Hondenbezitters, opgelet: uw hond begrijpt u misschien beter dan u denkt. Duitse onderzoekers hebben een wonderhond ontdekt, die tweehonderd woorden kent, en die taal leert op een manier die verdacht veel lijkt op hoe peuters dat doen.
Wat ze er precies van moeten denken weten ze niet, maar taalonderzoekers zijn in elk geval flink van hun stuk gebracht door Rico, een 9-jarige bordercollie uit Duitsland. De hond blijkt tweehonderd verschillende voorwerpen bij naam te kennen. En alsof dat nog niet genoeg is, leert hij er schijnbaar moeiteloos nieuwe woorden bij. Niet door langdurig oefenen, zoals bij honden gebruikelijk is - maar door logische verbanden te leggen, net als een peuter zou doen.
Onderzoekster Juliane Kaminski en collegas van het Max Planck Instituut voor Evolutionaire Antropologie in Leipzig kwamen het blaffende taalwonder enige jaren terug min of meer toevallig op het spoor. Ricos baasjes beweerden dat ze hun hond hadden geleerd tweehonderd voorwerpen, vooral speelgoed, te herkennen. In het laboratorium bleek dat inderdaad te kloppen. De onderzoekers namen een steekproef van veertig voorwerpen, legden die in een apart kamertje, en stelden experimenteel vast dat Rico er daarvan 37 op afroep kon apporteren.
Leuk voor een show op televisie misschien, maar écht interessant werd het pas toen de onderzoekers Rico nieuwe woorden begonnen aan te leren. De onderzoekers legden zeven bekende speeltjes in de kamer, plus één object dat Rico nog niet kende. Dat object duidden de onderzoekers aan met een fantasiewoord: haal-de-sirikid, Rico!
En met succes. In zeven van de tien experimenten die op die manier werden uitgevoerd, kwam Rico met het nieuwe voorwerp de kamer uit. Blijkbaar begrijpt Rico niet alleen dat voorwerpen namen hebben, hij kan ook logisch redeneren: "Het nieuwe woord zal wel slaan op dat ding dat ik niet ken".
En daarvan moeten taalkundigen toch even slikken. Woorden aanleren door erop los te associëren is een oude bekende in de ontwikkelingspsychologie. Taalkundigen hebben er zelfs een naam voor: fast mapping. En kleine kinderen gebruiken de techniek voortdurend bij het leren van taal. Maar Rico de hond blijkt het ook te kunnen. Zelfs veronderstelde taalwonders als de chimpansee, de dolfijnen, de papegaai en de zeeleeuw moeten hem dat nog nadoen.
Ricos geval kan verstrekkende gevolgen hebben voor het begrip van de diersoort mens, schrijven Kaminski en collegas in het blad Science van deze week. Blijkbaar is ons taalvermogen minder uniek dan we graag denken. Onze resultaten ondersteunen de visie dat schijnbaar ingewikkelde linguïstische vaardigheden, die we alleen kennen van kinderen, worden gedragen door eenvoudigere cognitieve bouwstenen die ook bij andere diersoorten aanwezig zijn.
Toch is daarover het laatste woord nog niet gezegd. Zoals de Amerikaanse taalkundige Paul Bloom opmerkt in een commentaar: Als een kind woorden zou aanleren zoals Rico dat doet, zouden de ouders er gillend mee naar de neuroloog rennen. Kinderen leren vanaf hun tweede levensjaar zon tien nieuwe woorden per dag, wonderhond Rico deed negen jaar over slechts tweehonderd woorden.
En dat is niet het enige verschil. Mensen denken in categorieën. Laat ons een paar autos zien, en we herkennen ook andere vervoermiddelen op wielen als auto. Mensen hebben veel meer soorten woorden dan alleen maar zelfstandig naamwoorden die een object aanduiden. En niet te vergeten: mensen kunnen praten, honden niet.
Niet dat Rico nu met de staart tussen de benen moet afdruipen. Uit andere studies blijkt namelijk dat de gemiddelde hond gedurende zijn leven drie tot vijf objecten bij naam leert kennen. Met zijn woordenschat van tweehonderd woorden is Rico dus echt een bolleboos, de Einstein van hondenland. Brááf.
Maarten Keulemans
Juliane Kaminski, Josep Call, Julia Fischer: Word learning in a domestic dog. Evidence for fast mapping. In: Science
(Noorderlicht)
|