoeg. Bijvoeren is niet nodig. Een groot deel van het gras wordt pas in de winter opgegeten.
De galloway is een sociaal dier dat in kuddeverband leeft. Vandaar dat ze altijd in groepjes worden losgelaten in de natuurgebieden.
Veterinaire zorg is gericht op het welzijn van de dieren en op het voorkomen van risico voor de omgeving. Zeker in kleine gebieden wordt hier veel aandacht aan besteed. Vanwege de wettelijke verplichtingen worden de dieren elk jaar op besmettelijke runderziekten getest
bron: www.wnf.nl
|