Godvermiljaardenondeju! Dat was de vloek die ik uit mijn keel perste toen de hond om middernacht niet wilde binnen komen. Een kleine inspectie was op dat uur nodig, nadat ik een vreemd geluid hoorde. En ondanks zijn diepe slaap, staat hij vliegensvlug klaar om te profiteren en nog wat buiten te lopen. Dat zijn de momenten dat ik weet dat ik geen 'jong' meisje meer ben, als ik op jacht moet gaan naar een jonge hond om hem bij zijnen schabbernakkel te pakken te krijgen. Eind goed, al goed, het was loos alarm en ik heb mijn hondje veilig binnen gekregen. Als baasje van een hond denk ik soms dat ik een beroep uit lang vervlogen tijden in ere herstel: strontrapers achter de trein! Achter elk transportmiddel dat werd voort getrokken door paarden (paardentram), en later de trein, moest er telkens een ruimer van dienst zijn. Dat het nog altijd een eerzaam beroep is weten ze maar al te goed in Lier. Na de Gummarusfeesten kuisen vrijwilligers, de uitwerpselen van de paarden en de schapen die in de stoet meelopen, op. Aan hen wordt de 'FiereLier' uitgereikt onder de vorm van een geschenkbon. Maar in Noord Brabant (Nederland) is dat zelfs de bijnaam voor mensen uit Lieshout (niet ver van Turnhout). Die scheldnaam kwam er na een politieverordening uit 1647 waarbij gemeld werd: het is verboden om op de Lankelaar en de Luytelaar mest en stront te rapen op straffe van een boete van 7 stuivers!!. Er zijn een 4300-tal Lieshoutenaren die met fierheid 'strontraper' genoemd worden en er zelfs een bronzen beeldje voor veil hadden: De Raoper (1958). De pers krijgt het soms ook te horen. Het beroep 'journalist' is niet minderwaardig en toch noemde President Theodore Roosevelt (1858-1919) hen 'muckrakers' toen ze hun neus staken in kwalijk riekende politieke potjes. Roosevelt noemde hen ook vaak "onmisbaar voor het welzijn van de samenleving, alleen moeten ze weten wanneer te stoppen met harken in de modder". De mestharkers van heden zijn de politieke journalisten, de onderzoeksjournalisten, de waakhonden, de riooljournalisten, ook de 'klokkeluiders' horen erbij. Soms wordt het nog eens in een vraag gesteld bij lomp en vunzig woordgebruik: Wat studeer je eigenlijk, dat je er zo'n boertig taaltje op nahoudt? Strontraper? Einde van de beschouwingen van mijn dagelijkse bezigheden als baasje. En als je het zo bekijkt zijn er nog veel mensen met het 'adjectief' strontraper!!
Nr 115 van Brueghel: wat heb je aan een mooi bord als het leeg is? = lichaamlijke behoeften gaan voor de zintuigelijke. Iedereen kent het antwoord. Daarom ga ik meteen over naar hét lied van de dag, en waar het dezer dagen om gaat, het bekendste en één van de mooiste kerstliederen: Stille Nacht, Heilige Nacht! In 1818 werd dit Duitse lied voor het eerst gezongen in de St Nikolauskerk in Oberndorf. De melodie is van Franz Gruber (1787-1863) en de tekst is van Joseph Mohr (1792-1848). Sindsdien in oneinidig veel talen gezongen in een protestantse versie of katholieke of Nederlandse, zelfs een Vlaamse versie. Tot morgen
|