Het lukt me niet om op een luchtige manier te schrijven. Ik heb gisterenavond een hoofdstuk in mijn leven afgesloten door het overlijden van een vriendin. Een hoofdstuk van, vooral de laatste jaren, telefonisch contact en via andere nieuwe media. Ik leerde haar in 1980 kennen via een gezamelijk hobby: alle vormen van handwerken. Al spoedig leerde ik ook nog een 2e vrouw kennen. Met ons drieën, Tilly (1943-2022), Irene (1934-2003) en dat 'meisje van 1948', beleefden we de wonderlijkste tijden. Daar groeide een intense vriendschap uit. We vormden een beetje de 'drie ongewapende musketiers'. Onze bezigheden waren ontwerpen van breigoed, uitproberen, draad zoeken, stoffen zoeken en naaien, modellen maken maar ook veel babbelen, klappen, zeveren, lachen maar vooral elkaar doorheen alle obstakels van het leven te loodsen. Bij het overlijden van Irene sloeg het ons met verstomming. Omdat we alle kapellekens die we onderweg tegenkwamen binnengingen om een kaarsje te branden staat het gebedje, dat we ooit eens gevonden hadden en altijd en overal opzegden, op haar prentje. Ik schrijf het nu voor Tilly en daarmee sluit ik ook vandaag af. Je ne sais pas prier, Je ne sait que dire, Je n'ai pas beaucoup de temps.....Alors? La lumière que j'offre, est un peu de mon bien, un peu de moi même que je laisse devant le Seigneur, devant la ste Vierge, devant un Saint. Cette lumière qui brille, symbolise ma prière que je continue, tout en m'en allant.........Tot morgen
|